vrijdag 21 juni 2019

Laura van der Haar – Loslopen

Ik ben dol op hondenboeken, zoals geschreven door Pauline Slot, Jan Siebelink, Gerbrand Bakker en natuurlijk Koos van Zomeren. Het wachten is op het hondenboek van Maarten ’t Hart. Schrijvers die over hun hond schrijven zijn vaak actiever dan schrijvers van kattenboeken. Dit heeft vast te maken de aard van het beestje. Honden, vooral jonge honden, willen aandacht en beweging. Katten kunnen, liggend in de vensterbank, heerlijk tevreden zijn met zichzelf.


De hond van Laura van der Haar is een onvervalste stuiterbal. Zij heet Takkie, maar Laura noemt haar ook wel Loppieloppie, Kontje, Draaikolkje, Snoekduikie, Boppie, Stinktakkie, enzovoorts. Hond en baas hebben veel met elkaar gemeen. De schrijfster is ook nogal onrustig. Als zij iets leuk vindt – boksen, gitaarspelen, hardlopen, een nieuwe studie – dan stort zij zich er volledig op. Na een tijdje concludeert zij dat zij er niet de beste in kan worden. Een reden om te stoppen. Haar ouders kennen haar. Toen zij het idee opperde een hondje te nemen, waren zij niet meteen enthousiast.

Uitvoerig beschrijft zij de opgewektheid en de tomeloze energie van Takkie. Wanneer zijzelf gebroken wakker wordt van alweer een rusteloze nacht met te weinig slaap, dan staat haar hondje al klaar. “En ook daar ben ik dus verschrikkelijk jaloers op. Op dat zichtbaar kunnen popelen.”  Zij wil net zo’n staartje om mee te zwiepen. 

Een rode draad in ‘Loslopen' zijn de ontmoetingen met buurtbewoners en mensen op straat. Kinderen willen Takkie altijd aaien en vragen de gekste dingen. Zij willen haar een ijsje geven, laten haar springen of willen haar op commando laten poepen. Laura woont in een simpel flatje. Zij houdt van haar buren, vooral omdat het meevalt met de herrie die zij maken. De junkiebuurman komt zij regelmatig tegen. Een keer pikte hij per ongeluk haar fiets. Maanden later voelde hij zich nog steeds schuldig.

‘Loslopen’ gaat over Takkie, maar veel stukken gaan over Laura. De toon is meestal luchtig, ook als zij een ongeluk krijgt of ruzie heeft met haar vriend. Maar bij sommige persoonlijke onderwerpen is de toon anders, bijvoorbeeld wanneer zij schrijft over slapeloosheid. Het gaat van kwaad tot erger. Zij wordt er helemaal gek van. De huisarts ziet het als een serieus probleem. Ik dacht na een paar stukken over slapeloosheid, dat dit een thema zou worden in het hele boek. Later blijkt zij verlost van de slapeloosheid, zonder dat daar veel woorden aan zijn vuil gemaakt.

Laura heeft een voorliefde voor het beschrijven van vieze dingen die Takkie uithaalt. Zij eet alles wat er op straat of in het park ligt en speciaal is zij gek op partykots en mensenuitwerpselen. Wanneer zij er flink wat van binnen heeft, moeten ze rennen naar de dierenarts, om het er weer uit te laten kosten. Daarna vergt het nog het nodige om Takkie onder de douche helemaal schoon te krijgen. Eenzelfde voorliefde heeft Takkie voor vieze kerels in het park. Zo’n man aait haar nekje dan met een gore poot, precies op de plek waar de schrijfster altijd haar neus in Takkie duwt.

Laura hield altijd al van dieren. In een nogal tragisch stuk vertelt zij over de dieren die zij had of kende als kind: konijnen, een cavia en wandelende takken komen voorbij. Zij lijkt met iets van genoegen te beschrijven hoe deze dieren aan hun einde kwamen. Ze heeft inmiddels een antenne ontwikkeld die waarschuwt voor dierenleed, maar wordt hierdoor juist aangetrokken door al dit leed. Eindeloos kijkt zij ellendige dierenfilmpjes op internet, Vervolgens kan zij niet slapen omdat ze overdenkt op welke manieren Takkie aan haar einde zou kunnen komen. 

Alle hobby’s, studies of baantjes waar Laura van der Haar zich in heeft gegooid lijken een drang naar vrijheid te zijn. Als archeoloog had zij iets gevonden dat het dichtst hierbij in de buurt kwam. “Maar uiteindelijk bleek het gewoon Een Baan.” Ze drinkt automatenkoffie en zit op een afdeling. “Een afdeling dus, waar iedere dag om vijf uur de Windows-afsluittune synchroon uit de speakers schalde, vier tonen die symbool gingen staan voor vrijheid, en als een Windows-tune symbool staat voor vrijheid weet je dat er ergens iets is misgegaan.”

‘Loslopen’ is een erg grappig boek. Ik moest tijdens het lezen regelmatig hardop lachen. Ik verwachtte halverwege dat er een verhaallijn zou opduiken, maar deze bleef uit. Het boek is opgebouwd uit korte paragrafen, die zij, zo vermoed ik, eerder los heeft gepubliceerd. Takkie lijkt zich niet te ontwikkelen. Ze blijft altijd die gekke stuiterbal. Dat is misschien jammer. Laura van der Haar zelf is wel veranderd. De onrust is afgenomen. Met Takkie heeft zij in ieder geval een levensdoel gevonden. Haar enthousiasme en haar hondenliefde werken aanstekelijk. Al die bijnamen en dat getut met Takkie komen wat kinderachtig over. Maar ik beken dat veel van dit gedoe mij heel bekend voorkomt.

Geen opmerkingen: