maandag 6 april 2015

Ida Simons – In memoriam Mizzi


Eind jaren vijftig schreef Ida Simons de prachtige roman ‘Een dwaze maagd’. Het boek werd een succes, maar na haar dood in 1960 werd het snel vergeten. Een paar jaar geleden kreeg de roman een tweede kans. De herontdekking werd alom geprezen.

Ida Simons heeft tijdens haar leven naast ‘Een dwaze maagd’ nog twee boeken gepubliceerd: een gedichtenbundel uit 1946 met de mooie titel ‘Wrange oogst’ en ‘Slijk en sterren’ uit 1956, een bundel met twee novelle, waarvan ‘In memoriam Mizzi’ er een is.

De heruitgave van uitgeverij Cossee is prachtig verzorgd. Het boekje  bevat bijpassende tekeningen, is voorzien van een helder nawoord en het omslag is schitterend. Maar waarom niet meteen ‘Slijk en Sterren‘ in zijn geheel is heruitgegeven is mij een raadsel.

Het verhaal van Mizzi speelt zich af in een kamp tijdens de Tweede Wereldoorlog. Mizzi is een hond die het kampleven van een gezin troost biedt, vooral voor de zoon is de hond een bron van geluk.

In het kamp ontmoet het gezin Herr Keppler. Hij is een gevangene, maar heeft ook privileges. Hij woont bijvoorbeeld in een huis en heeft een hond! Herr Keppler ontfermt zich over de zoon en vertelt hem dat hij met Mizzi mag spelen.

Mizzi is een bijzonder beest. Iedereen die hem ziet raakt ontroert. Zelfs ‘de meest gevreesde van alle kampopzichters’, die bij het transport naar een ander kamp de hond ziet, doodt hem niet. De hond wordt wel in beslag genomen door een officier.

Herr Keppler geeft de jongen voortdurend hoop dat het goed gaat met Mizzi. Deze gedachte is zijn houvast. Mensen gaan dood. Mizzi is veilig en Herr Keppler belooft hem dat zij ooit weer samen zullen zijn.

Uiteindelijk is de oorlog voorbij. De officier had voor de veiligheid zijn gezin naar Dresden overgebracht. Mizzi was meegegaan. Herr Keppler gaat op zoek naar Mizzi, maar vindt slechts een rokende puinhoop.

Ida Simons vertelt deze geschiedenis op dezelfde lichte toon als in ‘Een dwaze maagd’. De omstandigheden zijn natuurlijk schrijnender, maar dat lees je er niet aan af. De eerste zin zet de toon. “De waarheid moet maar eens gezegd: de kinderen vonden het leven in een kamp heerlijk.”

Nergens in het verhaal komen uitgesproken wreedheden voorbij. Dat is opmerkelijk. Het lijkt alsof Mizzi niet alleen het leven in het kamp verzacht, maar ook een helend effect op de lezer heeft.

Het context van het verhaal is autobiografisch. Vanaf september 1943 zat Ida Simons met haar man David en zoon Jan in kamp Westerbork. Van daaruit werden zij op 4 september 1944 naar Theresienstadt afgevoerd.

Op 5 februari 1945 vond ‘het groote wonder’ plaats. Ida werd per trein met haar gezin en 1200 anderen naar Zwitserland gebracht. Het was een door Himmler geregelde uitruil voor materiaal. De actie was eenmalig; Hitler verbood het daarna.

Of Mizzi echt heeft bestaan is niet bekend. Het verhaal is, aldus het nawoord, geschreven voor Jan.

Geen opmerkingen: