De
verhalenbundel Het ontbijtbuffet zag ik in verschillende lijstjes staan als
vakantieleestip. Wel waarschuwde iemand dat het geen ontspannend vakantieboek
is. In één van de verhalen raakt een vader zijn dochter kwijt bij een druk
dorpsfeest. De paniek is groot. Hans Maarten van den Brink schreef eerder
reisverhalen en was buitenlandcorrespondent. De verhalen in Het ontbijtbuffet spelen in het buitenland. Het is niet altijd vakantie.
De
hoofdpersoon in de bundel is meestal een man in de kracht van zijn leven, met
vrouw en/of kinderen. Vanaf de eerste zinnen is duidelijk dat hij niet gelukkig
is. Een gezin is op vakantie in een Frans dorpje. “Ze slapen slecht, die eerste
nacht. Het is te warm. Het was te ver. Zelfs wanneer de kinderen eindelijk stil
zijn, durven ze elkaar niet aan te kijken. Hoe moet het de komende drie weken.”
De gedachten van man gaan deze vakantie vooral uit naar het meisje van de
plaatselijke patisserie. Hij droomt over een grote verandering in zijn leven.
De verhalen
hebben een patroon. Zij gaan over verstoorde relaties. De hoofdpersoon maakt
iets mee, ver van huis, en een onderliggende conflict komt hierdoor naar boven.
Opvallend is dit niet leidt tot het nemen van een beslissende stap. Een stel
bezoekt een zeer exclusief restaurant in het buitenland. Een taxichauffeur
rijdt hen erheen, vervaarlijk dicht langs een afgrond naast de weg. Tijdens de enorme
reeks gerechtjes wordt er weinig gezegd. De vrouw wil na afloop meteen weg.
Onderweg moet zij braken.
Het niet
benoemen van het conflict speelt in meer verhalen. In een vakantieresort is
alles perfect in orde. Er is overvloed en de kinderen genieten. Er vliegt een
blusvliegtuig over het complex. Later wordt de gasten gevraagd het terrein niet
te verlaten. Er ontstaat enige onrust, vooral als de tekorten zichtbaar worden.
Mooi is dat Den Brink veel open laat. De lezer begrijpt wat er aan de hand is.
Er dreigt van alles mis te gaan, maar de auteur benoemt het niet. De laatste
alinea begint met “Straks is alles weer gewoon” en vervolgt met de verwachting
dat het buffet snel weer de meest uiteenlopende vlezen en vissen zal bevatten.
Het open
einde van veel verhalen, met de boodschap ‘alles wordt weer normaal, of toch
net niet’, ging mij halverwege de bundel wat tegenstaan. De mannelijke
hoofdpersoon is meestal een slapjanus, iemand die geen beslissingen neemt. Hij
verlangt wel naar een ander leven, of heeft spijt van beslissingen uit het
verleden. Een echte confrontatie blijft uit. Gelukkig
hanteert Den Brink in een aantal verhalen een wat afwijkend patroon. Hij brengt absurde elementen in of hij laat een stel zien dat logerend in andermans huis, lak
heeft aan de eigendommen van de bewoners. Wijnflessen trekken zij zonder pardon
open. Zij worden betrapt maar voelen geen schuld. De kinderen kijken later
terug op hun ouders, enigszins beschaamd.
Het beste
verhaal vond ik ‘The awkward affair’. Een alleenstaande bescheiden man wordt
door zijn zus in contact gebracht met een mogelijke partner, een succesvolle
Amerikaan. In Londen ontmoette de twee elkaar. Het contact verloopt de hele
week moeizaam. Je vraagt je af waarom. Het verhaal kent een voortdurende lichte
spanning. Mooi is dat je niet precies de vinger kunt leggen op wat er aan de
hand is. Je leest alleen het perspectief van de Nederlander. Wat de charmante
en correcte Amerikaan denkt, daar kom je niet achter.
Het
ontbijtbuffer is zeker geen ontspannen vakantielectuur. Een paar verhalen zijn
sterk, maar veel verhalen kennen eenzelfde patroon. Dat ging mij wat vervelen. Het
laatste verhaal, over pech in het buitenland, waardoor een gezin een nacht moet
overnachten in een pension is een beetje flauw. Ik had het in diverse varianten
al eerder gehoord of gelezen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten