‘Materiaalmoeheid’
is het tweede boek van Marek Šindelka dat is vertaald in het Nederlands. In
Tsjechië is hij een van de toonaangevende jonge schrijvers. Materiaalmoeheid is
het verschijnsel dat materiaal onder een zeer lang aangehouden wisselende
belasting op een gegeven moment bezwijkt. De hoofdpersonen uit het boek zijn
twee jonge broers die op de vlucht voor oorlog naar Europa zijn getrokken. De
ene jongen heet Amir, de ander wordt ‘de jongen’ genoemd.
Šindelka
vertelt het verhaal vanuit verschillende tijden en perspectieven. Het boek
begint bij de ontsnapping van de jongen uit een vluchtelingenopvang. Hij
dreigde daar na maandenlange opsluiting totaal te verstikken. Bovendien, hij
moet op zoek naar zijn broer, die ergens in het Noorden moet zijn. Šindelka
beschrijft de eindeloze tocht van de jongen. Steeds moet hij verder. Hij wordt
opgejaagd, heeft honger en weet niet eens waarheen hij loopt. En overal loopt
hij op tegen obstakels. Europa bestaat vooral uit hekken. Tijdens de tocht
krijgen we in stukken zijn verhaal van zijn geboorteland in oorlog en van zijn
vlucht naar Europa te lezen. Samen met zijn broer en anderen zaten zij in
piepkleine ruimtes in auto’s verstopt. Andere hoofstukken gaan over de tocht
van Amir.
De
schrijver gebruikt geen plaatsbepaling en noemt ook geen jaar waarin het
verhaal zich afspeelt. Tijdens het vluchten zoomt hij in op elke beweging van
de jongen. Hij benoemt alles heel exact. De jongen leeft steeds op het randje
van wat hij aan kan. Hij heeft het koud en gaat op zoek naar eten. Hij weet bijvoorbeeld
met veel moeite een vis te vangen, die later oneetbaar blijkt. Of hij vindt een
verlaten huisje. Hij weet binnen te komen en wat kleding te bemachtigen. Maar
dan moet hij weer verder. Je denkt telkens dat het niet erger kan worden, maar
dan is er weer een hindernis: het gaat sneeuwen, hij raakt een schoen kwijt of
hij wordt door de lokale bevolking opgedreven.
Šindelka
beschrijft geen asielaanvraagprocedures en legt geen dingen uit. Hij stelt ook geen
directe politieke vragen. Wel laat hij – soms heel terloops – de gevolgen zien
van het vluchtelingenbeleid in Europa. Amir reist een stuk met de trein naar
een plek waar veel vluchtelingen zijn. Hij ziet een man met pleisters om al
zijn vingers. Hij weet dat het duidt op het zich ontdoen van vingerafdrukken.
Hij stelt zich voor hoe de man een scheermesje hanteerde of hoe hij zijn
vingers in accuzuur doopte.
Amir trekt
op met een magere jongen die hij de Palestijn noemt. ’s Nachts worden zij
mishandeld door een groep jongeren, bijna kinderen. Pijnlijk beeldend
beschrijft Šindelka de vernederingen en de angst. De jongens slaan en schoppen
de Palestijn. Ze hebben er plezier in. Ze pissen over hem heen en dwingen hem
te bidden. Hij is niet eens een moslim.
Op een
zwerver na staan alle bewoners vijandig tegenover de vluchtelingen. ‘De jongen’
ontmoet een vrouw. Eerst kan hij niet inschatten wat zij bedoelt. Begroet zij
hem? “Opeens sperde zij haar ogen open, deed ze onwillekeurig een pas
achteruit, nog steeds met de mok en de sigaret in haar handen, maar ze was
beide vergeten. Verdwaalde sneeuwvlokjes landden op haar haar en smolten. De
jongen begreep dat de vrouw bang was. Ze was bang voor hem. Hij probeerde opnieuw te glimlachen, haalde lichtjes zijn schouders op en schudde zijn hoofd.
Maar het hielp niet. De werkelijkheid tussen hen was plotseling bedorven. De
vrouw zag in hem, in die hele situatie, een concrete, volkomen reële dreiging.”
‘Materiaalmoeheid’
is een uiterst spannend boek. Niet zozeer vanwege een plot of omdat je wilt
weten hoe het afloopt, maar puur om de intense manier waarop Marek Šindelka
schrijft. Hij neemt je helemaal mee in de stress en de gespannenheid van de
vluchteling. Er is geen moment rust voor de twee broers. Ook in het proza van Šindelka
is geen moment rust.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten