‘Gij nu’ is
het derde boek van Griet op den Beeck. Het is haar eerste verhalenbundel. In
haar twee romans speelt menselijk leed binnen het gezin een prominente rol. Zij
weet langzaam de lezer in de belevingswereld van een slachtoffer te trekken.
Gij nu’
bestaat uit vijftien verhalen waarin telkens in kort bestek een andere vorm van
ellende de lezer wordt voorgeschoteld. Het is teveel. Voordat ik mij in een
situatie kan verplaatsen is het verhaal uit en dient in het volgende
slachtoffer zich aan: kind in asielzoekerscentrum, moeder met zwaar
gehandicapt kind, kind in de jeugdopvang die verlangt naar zijn moeder die niet
komt opdagen, enzovoorts.
Gelukkig
valt er hier en daar wat te lachen, zoals in het verhaal waarin een vrouw na
een lange zoektocht de ware denkt gevonden te hebben. Tijdens een sjiek etentje
moet zij naar het toilet. Zij treft er iets ongelooflijks aan in de pot, wil
niet dat men denkt dat het van haar afkomstig is en verstopt het in haar tas.
Een hilarisch verhaal dat natuurlijk in mineur moet eindigen.
Alle
verhalen hebben een strakke opbouw en er is veel gelijkheid in thematiek tussen
de verhalen. Het geheel vormt bijna een roman. De hoofdpersoon is eenzaam, er
gebeurt iets in zijn of haar leven wat hoop geeft, maar uiteindelijk blijft de
hoofdpersoon eenzaam achter. Daarbij is er altijd een dode te betreuren.
Het laatste
verhaal is heel kenmerkend. Een eenzame vrouw heeft vroeger de liefde van haar
leven misgelopen. De dag dat deze man besloot naar haar toe te komen,
verongelukte hij bij een verkeersongeval. Nu krijgt de vrouw mysterieuze foto’s
in de brievenbus van een oude vriend. Er gloeit een lichtpuntje hoop in haar
lege bestaan. De man belt aan het einde van het verhaal bij haar aan. Zij
treuzelt en twijfelt en ziet nog net de man om de hoek van de straat
verdwijnen, weer helemaal alleen. Griet op den Beeck beschrijft deze scene met
overdreven dramatiek. Mij lukte het niet me te verplaatsen in dit slachtoffer.
Beter is
het verhaal waarbij een vrouw wegloopt van huis, weg van haar autoritaire man.
Zij kan nergens heen, maar herinnert zich een oud-collega die goed voor haar
was. Zij gaat naar haar huis, maar zij woont er niet meer. De vrouw die er wel
woont ontfermt zich over haar. Hoe het verder gaat weet de lezer niet,
misschien loopt het wel goed af.
Ook goed is
het verhaal van een dikke man in een vliegtuig. Hij zit naast een knappe jonge
vrouw. Het perspectief in het verhaal wisselt tussen de twee, zoals Griet op de
Beeck dat vaker doet in deze verhalen. Eerst lezen we wat de jonge vrouw denkt.
Zij is haar baan en haar vriend in Amerika kwijt en gaat terug naar België. Ze
walgt van de man die naast haar zit.
De dikke
man is eenzaam, keert terug naar zijn huis na een bezoek aan zijn zus. Zijn
moeder is dement, hij heeft verder niemand. Dan is er paniek, het vliegtuig
dreigt neer te storten. De passagiers vrezen voor hun leven, maar het komt
goed. De twee mensen, naast elkaar gezeten tijdens deze gebeurtenis, komen
dichter tot elkaar.
Al met al
bevat ‘Gij nu’ een paar sterke verhalen, maar het geheel vond ik gewoon teveel:
te veel miserie, te veel drama en te weinig ruimte om je in te leven in de
personages.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten