Het verhaal
is gesitueerd op drie plaatsen: Amsterdam, Hoogeveen en een veenkolonie iets
buiten Hoogeveen. Hier graaft het armste deel van de bevolking het veen af.
Het grootste
deel van het verhaal speelt zich af in enkele jaren vanaf het jaar 1888. Alleen
de proloog is iets eerder in de tijd geplaatst. Een familie vestigt zich op het
veen. De openingszinnen van het boek luiden: “Waar wij vandaan kwamen, daar was
het graven nat. Dan voeren wij uit, beugelen uit de bok, dan vol terug, het
veen tot turf te drogen zetten. Maar omdat iedereen dat deed, werd het water
steeds dieper, het werk zwaarder; vader kreeg de beugel al bijna niet meer
binnen. De buren begonnen weg te trekken, bij ons was het mijn opa die het
eerste zei: Hier voor ons is geen blijven meer.”
De vader
heet Bennemin, de zoon Klein Pet. Midden in de nacht komen zij aan. De traditie
wil dat zij er mogen wonen als zij binnen een nacht een huis weten te bouwen en er rook uit de schoorsteen komt. Het
land waar zij aankomen wordt Elim genoemd, een verwijzing naar de bijbel, waar
dit een oase in de woestijn is. Elim verwijst ook naar vruchtbaarheid, een
thema dat in de familie een grote rol gaat spelen.
In Hoogeveen
woont apotheker Anijs. Hij is rond de zestig en beweegt zich actief in het
maatschappelijke leven van Hoogenveen: voorzitter van verenigingen en
organisator van evenementen. Anijs is getrouwd met Martha. Zij zijn tot groot
verdriet van zijn vrouw kinderloos gebleven.
Anijs
behoort niet tot de notabelen in het dorp. De burgemeester en vooral de arts
Amshoff kijken wat op hem neer. Hij bezit geen academische graad. Dat was in
zijn tijd nog niet nodig. Een nieuwe gevestigde jonge apotheker heeft deze wel.
Zij naam is Halink. Anijs is aardig voor vooral de arme mensen op het veen. Hij
stelt de mensen gerust, schrijft recepten uit en stelt diagnosen. Dit laatste
tot woede van Amshoff.
In
Amsterdam woont zijn neef Vedder. Hij is ongeveer even oud als Anijs. Vedder is
vioolbouwer. Zijn huis staat op een centrale plek in Amsterdam. Vroeger keek
hij uit over het IJ. Nu wordt hier het
nieuwe centraal station gebouwd. Waar hij woont wil een investeerder een
luxehotel bouwen: Victoria. Maar eerst moeten de bewoners van enkele huizen
uitgekocht worden.
In
‘Publieke werken’ schakelt het verhaal tussen de twee neven. Beiden hebben
idealen en beide neven botsen met de autoriteiten. Het eigenhandig optreden van
Anijs krijgt steeds meer weerstand. Hij verbindt zich steeds sterker met de
mensen op het veen.
“Vooropgesteld
dient, dat alles hier bepaald wordt door het veen – wie dat niet begrijpt,
begrijpt niets, de geschiedenis noch de volksaard of de nosogonie.”
Johanna, de
dochter van Bennemin raakt niet zwanger. Haar vrijer verstoot haar. Wat volgt
is een ritueel met de ‘kolden vrijer’. Dit is een boom verkleed als man.
Johanna moet hiermee trouwen en is zo geen kandidaat meer voor andere mannen:
“vanavond werd Johanna voorgoed als vrouw afgeschreven en veroordeeld tot levenslang
ongehuwd blijven; het feest was een vonnis.”
Door zijn
zorg en autoriteit draagt de bevolking van het veen Anijs op handen. Zij
vertrouwen hem volledig. Zijn behandelingen met stroop en bloedzuigers vinden
massaal aftrek in het veen. Later raakt Johanna toch zwanger. Anijs speelt een
actieve rol bij een dramatische misgeboorte.
Neef Vedder
in Amsterdam verzet zich tegen de uitkoop en behartigt ook de belangen van zijn
buurman in de onderhandelingen die volgen. Zij staan sterk. Er kan geen beroep
gedaan worden op de wet ‘Onteigening ten Algemenen Nutte’, want het gaat hier
niet om het publieke belang, maar om een particuliere onderneming.
Ebert is de
afgevaardigde van de firma die het hotel wil bouwen. Het is een keurige
jongeman die open kaart speelt en een goed bod doet. Vedder weigert dit te
accepteren en doet een hoog tegenbod. De partijen komen niet nader tot elkaar.
Vedder
geeft vaak zijn visie op stedenbouwkundige ontwikkelingen. Onder zijn
pseudoniem Veritas publiceerde hij erover in de krant. Locatie is essentieel,
zowel voor een station, een brug, een hotel als de werkplaats van een
vioolbouwer.
