maandag 31 juli 2023

Willem Melching - De zelfdenker. Karel van het Reve 1921-1999


 

De zelfdenker is een zeer toepasselijke titel voor een biografie van Karel van het Reve. Mensen die het werk van hem kennen zijn het erover eens dat hij een eigenzinnige, intelligente en realistische denker was. Melching is historicus, gespecialiseerd in Duitse geschiedenis en groot bewonderaar van Karel. Zijn biografie gaat vooral over zijn denken. Hij noemt het een politieke biografie, waarin zijn ideeën en geschriften centraal staan. Het persoonlijke leven krijgt minder aandacht.

 

In 2004 schreef Ger Verrips een biografie van Karel van het Reve. Hierin was er veel aandacht voor zijn privéleven, maar kwamen sommige van zijn standpunten er bekaaid af. Het boek kreeg veel kritiek. Melching zegt zelfs dat hij het boek vanwege de vele onjuistheden niet heeft gebruikt. Overigens besteedt ook Melching relatief veel aandacht aan de jeugdjaren van Karel, zijn geestelijke rijping. In latere hoofdstukken beperkt hij zich tot wat Karel schreef en wat daarmee verband hield. Hij doet dit zeer consequent. Ieder boek van Karel en ieder onderwerp dat zijn interesse had behandelt hij. De opzet van de biografie is overzichtelijk en chronologisch: tien hoofdstukken voor iedere fase van zijn leven met een inleiding wat hij in een hoofdstuk gaat behandelen en aan het einde een korte terugblik op het hoofdstuk. Hierdoor zitten er wel wat herhalingen in het boek.

 

Ik ken het werk van Karel van het Reve goed en heb ook alles wat er over hem in boekvorm is verschenen gelezen. Veel nieuwe dingen las ik niet, maar ik werd wel weer gegrepen door zijn ideeën, zijn lef, humor en werklust. Hoe hij - eerst vanuit Moskou, later met de Alexander Herzenstichting - dissidenten hielp om hun werk uitgegeven te krijgen dwingt bewondering af. Dankzij hem is Sacharov een internationaal bekende dissident geworden. Hoe Karel zich dwars tegen de tijdgeest in afzette tegen modieuze linkse ideeën is prachtig om te lezen. Ook zijn afkeer van bureaucratie - hij gooide alle post die hij ontving van de universiteit ongeopend in de prullenbak - komt voort uit een scherpe blik en zijn kennis hoe bureaucratie vrijheid van denken in de weg kan staan. Het zou overigens de reden worden van zijn vertrek bij de Leidse universiteit. Het is zeer de vraag of een zelfdenker als Karel nu nog zou kunnen functioneren op een universiteit. Ik denk het niet. De bureaucratie heeft er groteske vormen aangenomen. Zijn rationele manier van denken, zonder overbodige onzin en zijn afkeer van ideologie lijken niet bijzonder. Heel vaak zegt hij dingen op basis van gezond verstand, die als je ze nu leest, volkomen logisch zijn. In de jaren zeventig werd zijn kritiek op de dictatuur die de Sovjet-Unie was vaak niet als vanzelfsprekend gezien. Vele progressieve schrijvers - “Wertheim, Mulisch, en andere boeven” - bleven gefascineerd door telkens nieuwe communistische dictaturen.

 

Zelf bleef Karel, opgegroeid in een communistisch nest, vrij lang geloven in de communistische heilsleer. Vanter, zoals de bijnaam van zijn vader luidde, was zeer actief in de zuil en was zelfs een aanhanger van Stalin. Melching staat terecht lang stil bij de geloofsafval van Karel na de Tweede Wereldoorlog, een cruciale gebeurtenis. In de oorlog bleef hij loyaal, gezien de rol die de Sovjet-Unie speelde in het verslaan van de Nazi’s. Zijn bezoek aan Moskou, tijdens een WK schaken waar hij grootmeester Euwe begeleidde, is een keerpunt. Met eigen ogen zag hij dat de Sovjet-werkelijkheid heel anders was dan het volgens de leer moest zijn. In deze vormende jaren, eind jaren veertig, begin jaren vijftig laat hij zich ook al uit over andere zaken, die in zijn verdere leven belangrijk zijn gebleven: onbegrensde vrijheid van meningsuiting, alles mogen publiceren, afkeer van ideologie en zijn ideeën over vertalen. Op jonge leeftijd vertaalde Karel al literair werk, eerst uit het Duits, later vooral vanuit het Russisch. Zijn motto was altijd: vertalen wat er staat. Ook weer een uitspraak die volkomen logisch lijkt, maar waar andere vertalers zich toch niet altijd aan houden. Melching benadrukt deze continuïteit in zijn denken. Ook prijst hij terecht verschillende keren zijn heldere stijl. Op dit punt is denk ik wel enige ontwikkeling te zien. In 1954 promoveerde Karel met het boek dat hij de titel gaf Sowjet-annexatie der klassieken. Wat mij opviel jaren geleden bij het lezen van dit boek is dat Karel toen nog niet de soepele stijl heeft waar hij later zo om geroemd werd. Het boek is echt nogal stroef geschreven. Ik denk dat hij halverwege de jaren zestig - met Siberisch dagboek en later met Het geloof der kameraden - zijn heldere stijl ontwikkeld had. In de decennia erna bleef hij schrijven over de Sovjet-Unie en voorzag hij begin jaren tachtig zelfs de ondergang van dit rijk.

 

Melching behandelt grondig alle aspecten van zijn denken en ook belangrijke zaken in zijn leven, zoals de dood in de oorlog van zijn Joodse vriend David, zijn werk aan de universiteit, zijn reizen en zijn vakanties. Uiteraard bespreekt hij zijn alter ego Henk Broekhuis, zijn afkeer van Freud en Dostojevski, zijn aanval op de literatuurwetenschap en het succes van zijn Geschiedenis van de Russische literatuur. Een paar opmerkelijke details. Betondorp, waar hij opgroeide, was niet zo arm als ik altijd had gedacht; er woonde vooral wat men “arbeiders aristocratie” noemde. Toen Karel en Tini vlak na de oorlog trouwden was er geen geld voor een pak. Hij trouwde in een papieren pak. Gelukkig bleef het die dag droog. Karel kreeg in 1957 een aanstelling aan de universiteit in Leiden. Hij werd verzocht vanuit Amsterdam naar Leiden te verhuizen, een merkwaardige eis. Hij weigerde dan ook. Tot slot, de lievelingsschrijver van Karel van het Reve is eindelijk toch… Toergenjev.

 

Ik las De zelfdenker met heel veel plezier. Een van de weinige bezwaren tegen dit goed geschreven en grondige boek van Melching komt voort uit diens bewondering voor Karel van het Reve. De bewondering zelf is geen bezwaar - ik deel zijn bewondering - alleen de auteur lijkt soms weinig kritisch. Bij ieder standpunt van Karel van het Reve noemt hij tegenargumenten om die vervolgens te weerleggen met de reacties van de schrijver zelf. Een eigen standpunt hoor je nauwelijks. Meestal had Karel gelijk, maar soms ook niet. Het bekendste voorbeeld hiervan is zijn kritiek op de evolutietheorie. Melching schrijft dat Karel de populaire versie of de simpele uitleg van de theorie bestreed, maar in het titelstuk uit de bundel Een dag uit het leven van de reuzenkoeskoes is dat niet op te maken. Karel spreekt voortdurend over evolutionisten. Later noemt Melching het dat hij orthodoxe darwinisten aanviel. Deze nuanceringen slaan de plank mis, want Karel had zo weinig kennis van het onderwerp dat hij zelf waarschijnlijk populair, simpel of orthodox niet van elkaar wist te onderscheiden. Het ging hem denk ik vooral om het beeld van de evolutietheorie dat hij zelf in zijn hoofd had. Melching geeft aan dat Karel zag dat er te veel nadruk werd gelegd op natuurlijke selectie en te weinig op toeval. Bij de orthodoxe Darwinist Charles Darwin was dit in ieder geval niet aan de orde. Juist zijn nadruk op toeval was voor veel christenen uit zijn tijd onverteerbaar. Latere christelijke evolutionisten, sociale Darwinisten en andere critici hebben de evolutietheorie hierop willen aanpassen. Misschien dat Karel zich vooral tegen hen richtte, zonder dit goed te verwoorden.

 

Ik heb het ‘Een dag uit het leven van de reuzenkoeskoes’ nagelezen, het stuk zit opmerkelijk rommelig in elkaar. Wat Karel veel doet is allerlei andere stokpaardjes in zijn essay opnemen, zoals kritiek op literatuurwetenschap en op Freud. Hiermee hoopt hij misschien dat zijn argumentatie sterker wordt. Ook pakt hij vaak stellingen uit de biologie en past deze toe op de menselijke samenleving. Je kunt duidelijk lezen dat Karel nooit een serieus biologieboek in handen heeft gehad. Dat is ook de frustratie van Maarten ’t Hart die overigens een vriend van hem was en het meestal met hem eens was. In het stuk ‘De bril van Karel van het Reve’ uit de bundel Een dasspeld in Toela, pagina 139-154 haalt ‘t Hart vakkundig alle argumenten van Karel onderuit. Ik ga deze hier niet herhalen, maar wil er wel een punt uitlichten. Een van de bezwaren van Karel is dat de theorie altijd uitkomt. Karel verwijst hier naar Popper die dit ook als een bezwaar zag. Popper heeft echter zelf later toegegeven dat zijn argumenten niet klopten. Reve haalde hem toch aan om zijn punt te maken, dat is jammer. De biograaf praat hem na, dat is ook jammer.

1 opmerking:

Erik Scheffers zei

Hoi Alek, een mooi stuk! Misschien dat ik deze biografie ook eens ga lezen. Van Karel van het Reve heb ik eigenlijk alleen zijn geschiedenis van de Russische literatuur en zijn essay over de onleesbaarheid van de literatuurkritiek gelezen. Dat laatste stuk vond ik het mooiste. Groetjes, Erik