Emanuel is een opmerkelijk boek. Op de kaft staat dat het een roman is, maar het is
geen gewone roman. Emanuel Cats, zijn vrouw Sientje en alle andere familieleden
die in het boek voorkomen hebben echt bestaan. Het is een Joodse familie die
leefde in het Rotterdam van voor de oorlog en waarvan vele leden zijn omgekomen
in de Duitse kampen.
Het is een
half-fictionele roman. Chris Buitendijk, geïnteresseerd in de Joodse
geschiedenis en in het land Israël, kreeg via zijn familie een oude Thora in
handen. De naam Emanuel Cats stond in het boek geschreven. Buitendijk ging
achter deze naam aan en vond aanknopingspunten voor zijn levensverhaal.
Feitelijk
had Buitendijk weinig concreets, bijna alle dialogen en gedachten in het boek
komen voort uit zijn pen. De omstandigheden, de historische context van de stad
Rotterdam kloppen perfect. Daarom is dit boek geen roman met een mooie
spanningsboog of een verrassende verhaallijn. De lezer weet hoe het afloopt, de
sterfdata van de drie hoofdpersonen staan vermeld op de laatste pagina.
De kracht
van het boek zit in het beeldend weergeven van een microgeschiedenis van een
Rotterdamse familie, een Joodse familie. ‘Emanuel’ kent vier delen: 1909,1921,1936
en 1938. In elk jaar beschrijft hij de levensloop van Emanuel en zijn familie.
In 1909 is
hij 13 jaar en doet zijn Bar mitswa, waarmee hij de verantwoordelijkheid
aanvaardt voor de Joodse wet. Buitendijk beschrijft in dit deel - maar ook in
de volgende – het verhaal grotendeels van binnenuit, vanuit de denkwereld van
Emanuel. Hij schakelt echter ook over naar het gezichtspunt van de vader of van
de leraar Maurits van Gelder.
1921 is een
belangrijk jaar voor Emanuel. Hij trouwt met Sientje, terwijl zij al zwanger is
van Antje. Als kind was hij gefascineerd door de Thora, langzaam verdwijnt nu
het geloof naar de achtergrond en stort hij zich op zijn werk als handelsman. In 1936 is
de oorlogsdreiging nabij. Sal, de oudere broer van Emanuel, waarschuwt hem voor
het gevaar en vlucht naar Amerika. Emanuel blijft met vrouw en kind in
Rotterdam.
Het deel
over 1938 beperkt zich niet tot dat ene jaar, maar strekt zich uit tot
halverwege de oorlog. Het bombardement heeft een enorme impact op de stad. De
Duitse maatregelen treffen het gezin hard. Emanuel heeft contact met John van
Rhijn, kapper op Rotterdam-Zuid en de opa van Chris Buitendijk. Hij wil hem
helpen onder te duiken, maar aan het eind van het boek vertrekt Emanuel door de
verstikkende omstandigheden, maar ook vanwege persoonlijke drijfveren naar
Loods 24, voor vertrek naar Duitsland.
Naar het
eind van dit boek ben je als lezer volledig vertrouwd met de persoon Emanuel.
De tragiek raakt je, maar het is anders dan in een historisch werk. Wat
Buitendijk knap doet is het combineren van een realistisch historisch decor met
de puur persoonlijke perspectieven van de hoofdrolspelers. Er zit daartussen
bijna geen literair drama zoals in veel andere romans. De spanning komt van de
combinatie decor – persoonlijke denkwereld.
Een nadeel
is dat in de intermenselijke beschrijvingen Buitendijk nogal wat clichés hanteert.
Er komen veel wat ouderwetse uitdrukkingen voorbij. Vooral in de eerste delen
is dit geen bezwaar. Het verhaal krijgt iets van een jongensboek. Emanuel is
dan pas dertien jaar. Later in
het boek vind ik dit taalgebruik soms storend. De Duitsers zijn dan ‘niet
mild’, zijn ‘alles behalve genadig’, John bedenkt zich na het oppakken van een
onderduiker dat hij niet de enige is die hier ‘de smoor in heeft’, etc. Een zin
als “aan onderduikers hadden de Duitsers een broertje dood”, past niet bij het
vreselijke wat dit gezin overkomt.
Ondanks
deze talige missers vind ik ‘Emanuel’ een prachtige aanvulling op de kennis die
wij hebben over deze belangrijke periode in de Rotterdamse geschiedenis. En het
is een extra aanzet om de geschiedenis van de Joden in Rotterdam diepgaander te
onderzoeken. Een van de
sterke punten van het boek is tot slot het inzicht in de mogelijke psychologie van
de slachtoffers van de oorlog. Langzaam verandert de wereld om hen heen in een
hel, maar telkens weten zij zich te schikken in de nieuwe situatie, proberen zij
het te begrijpen om door te kunnen gaan met leven. Zij vervormen hiermee hun
wereldbeeld om het leven vol te kunnen houden. Slechts een enkeling, zoals de broer
Sal, trok de juiste conclusie en vluchtte.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten