woensdag 23 januari 2019

A. F. Th. Van der Heijden - Mooi doodliggen

A. F. Th. Van der Heijden is op zijn best als hij de ruimte neemt met breed uitgesponnen verhalen, zoals in de cyclus ‘De tandeloze tijd’ of in het recente ‘Kwaadschiks’. Het draait in zijn romans vaak om een drama waarbij niemand precies de waarheid achter kent. Hij speelt met nepnieuws en misinterpretaties. Het onderwerp in zijn nieuwste roman ‘Mooi doodliggen’ past daarom uitstekend bij hem: de ramp met de MH17 en de gefingeerde dood van een Russisch journalist.


Van der Heijden speelt een boeiend spel met deze gebeurtenissen uit de werkelijkheid. Het neergestorte vliegtuig heet in zijn boek MX17. Grigori Moerasjko is onderzoeksjournalist in Rusland. Hij is veelvuldig in botsing gekomen met het regime, waar president Tsaar aan het hoofd staat. Daarom woont hij in Oekraïne. Hier laat de geheime dienst van dat land hem weten dat er een aanslag op hem wordt voorbereid. De dienst wil de daders in de val laten lopen door een schijnaanslag op te zetten. Grigori deelt deze kennis niet met zijn vrouw Yulia, de liefde van zijn leven. Yulia is kapot van de dood van haar man. Wanneer zij niet veel later haar man ziet ‘opstaan uit de dood’, nota bene bij de persconferentie over de dodelijke aanslag, is zij totaal verbijsterd.

Hun relatie is ten einde en andere journalisten keren zich af van hem. Hij is een paria geworden: “ik, de ontmaskeraar van Russische leugens inzake MX17, had zojuist samengespannen met de geheime dienst die zo’n ontmaskering juist tegenwerkte. Ik zat in het kamp van de vijand van de Waarheid. In een aanval van claustrofobie had ik mijn eigen ruiten ingegooid."

Met dit uitgangspunt kan Van der Heijden zich volledig uitleven in zaken als nepnieuws, dubbele moraal, afluisterpraktijken en spionage. Hij kiest ervoor de roman grotendeels op te hangen aan het liefdesverhaal van Grigori en Yulia. Het is een mooi verhaal over een verbroken belofte van eerlijkheid en over leven in extra tijd. Van der Heijden verwijst naar Griekse tragedies en Shakespeareaanse drama’s. Hij  bewandelt daarnaast vele zijpaden, zoals dat van Grigori’s vader, die in een strafkamp zit. Als tegenpool fungeert de Nederlandse journalist Natan Haandrikman. In de proloog en de epiloog is hij aan het woord. Dit extra perspectief geeft meer diepgang aan het verhaal.


Toch vind ik de uitwerking te weinig van wat ik gewend ben van de Van der Heijden uit zijn dikke boeken. Het verhaal is mij iets te gepolijst en te eendimensionaal. Juist de dubbelzinnigheden in zijn verhalen spreken mij aan. Het startpunt biedt hem volop mogelijkheden, waar hij te weinig gebruik van maakt. Dat neemt niet weg dat het boek zeer spannende passages kent, zoals Grigori’s opduiken bij de persconferentie en zijn aanwezigheid, later in het boek, bij het Haagse strafhof. En ik begrijp dat ‘Mooi doodliggen’ een begin is van een nieuwe cyclus. Het kan dus allemaal nog goed komen. We moeten dit boek maar als een voorafje beschouwen.

Geen opmerkingen: