Emmanuel Carrère is een bekende Franse schrijver van fictie en non-fictie. In zijn geboorteland is hij overladen met prijzen. Ik kende de schrijver niet, maar las dat er al een hele reeks boeken van hem vertaald is in het Nederlands. Yoga is uit 2020 en werd in 2021 vertaald door Floor Bosboom. Op het omslag staat dat het een roman is, maar het verhaal gaat over de schrijver en niets anders. In het boek zelf geeft hij aan welke personages hij verzonnen heeft. Maar vertrouw nooit een schrijver.
Yoga is onder andere een boek in een boek. Hij schrijft over het schrijven van een luchtig boek over yoga. De schrijver raakt echter in een depressie en het boek (dit boek) wordt anders dan hij had verwacht. Zoals de achterflap al aangeeft komt hij in een psychiatrische inrichting terecht en gaat het verhaal ook over een terroristische aanslag (Charlie Hebdo) en over de vluchtelingencrisis: hij verblijft een tijdje op het Griekse eiland Leros, waar hij werkt als taaldocent voor vluchtelingen.
Het eerste deel van ruim honderd pagina’s speelt in een yoga-kamp waar de honderdtwintig deelnemers een week zwijgen en mediteren. Carrère vertelt wat hij ziet bij de andere deelnemers, hij haalt tijdens het mediteren herinneringen op en hij gaat uitgebreid in op allerlei yogatechnieken. De schoolse, eentonige uitleg over yoga duurde mij veel te lang. Hij had driekwart van de tekst mogen schrappen. Carrère heeft een wonderlijke manier van vertellen. Hij somt gewoon op wat hij meemaakt zonder enige spanningsboog. De stukken over de aanslag en over zijn verblijf op het Griekse eiland zijn net zo. Het is informatie maar geen verhaal.
Regelmatig noemt Carrère wel allerlei tegenstellingen. Expliciet gaat hij in op yin en yang in relaties tot yoga, maar hij hangt het ook op aan zijn bipolaire stoornis, die hij vrij sec en weinig origineel beschrijft. Waarschijnlijk heeft hij het zo zelf meegemaakt. Hij noemt zijn psychiatrische autobiografie en zijn essay over yoga een en hetzelfde boek.
Soms komt er opeens een bijzondere anekdote voorbij, zoals wanneer hij terugdenkt aan zijn leraar biologie. Tijdens zijn lessen practicum ging de tijd volledig op aan het doorgronden van het practicumreglement. Op zulke momenten lees je iets van humor, waar het in de rest van het boek nogal aan ontbreekt. De leraar komt nog een paar maal kort voorbij. Ik had er graag meer over gelezen, maar Carrère pakt dit verhaal niet meer op. Het thema klinkt wel vaker door, zoals het uitvoerig beschrijven van yoga niet het uitoefenen van yoga is. In brede zin kun je de hele roman zien als nadenken over het schrijven van een boek. Jammer dat het resultaat dan wat tegenvalt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten