zondag 22 oktober 2017

Georges Perec – De duistere winkel

Elk nieuw boek van de Franse schrijver Georges Perec is een verrassing. ‘De duistere winkel’ is het derde boek van hem dat is vertaald en uitgebracht in de reeks privé-domein. Eerder verschenen ‘W of de jeugdherinnering’ en het boek met de mooiste titel voor een autobiografie ‘Ik ben geboren’. ‘De duistere winkel’ bevat de weergave van 124 dromen die Perec noteerde in de periode 1968-1972.


In wakende toestand schrijft Perec al een vreemd proza. Ik had verwacht dat zijn droomwereld helemaal hysterisch zou zijn. Dat valt nog mee. Hij noteert heel precies wat hij zich kan herinneren van een droom, maar het lijkt wel of hij tijdens het dromen blijft observeren en zich dingen blijft afvragen. Droom 67 heeft als titel ‘De gestolen brief’

“Ik denk dat ik wakker ben geworden. Er zijn een hoop dienstmeisjes in mijn slaapkamer. Maar is het wel mijn slaapkamer?
Ik ben vlak bij een waterpoel. Om hem over te steken neem ik een loopbrug, die in een hangbrug over de Seine verandert. Halverwege zie ik het jaartal 1953.
Iemand heeft  de brief die ik in mijn zak zat gestolen.
Ik houd een hardloopwedstrijd met een zwarte vrouw.”

Natuurlijk weet je niet wat hij bij de reconstructie van een droom heeft toegevoegd of weggelaten. Bij dromen die je zelf beleefd weet je ook nauwelijks meer wat je verandert bij het terugdenken eraan wanneer je wakker wordt. Het doet er niet zoveel toe. Wat Perec werkelijk gedroomd heeft is minder belangrijk dan wat hij heeft opgeschreven. Sowieso is het lezen van zijn werk goed voor mensen die zich druk maken over de overbodige vraag of iets werkelijk is gebeurd. Alles kan verzonnen zijn, alles kan letterlijk beleefd zijn.

Veel dromen van Perec spelen zich af in een huis waar hij rondloopt en soms ontdekkingen doet, zoals het vinden van een extra kamer, iets wat ikzelf weleens droom. Dit gebeurt bijvoorbeeld in droom 15. “Achter de keuken bevindt zich een grote badkamer met een trapeziumvormig bad. Dan een gang en helemaal aan het eind een enigszins  vermolmde houten deur. Zo kom ik voor het eerst van mijn leven tot de ontdekking dat mijn appartement twee deuren heeft; dat vermoedde ik al een beetje, maar ik krijg er (eindelijk?) het tastbare bewijs van.“

Zijn interesse is huizen en kamers, maar ook opsommingen en ordeningen zie je later terug in zijn meesterwerk ‘Het leven een gebruiksaanwijzing’, waarin een huis de hoofdpersoon is, de appartementen uitvoerig worden beschreven en wat leidt tot een grote hoeveelheid elkaar overlappende verhalen.

Die wirwar van verhalen lees je in zijn dromen terug. Een verhaal kan alle kanten op gaan. Leuk is dat een bizar uitgangspunt verder in een verhaal als een vanzelfsprekendheid wordt gezien. Dit procedé pasten absurdisten als Gogol ook toe. Droom 77 heet ’De handelsreiziger’.

“Ik heb mijn vrouw vermoord en haar in heel grove stukken gesneden, die ik in papier heb verpakt, waar ik in de haast een touwtje omheen heb geknopt. Het zit allemaal in een nog vrij makkelijk te hanteren doos. Mijn enige kans is dat ze er wijn of sterkedrank van maken. Ik ga naar de distilleerderij.” Het lijkt allemaal goed te gaan. Het ‘lekkere vlees’ wordt van een label voorzien. Het loopt toch slecht af, want zijn naam is niet in het kaartsysteem gevonden.

Achtervolgingsdromen heeft Perec regelmatig. In droom 84 rijdt hij met de dochter van de cipier in een auto een helling af, bijna verticaal naar beneden. Hij ziet een auto, “die we herkennen als die van Harry M. (maar er zit ook niemand in de auto).” Later gaan zij op zoek naar Harry M. maar vinden hem niet.


In het register van ‘De duistere winkel’ wordt geen opheldering gegeven over deze Harry M. Maar de onvindbare Harry M. uit de droom van Perec kan natuurlijk maar één iemand zijn.

Geen opmerkingen: