Charles Ferdinand Ramuz (1878-1947) was een Zwitserse schrijver en een vernieuwer van de Franse literatuur. Hij schreef een uitgebreid oeuvre dat voornamelijk uit zo’n vijfentwintig romans bestaat. Celine noemde hem als een van de weinige Franstalige schrijvers die in het jaar 2000 nog gelezen zou worden. Schoonheid op aarde is een roman uit 1923 en is onlangs in het Nederlands vertaald door Rokus Hofstede. Een paar geleden vertaalde hij De grote angst in de bergen, dat voor mij de eerste kennismaking met Ramuz was.
Net als in De grote angst in de bergen speelt Schoonheid op aarde in een kleine dorpsgemeenschap en weet Ramuz met zijn bijzondere stijl een onrustige spanning op te roepen. Het dorp ligt aan het meer van Genève, waar Milliquet een herberg heeft. Op een dag krijgt hij een brief uit Cuba. De broer die hij al jaren niet gezien heeft is overleden en er is een verzoek om de zorg over de nog net minderjarige dochter op zich te nemen. Hij stemt in, nadat hij zijn stugge vrouwen heeft weten te overtuigen, en de stille Juliette verschijnt op een dag in het dorp. De eerste dagen zegt zij niets en blijft zij op haar kamer. De dorpelingen zijn natuurlijk uitermate nieuwsgierig. Mooi is dat Ramuz soms inzoomt op hele concrete handelingen in het verhaal, maar voor de hand liggende beschrijvingen achterwege laat. Zo lees je praktisch niets over het uiterlijk van Juliette, die zich op een gegeven moment laat zien, gelokt door muziek die vanaf het terras klinkt. Wat je wel weet is dat zij een schoonheid is.
Door de manier van vertellen begrijp je wat anderen van haar vinden en door het steeds verspringende perspectief wisselt dit nogal eens. Je leest herhalingen maar er zitten ook sprongen in het verhaal. Diverse mannen in het dorp cirkelen om haar heen. Zelf doet of zegt Juliette bijna niets. Zij wekt wel jaloezie en ergernis op bij de vrouw van Milliquet en wordt door haar het huis uit gejaagd. Rouge, een oudere visser, neemt Juliette op in huis. Hij richt een kamer voor haar in, koopt spullen voor haar en beschermt haar zo goed als mogelijk. Wanneer Rouge ontdekt dat zij behoefte heeft aan muziek, laat hij de bultenaar met de trekharmonica optreden voor zijn huis. Mooi is dat Juliette nauwelijks reageert op alles wat de mensen om haar hen doen, zeggen of denken. Door sommige dingen ontwaakt zij, zoals muziek om op te dansen of het varen in een vissersboot. Het lijkt erop dat de dorpelingen op allerlei manieren Juliette, symbool voor schoonheid, proberen te benaderen of te bevatten. Zij blijft onbereikbaar. Meerdere dorpelingen smeden plannen om samen met haar het dorp te verlaten.
Het verhaal eindigt in een zorgvuldig aangekondigde apotheose met een dorpsfeest, muziek, drank, donder en bliksem. Uiteraard is de schoonheid voor niemand te verkrijgen. Men vangt er een vonk van op, meer niet. Juliette gaf een rimpeling in een traditioneel dorpsgemeenschap, echte verandering brengt zij niet teweeg. De stijl van Ramuz is bijzonder in deze roman. De sfeer is vaak onheilspellend, mysterieus. Hij was geen naturalist, integendeel. Wat hij weergeeft in een bijzondere spreektaal zijn persoonlijke indrukken van de verschillende personages waar vanuit hij het verhaal schrijft. Het is geen exacte beschrijving van opeenvolgende gebeurtenissen. Je blijft dus als lezer soms gissen naar wat er precies gebeurt. Ik waardeer deze vorm van vertellen zeer, maar wat mij op den duur ging tegenstaan is bij het verspringen van het perspectief het steeds weer schakelen tussen tegenwoordige en verleden tijd, soms in één zin en volgens een onbegrijpelijke logica. Dit geeft even een leuk effect, maar het wordt op den duur een trucje dat gaat tegenstaan. Dat is eigenlijk het enige punt van kritiek op een verder wonderlijk boek.
3 opmerkingen:
Dat wisselen tussen tegenwoordige en verleden tijd irriteerde mij al vanaf het begin. En ik vond het verder ook niet prettig lezen, niet qua stijl en ook die Juliette vond ik maar niks. Dus ik ben erin gestrand. Gelukkig verschillen smaken en zijn er genoeg mensen die dit wel mooi vinden.
Snap ik. Ik ga ook geen derde boek van hem lezen.
Heb beide boeken van Ramuz in vertaling gelezen en vond ze zeer de moeite waard, de Grote Angst in de Bergen nog het meest. De beschrijvingen zijn poetisch, en de natuurlijke omgeving speelt een belangrijke rol, alsof die ook een soort wil heeft, zonder dat dit tot een humanisering van de natuur leidt. De raadselachtigheid en springerigheid stoort me niet in het minst. Daarbij een pluim voor de magistrale vertaling door Rokus Hofstede. Familie in Zwitserland wist te vertellen dat elke zichzelf respecterende Zwitser wel een paar boeken van Ramuz in de kast heeft staan. De Grote Angst hebben we in onze leesgroep gelezen en die 'scoorde' daar ook goed.
Een reactie posten