Daarnaast
richt hij zijn aandacht op een viool die Ebert hem heeft gegeven om te
repareren. Maar zijn gedachten draaien vooral rond om de verkoop van zijn huis
en het grote geldbedrag dat hij hiervoor krijgt. Het gaat hem niet eens zozeer
om het geld zelf. Vooral de onderhandeling en het verzet tegen de hoge heren
boeit hem. Ze kunnen immers niet om hem heen.
Wat volgt
is een prachtige beschrijving van de neergang van de twee neven. Beide
vervreemden meer en meer van hun omgeving. Zij raken verstrikt in hun eigen
gedachten, gekenmerkt door lichte paranoia, dan weer door hoogmoedswaan.
De neven
vinden elkaar uiteindelijk in het vermetele plan om met het verdiende geld van
de verkoop een sociale investering te doen waarmee de bevolking van de
veenkolonie een nieuw bestaan kan opbouwen in Amerika. Deze onderneming lijkt
gedoemd te mislukken, maar Rosenboom weet telkens weer een prachtige draai aan
het verhaal te geven zodat je geboeid blijft lezen tot de laatste pagina’s.
Anijs en
Vedder hebben veel met elkaar gemeen. Zij behoren niet tot een hoge of lage
klasse, maar staan er wat tussenin of zelfs ernaast. Vedder noemt dit standsverwarring.
Hij heeft geen aansluiting bij de hoge heren, maar is ook geen pauper. En hij
is binnenkort rijk. Anijs heeft ook weinig aansluiting bij de notabelen uit
Hoogeveen, maar vindt wel waardering onder de bevolking.
Zowel
Vedder als Anijs hebben volop praatjes. Zij willen zich mooier voordoen en
verschuilen zich hierachter. Anijs citeert in het Latijn, maar kent de taal
niet. Vedder beroept zich op zijn pseudoniem, maar maakt er bij niemand indruk
mee.
Interessant
is dat hun identiteit en vakmanschap waar zij zoveel waarde aan hechten wat wankel
is. Anijs is apotheker, maar heeft geen actueel diploma. Vedder is vioolbouwer
in het lagere segment. Door de ligging van zijn winkel heeft hij geen rijke
klandizie, beweert hij. In het hele boek ontvangt hij sowieso geen enkele
klant. In de kamer van koophandel staat hij bovendien ingeschreven als
meubelmaker. Beiden zijn dus eigenlijk onvolledig gekwalificeerd.
De twee
neven hebben allebei een tegenhanger; dit is geen echte vijand. Bij Vedder is het
Ebert, bij Anijs is het Halink. Het zijn jonge mannen, die het gelijk aan hun
zijde hebben en vooral zwijgzaam zijn. Je leert ze niet echt kennen. Ze hebben
een beetje medelijden met Anijs en Vedder.
Je kunt
heel wat thema’s in het boek vinden. Ten eerste is het een verslag van de
opkomst van de nieuwe tijd. Het is een botsing tussen de oude cultuur en de nieuwe
cultuur. Het nieuwe wint. Mooi is dat zowel Anijs als Vedder kinderloos zijn,
misschien zelfs onvruchtbaar zijn. Hun tradities worden niet voortgezet.
Je kunt het
boek ook zien als een verslag van de strijd van de enkeling tegenover het
systeem. Het systeem blijft anoniem, maar bouwt ondertussen gewoon door,
desnoods omsluit het de enkeling volledig, totdat deze sterft.
Het is ook
een verhaal waarin droom tegenover werkelijkheid staat. De dromen van de twee
neven worden steeds minder realistisch. Dromen veranderen in waanzin. Vedder
blijft optimistisch en verzint steeds een nieuw verhaal om zijn ondergang af te
wenden. Toch wordt een deel van hun dromen verwezenlijkt.
Ik vond ook
wat vergezochte dingen in het boek, waarvan ik mij afvraag of het toeval is of
dat Rosenboom deze er bewust in heeft aangebracht. Zo komen de letters A en V
veelvuldig voor. Vedder is vioolbouwer. Zijn pseudoniem is Veritas en het hotel
heet Victoria. Anijs is apotheker. Dan is er nog het veen. En Anijs zelf zegt:
“De vergrotende trap van Amersfoort was Amsterdam, de overtreffende trap
Amerika – maar de A bleef Anijs in de keel steken.”
De titel Publieke
werken is ook goed gekozen door Rosenboom. Vedder interesseert zich voor de
ontwikkelingen in de stad. Publieke werken vertegenwoordigen het algemeen
belang, wat zij willen dienen. Maar zowel Anijs als Vedder doen dit uiteindelijk
niet echt. Zij trekken zich terug op hun eigen terrein, hun particuliere
belang, zelfs in hun eigen droomwereld.
Het is mooi
dit fenomenale boek te herlezen. De historische details zijn goed. En sowieso
beschrijft Rosenboom heel gedetailleerd allerlei zaken. Het boek is geschreven
als een film. De karakters zie je voor je. Geen wonder dat het verfilmd is.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten