Gisteren
(14 oktober) ontving de Groningse Lilian Zielstra de Frans Vogel Poëzieprijs.
Het was voor het eerst dat deze tweejaarlijkse prijs voor jonge
Nederlandstalige dichters werd uitgereikt. De prijs “dient om jonge dichters te
stimuleren die schrijven binnen de geest – in de ruime zin des woords – van het
dichterschap van Frans Vogel.”
Voorafgaand
aan de prijsuitreiking vond de presentatie plaats van dit prachtig uitgegeven
poëzieboek van Frans Vogel. De Rotterdamse straatdichter en provocateur
overleed ruim anderhalf jaar geleden op tachtigjarige leeftijd. Deze uitgave
met zijn drie dichtbundels en een aantal verspreide gedichten bewijst dat Frans
Vogel niet is vergeten.
Tijdens de
boekpresentatie met veel oude vrienden van Frans Vogel klonken er heel wat
anekdotes. Legendarisch zijn de ruwe kreten als hem iets niet beviel. Bij
voorkeur hield hij er van zich te laten horen tijdens officiële gelegenheden.
Met de woorden ‘kut’ of ‘neuken’ kreeg hij al mensen op de kast.
Het verhaal
waarin Frans Vogel eens een vrouw had versierd die bij nadere inspectie geen
schaamdeel bezat, werd opgerakeld. Bijzonder verhaal en helemaal echt gebeurd.
Maar naast de sterke verhalen, staat de poëzie van Frans Vogel.
Zijn eerste
publicatie is uit 1979: ‘u allen de ballen!’ Het is een wonderlijk boek, met
collages, foto’s, brieven, verhalen en rare advertenties. Het laat meteen zien
dat Frans Vogel naast dichter ook kunstenaar en grappenmaker was. Hij maakte
net als Vaandrager ready-mades. Hij pakte iets uit de ‘werkelijke wereld’ en
gaf er en bijzondere draai aan. Hij kon het met beeld en deed het in woord.
In zijn
volgende boeken was altijd ruimte voor poëzie, maar pas in 1996 verscheen zijn
eerste bundel met louter gedichten: ‘Te gek moment & andere gedichten’. Dit
is de eerste van de drie opgenomen bundels. In 2000 verscheen ‘Het
onaandoenlijk hart’, in 2008 ‘Gelukkig maar’.
Bekend zijn
de woordgrappen van Frans Vogel. Gedichten met titels als ‘Sportverdwazing
schaakmaf’ ‘Crosspondentie’. Het klinkt flauw, maar achter de woordgrappen zitten
rake zinnen, grof of juist gevoelig. Zijn gedichten overlezend spreken de meer
serieuze gedichten mij het meeste aan. ‘De beeldhouwer’ eindigt met: “ In
materiaal rotshard en kil / prijkt hier dit wicht, door hem uit vormwil /
neergezet; gemaakt met hart en ziel”.
Mooi is het
gedicht ‘Zomaar een doordeweekse dag’, een fragment: “Dan komt de avond. Men
keert weer thuis; / registreert lief & leed op de buis; / legt zich te bed:
het moede hoofd vaag // nog bij de dag. Nachtelijk gespuis / schuimt nu de straat: het is niet pluis. / Vandaag
was ‘t de hele dag vandaag.”
Zijn werk
is divers. ‘De voorhuid van Jezus’ is grof en humoristisch, Voor gestorven
vrienden schreef hij met veel gevoel: ”Lang. Broodmager. Zoals Bonestaak.” Het
gedicht ‘Puntdicht’ is kort en krachtig: “Hetzij in romein dan wel in cursief / de punt blijft zichzelf:
steeds rond en massief.”
‘Van de
straat – en of!’ bevat naast zijn gedichten, een bibliografie, citaten van
anderen over Frans Vogel en een korte biografie door Erik Brus. Voorop staat
natuurlijk zijn poëzie, die met dit boek voor iedereen weer bereikbaar is
geworden. Hopelijk ontdekken nieuwe lezers hiermee zijn werk. Mede door de strakke
vormgeving van Studio Kers is het boek een schitterend eerbetoon aan Frans
Vogel geworden. Tot slot natuurlijk nog één gedicht van Frans Vogel:
Sendero Luminoso
De boel is
geëffend.
De weg is
gebaand.
De blubber
doeltreffend
verdonkeremaand.
Hier ligt
nu van leisteen
(aan
weerszij gevat
tussen
grasbanen heen)
het
kaarsrechte pad:
de loper
kan uit,
het
feestlicht kan aan.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten