Eind jaren vijftig schreef Ida Simons de prachtige roman ‘Een
dwaze maagd’. Het boek werd een succes, maar na haar dood in 1960 werd het snel
vergeten. Een paar jaar geleden kreeg de roman een tweede kans. De
herontdekking werd alom geprezen.
Ida Simons heeft tijdens haar leven naast ‘Een dwaze maagd’
nog twee boeken gepubliceerd: een gedichtenbundel uit 1946 met de mooie titel
‘Wrange oogst’ en ‘Slijk en sterren’ uit 1956, een bundel met twee novelle,
waarvan ‘In memoriam Mizzi’ er een is.
De heruitgave van uitgeverij Cossee is prachtig verzorgd. Het
boekje bevat bijpassende tekeningen, is
voorzien van een helder nawoord en het omslag is schitterend. Maar waarom niet
meteen ‘Slijk en Sterren‘ in zijn geheel is heruitgegeven is mij een raadsel.
Het verhaal van Mizzi speelt zich af in een kamp tijdens de
Tweede Wereldoorlog. Mizzi is een hond die het kampleven van een gezin troost
biedt, vooral voor de zoon is de hond een bron van geluk.
In het kamp ontmoet het gezin Herr Keppler. Hij is een
gevangene, maar heeft ook privileges. Hij woont bijvoorbeeld in een huis en
heeft een hond! Herr Keppler ontfermt zich over de zoon en vertelt hem dat hij
met Mizzi mag spelen.
Mizzi is een bijzonder beest. Iedereen die hem ziet raakt
ontroert. Zelfs ‘de meest gevreesde van alle kampopzichters’, die bij het
transport naar een ander kamp de hond ziet, doodt hem niet. De hond wordt wel
in beslag genomen door een officier.
Herr Keppler geeft de jongen voortdurend hoop dat het goed
gaat met Mizzi. Deze gedachte is zijn houvast. Mensen gaan dood. Mizzi is
veilig en Herr Keppler belooft hem dat zij ooit weer samen zullen zijn.
Uiteindelijk is de oorlog voorbij. De officier had voor de
veiligheid zijn gezin naar Dresden overgebracht. Mizzi was meegegaan. Herr
Keppler gaat op zoek naar Mizzi, maar vindt slechts een rokende puinhoop.
Ida Simons vertelt deze geschiedenis op dezelfde lichte
toon als in ‘Een dwaze maagd’. De omstandigheden zijn natuurlijk schrijnender,
maar dat lees je er niet aan af. De eerste zin zet de toon. “De waarheid moet
maar eens gezegd: de kinderen vonden het leven in een kamp heerlijk.”
Nergens in het verhaal komen uitgesproken wreedheden
voorbij. Dat is opmerkelijk. Het lijkt alsof Mizzi niet alleen het leven in het
kamp verzacht, maar ook een helend effect op de lezer heeft.
Het context van het verhaal is autobiografisch. Vanaf
september 1943 zat Ida Simons met haar man David en zoon Jan in kamp Westerbork.
Van daaruit werden zij op 4 september 1944 naar Theresienstadt afgevoerd.
Op 5 februari 1945 vond ‘het groote wonder’ plaats. Ida
werd per trein met haar gezin en 1200 anderen naar Zwitserland gebracht. Het
was een door Himmler geregelde uitruil voor materiaal. De actie was eenmalig; Hitler
verbood het daarna.
Of Mizzi echt heeft bestaan is niet bekend. Het verhaal is,
aldus het nawoord, geschreven voor Jan.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten