woensdag 26 juni 2019

Emmanuel Bove – De liefde van Pierre Neuhart


Emmanuel Bove (1898-1945) was van Russisch-Joodse afkomst. Zijn vader kwam uit Kiev, zijn moeder uit Luxemburg. Zij ontmoetten elkaar in Parijs. Emmanuel heette van geboorte Bobovnikoff. Hij debuteerde in 1924 met ‘Mes Amis’ en had meteen succes. Hij schreef daarna een groot aantal, meestal korte romans. In veel van zijn boeken spelen standsverschillen en maatschappelijke mobiliteit een rol. Vertaler Mirjam de Veth verklaart dit in haar uitstekende nawoord uit Bove’s “instabiele jeugd, gekenmerkt door ontworteling en verscheurde loyaliteit”.

Na zijn dood is het snel afgelopen met de zijn populariteit. Zijn boeken worden nauwelijks meer gelezen en niet meer herdrukt. Later wordt hij gelukkig herontdekt. Ook in Nederland verschijnt vanaf de jaren tachtig een reeks vertalingen. Emmanuel Bove heeft hier een kleine, hardnekkige schare liefhebbers. Ik ben er één van.

Het verhaal van ‘Pierre Neuhart’ is kort samen te vatten. Pierre is een zakenman en erg op zichzelf. Hij wordt verliefd op een jong meisje. Zij trekt bij hem in. Hij doet alles voor haar. Zij begrijpen elkaar niet, leven in verschillende werelden. Na een jaar gaat zij bij hem weg en Pierre raakt aan lager wal. 

Natuurlijk is dit verhaal vaker verteld. Bove weet met simpele literaire middelen het levensecht te vertellen. Hij gebruikt zelden metaforen, maar beschrijft gewoon wat er gebeurt. De dialogen zijn eenvoudig.

Het meisje heet Éliane. Zij is zeventien jaar als zij Pierre ontmoet. Zij woont dan bij haar moeder, die haar alles toestaat. Pierre is eind dertig. Hij komt uit een welgesteld milieu. Zijn vader was grootgrondbezitter. Hij gaat in zaken en belandt in Parijs. Pierre is  geen harde werker en ook wat hooghartig. Hij wordt nooit echt succesvol. In de artistieke milieus van Parijs voelt hij zich niet thuis. Sowieso weet hij zich vaak geen houding te geven.

Éliane ziet Pierre als een belangrijk en gefortuneerd zakenman. De eerste keer dat zij zijn armoedige kantoor bezoekt is zij zeer teleurgesteld. Éliane laat van haar kant Pierre niet binnen in het huis van haar moeder. Snel trekt zij bij hem in. Zo hebben beiden een te positief beeld van de sociale achtergrond van de ander.

Pierre is niet meer te redden. Met open ogen stort hij zich in het ongeluk. Je zou hem willen toeschreeuwen om het niet te doen. Hij is aanvankelijk stapelverliefd en heeft geen oog voor het wederzijdse onbegrip. “Wanneer hij zo weer werd ondergedompeld in de nachtelijke intimiteit nadat hij door de stad had gelopen, waar iedereen al uren aan het werk was, had hij het gevoel dat hij een bijzonder leven leidde dat heel goed paste bij zijn voortdurende gevoel de enige man te zijn die gelukkig was. Hij rustte niet voor hij al haar wensen raadde.”

Éliane heeft nogal wat wensen. Zij zeurt continu om cadeautjes en geld voor nieuwe kleren. Vervolgens geeft zij de jurken en snuisterijen aan willekeurig wie weg. De twee hebben dagelijks ruzie. Het maakt Pierre helemaal gek. Zijn zaak heeft er evenzeer onder te lijden. Pierre laat zich na een ruzie steeds vaker de straat op sturen. Zij verdraagt hem niet meer, zegt tegen hem dat hij geen manieren heeft. Pierre hoort het volgzaam aan. Later noemt Pierre haar weer een ‘verrukkelijk wezen’. Dan is hij weer jaloers en zou hij haar het liefst willen opsluiten. Kortom, het is een onmogelijke liefde.

Natuurlijk loopt het verhaal niet goed af. Pierre betrapt Éliane in en café met een ander. Hij is diep beledigd en zet haar de deur uit. Het verhaal maakt dan een sprong in de tijd. Pierre is een paar jaar later alles kwijt: zijn zaak, zijn huis en zijn geliefde. Hij vergokt zijn geld op de paardenbaan en zit zich iedere dag in hetzelfde café te bedrinken. Op een dag ziet hij Éliane, een moment waar hij jaren naar uit heeft gekeken. De ontmoeting wordt een deceptie.

In iets meer dan honderd pagina’s beschrijft Bove schitterend deze onmogelijke liefde. Het boek is prachtig uitgegeven door het onvolprezen Coppens & Frenks. 

Geen opmerkingen: