In 2011 won
Lieke Marsman de C. Buddingh-prijs voor haar poëziedebuut ‘Wat ik mijzelf graag
voorhoud’. Vorig jaar verscheen van haar ‘Het tegenovergestelde van een mens’.
Het boek is een roman, maar bevat ook essays en poëzie. Zij oogstte er veel
succes mee. Wat het publiek toen niet wist was dat zij in die tijd al erg ziek
was. Jarenlang was zij moe en had zij pijn. Artsen wisten niet wat de oorzaak
was. Na een MRI-scan bleek het een kwaadaardige tumor in haar bovenrug te zijn.
In ‘De
volgende scan duurt vijf minuten’ doet Marsman verslag van haar ziekte en van de
gevolgen die deze heeft gehad op haar dagelijkse leven. Naast een prozaverslag
bevat het boekje een paar prachtige gedichten. Het prozadeel begint zo: “Ik had
mezelf al helemaal in het narratief van de overspannen twintiger geplaatst.
Succesvolle carrière, bewogen sociaal leven, ambitieus – zijn dat tegenwoordig
niet de indicaties voor een burn-out.”
Zij doet fysiotherapie en volgt de goede adviezen op om RSI in haar
schouder te bestrijden. De volgende diagnose luidt: een spierziekte. Later
wordt zij doorverwezen naar een neuroloog die een MRI-scan voorstelt.
De
wachttijd voor de scan is twee maanden. Haar vriendin Simone zorgt ervoor dat
de scan eerder kan plaatsvinden. De pijn is haast ondraaglijk. De diagnose is
slecht. De tumor is groot en kwaadaardig. Er is haast geboden. De operatie,
anderhalve week later, verloopt goed. Het herstelproces kan daarna beginnen,
lichamelijk en vooral geestelijk. Voordat zij goed kon beseften dat zij kanker
had was de tumor al verwijderd. Met het besef komt de angst voor de dood en het
gevoel van eenzaamheid. “Een eenzaamheid die ik als ondraaglijk heb ervaren,
maar die wel redelijk gemakkelijk af te schudden was door het beoefenen van
maatschappijkritiek.”
Klaas
Dijkhoff lanceerde een plan om de bijstand te verlagen, met als onnavolgbare
redenering dat mensen in de bijstand pech hebben en daarom een extra schop
moeten krijgen om weer op eigen benen te gaan staan. Marsman analyseert het
begrip pech, maar legt ook haar eigen situatie uit. Net genezen van kanker,
doodmoe en niet in staat om te werken. Zij heeft dus geen inkomen als
zelfstandige en heeft geen recht op bijstand, voordat zij haar zaak opheft en
haar pensioen opeet. Trappen in de hondenpoep is pech hebben, maar de redenen
waarom mensen in de bijstand komen niet; net zomin als kanker krijgen pech
genoemd kan worden.
Juist de
combinatie tussen het persoonlijke verhaal en de maatschappijkritiek maken ‘De
volgende scan duurt vijf minuten’ een verhaal dat sterk ontroert. Tot slot een
gedicht van Lieke Marsman.
We verdampen
Het zijn rare tijden, jaargetijden
veranderen en vermijden een
confrontatie
met vakantie.
Je pruttelt wat mee met lichamen
die druipen, ijlen, kwijlen,
schijten.
Een koor in mineur, dat zachtjes
brult:
Je lijf is ziek, maar je wordt
beter, het zal slijten.
Je zult stiller in het gras liggen
en slanker,
uitgemergeld chic bezoek ontvangen.
Maar kanker
heeft geen kalender, dus heb geduld.
We verdampen tot we condenseren
en ook rampen zijn gemaakt van
feiten.
Je hoeft ze er alleen maar uit te
destilleren:
Je wordt
beter. Het zal slijten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten