De boeken
van Hendrik Groen over zijn belevenissen in een Amsterdams verzorgingshuis zijn
erg populair, zeker nadat er een televisieserie van is gemaakt. Ik las de
boeken met plezier en verwachtte bij ‘Leven en laten leven’ een vervolg op de
eerdere delen. Het bleek een geheel ander boek.
De
hoofdpersoon in ‘Leven en laten leven’ is Arthur Ophof. Hij is de vijftig
gepasseerd, getrouwd met Afra en kinderloos. Hun huwelijk is op sterven na
dood. Arthur woont in Purmerend en werkt in Breukelen voor een groothandel in
wc-papier. De auteur heeft zijn personage zo lullig mogelijk neergezet. De
clichés over het staan in de file, het seksloze huwelijk en het saaie kantoor
liggen er wat te dik bovenop. Het is allemaal weinig verrassend en de
beschrijvingen hebben zelfs te weinig humor voor een glimlach.
Arthur
heeft drie vrienden, waarmee hij iedere week golf speelt. Dit is zijn
uitlaatklep, de enige die hij heeft.
Wanneer hij denkt aan zijn pensioen, de jaren dat hij nog moet werken en
zijn inhoudsloze leven in het algemeen weet hij het: “Er moet iets gebeuren.” Hij wil
zijn leven omgooien en heeft hiervoor een plan bedacht. Twee van zijn (lichtelijk
foute) vrienden betrekt hij hierin. De rest van het verhaal draait om de
uitwerking van het plan: de voorbereidingen en vooral de voorpret. Arthur is zo
enthousiast dat hij zich zelfs aardiger dan
anders voordoet tegenover zijn vrouw.
Leuk is dat
je telkens verwacht dat het fout zal gaan. En dat gebeurt misschien ook wel. Ik
zal er verder niets over schrijven, dan gaat de lol van het lezen er voor u af.
Er zit zeker een lichte spanning in het verhaal, hoewel Arthur een kleurloos
type blijft. ‘Leven en laten leven’ heeft iets weg van een boek van Herman
Koch, maar dan wat minder cynisch en troosteloos. Een prima boek voor een
strandvakantie of een lange treinreis.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten