Patricia is het meest recente boek van de Vlaamse auteur Peter Terrin. Het kreeg alom
lof toegezwaaid. Het is het eerste boek dat ik van hem lees. Ik had hoge
verwachtingen, die niet geheel uitkwamen. Astrid is de hoofdpersoon in het
boek. Zij is een doodgewone moderne vrouw: bijna veertig, drukke baan, één
kind, fijn huis en hardwerkende man. Op een dag gaat het mis. Zij loopt het
huis uit.
De
aanleiding voor haar vlucht is kenmerkend voor haar leven. Zij staat in
verbinding met de buitenwereld en de wereld van haar klanten - zij organiseert
evenementen - via haar telefoon. Bij het in bad doen van haar zoontje valt haar
telefoon in het water. De verbinding is definitief verbroken. Zij laat haar
zoontje achter en stapt in de auto: weg van hier.
Vanaf dat
moment speelt er in haar hoofd een voortdurende strijd af. Zij wil weg - zonder
dat je als lezer precies weet waarom - en zij wil terugkeren naar huis. Zij
bedenkt manieren om dat op een nette manier te doen. Na de eerste paniek rijdt
zij terug. Zij heeft haar kind alleen in bad achtergelaten. Bij aankomst ziet
zij de auto van haar man voor de deur staan en besluit zij niet naar binnen te
gaan.
Voor elke
keer dat zij een beslissing neemt om nog niet naar huis te gaan bedenkt zij een
nieuw verhaal dat zij haar man als verklaring kan geven. Uiteindelijk wil zij
zelfs een totale blackout met geheugenverlies simuleren om maar geloofwaardig
te zijn. De ‘ware reden’ spreekt zij niet uit. De kracht van het boek zit onder
andere in deze ongewisheid.
Patricia is opgedeeld in twee delen. In het eerste deel wordt het spel tussen terugkeren
of wegblijven helemaal uitgespeeld, soms wat al te langdurig. Zij gaat een
relatie aan met een jonge man en hangt de beest uit. Onderwijl bespiedt zij
haar huis op afstand en fantaseert dat haar man een andere vrouw heeft. De
gebeurtenissen worden steeds ongeloofwaardiger; dat is jammer.
In het
tweede deel is haar leven weer min of meer gewoon. Ik zal hier verder niks over
zeggen, want het spanningselement is essentieel voor het lezen van het boek.
Hoe vreemd de gebeurtenissen soms zijn die haar overkomen, in de buitenwereld
blijft alles gewoon.
Terrin geeft
bijna nergens in het boek een plaatsnaam of een tijdsaanduiding. Het verhaal
speelt vermoedelijk in Vlaanderen in een grote stad en deels aan de kust. Dat
is alles wat hij prijsgeeft. Het lijkt in de nabije toekomst te spelen. Er komt
een bericht voorbij over een terroristische aanslag in Amsterdam: een
opmerkelijk detail dat ik niet helemaal kan plaatsen in het verhaal.
Consequent
is dat het verhaal geheel vanuit de vrouw is geschreven. Interessant is dat het
boek draait om identiteit. Terrin goochelt op een bijzondere manier met dit
vaste vertelperspectief. Je vraagt je steeds af hoe betrouwbaar haar
waarnemingen en gedachten zijn. Mooi is dat zij zelf hier ook aan begint te
twijfelen.
Het is
lastig meer over het boek te vertellen zonder iets van de spanning prijs te
geven. De schrijfstijl van Peter Terrin is helder en precies. De spanning die
hij opbouwt schuurt. Je kunt er de vinger niet helemaal opleggen. Dat doet hij
knap. Dat je met veel vragen blijft zitten is onderdeel van de spanning.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten