‘Dagen van
gras’, werd mij minstens een jaar geleden al aangeraden om te lezen. Dit schoot
mij te binnen toen ik Phliip Huff onlangs op televisie zag bij ‘De slimste mens’.
Het boek is zijn romandebuut uit 2009. Hij vertelt erin het verhaal van een
jongen die in een psychose raakt.
De kracht
van het boek zit in de vertelwijze: door de ogen van de achttienjarige jongen
Ben van Deventer. Hij zit nu in een steunwoning voor adolescenten Chronologisch
vertelt hij over zijn jeugd op het platteland. Hij groeit op in een gezin waar
de vader veel buiten de deur is – later verhuist hij zelfs naar Engeland – en
de moeder vaak op bed ligt en te ziek is om eruit te komen.
Op de
eerste pagina wordt het drama van zijn leven benoemd. “Ik had een tweelingbroer
die David heette. Maar David overleed drie dagen na zijn geboorte.” Op deze
pagina zegt hij al veel meer over zichzelf. Het ziekenhuis waar hij ter wereld
kwam is afgebroken en twee scholen waar hij op heeft gezeten bestaan evenmin
meer. De boodschap is duidelijk. Ben heeft alles in zijn leven verloren.
In zijn
jeugd kende Ben veel vrijheid. Het gezin woonde afgelegen. Alleen de
grootouders woonden op hetzelfde landgoed. Bij afwezigheid van zijn ouders zit
hij veel bij zijn opa. Zij hebben een
speciale band met elkaar.
Centraal in
zijn verhaal staat zijn jeugdvriend Tom. Samen ontdekken zij oude popmuziek,
met name door de collectie van zijn vader. The Beatles is hun favoriete band.
Er staan mooie stukken in het boek over George Harrison, Bert Jansch, Crosby,
Stills, Nash & Young en anderen. Vooral de liefde voor muziek en voor
gitaarspelen worden goed beschreven. “Soms had ik helemaal geen zin om naar
mijn vader te luisteren. Dan koos ik zelf een plaat uit, op de voorkant dus, of
op titel. Mensen die denken dat die dingen niets met muziek te maken hebben,
die begrijpen niets van rockmuziek.” Zo ontdekt hij Déjà vu.
Eigenlijk
beschrijft Ben, onlangs het weinige contact met zijn ouders, een vrije en
spannende jeugd. Door zijn vriend Tom begint hij met blowen, later gebruiken
zij samen paddo’s. Hier zou de oorsprong van zijn psychose liggen, maar hij had
al eerder last van stemmen in zijn hoofd. En de familieomstandigheden zijn ook
zeker niet optimaal.
Op en
gegeven moment slaat Ben door. Na een dramatische gebeurtenis wordt hij
opgenomen in een kliniek. Hier voegt Huff een spannend element toe. Omdat je
het verhaal uitsluitend vanuit Ben hoort, ben je er niet van bewust dat je
bepaalde dingen niet weet. De mensen om hem heen vertellen hem niet alles.
Heel mooi
beschrijft Huff de geestelijke toestand waarin Ben daarna verkeert en hoe de
logica in het denken van Ben zoek is. Hij vergelijkt zijn denken met een
hogedrukketel en een voortsnellende trein. “Wanneer je ’s ochtends opstaat en
gaat ontbijten is een groene banaan niet langer een onrijpe banaan die je nog
niet moet eten: nee, het is een rijpe banaan. Juist een rijpe banaan. Want
groen betekent: gaan. En een rode appel die in dezelfde vruchtenmand zit en die
wel rijp is, die eet je niet. Want rood betekent: stoppen. Een rode appel is
waarschijnlijk vergiftigd. Net zoals de appel in Sneeuwwitje en de zeven
dwergen. Alleen groen is goed.”
‘Dagen van
gras’ is een mooi debuut. Sterk is de uitwerking van de jeugdvriendschap en hun
gezamenlijke liefde voor muziek. De vader vond ik sterk neergezet. De moeder
bleef wat flets, maar dat is ook haar karakter. Philip Huff beschrijft Bens
levensverhaal op een wat puberale toon, maar dat past goed bij de leeftijd van
de verteller Ben.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten