Anna Chojnacka werd in 1979 geboren in Poznań.
Op haar tiende kwam zij naar Nederland. Zij is vooral bekend vanwege haar inzet
voor ontwikkelingssamenwerking. De 1%club is een online platform om goede
initiatieven in de derde wereld te realiseren. Zij is de oprichtster en duikt
er regelmatig mee op in de media, zoals bij DWDD.
De Poolster is haar eerste boek. Het is ten
dele gebaseerd op haar eigen leven. Zij schreef het boek in het Nederlands. Het verhaal is chronologisch en begint in
de jaren 80 van de vorige eeuw.
Ida is bijna zeven jaar. Zij woont in Poznań.
Er is schaarste, maar ook warmte binnen de familie waarin zij opgroeit. In de
eerste hoofdstukken beschrijft Chojnacka het dagelijkse leven en de speciale
gebeurtenissen uit het leven van een jong meisjes: Kerst, het vieren van de
naamdag, een bezoek aan de kerk en de jacht op voedsel.
Chojnacka neemt expliciet typische Poolse
gebruiken op in haar verhaal. Op de eerste pagina wordt er al bigos toebereid.
De padenstoelen zijn eigenhandig geplukt in het bos. Later komen de pierogi en
de barszcz voorbij. De gesprekken gaan over illegaal vlees en het wachten in de
rij voor de winkel. Jaruzelski en de paus worden genoemd. Bij de lezer kan er
geen twijfel meer over bestaan: dit verhaal speelt zich af in Polen.
Ida is een vroegwijs kind. Ze leert jong
lezen en krijgt al vroeg klassieke Poolse literatuur voorgezet.
Al snel merkt Ida op dat er scheurtjes zitten
in het gezin. Oma is lief en de andere familieleden zijn aardig voor haar.
Alleen moeder Ewa is niet te peilen: ze kan heel vrolijk zijn, maar op andere
momenten zit zij voor zich uit te staren of is helemaal gespannen.
Vader kan er niet mee omgaan. Er volgt een
scheiding. Zonder dat Ida weet wat er precies speelt, begrijpt zij dat haar
leven totaal zal veranderen. Zij verhuist met haar moeder naar een kale flat.
Vader blijft achter.
Met moeder gaat het niet beter in haar nieuwe
leven. Zij werkt veel en is veel van huis. Een tijdje belandt zij in het
ziekenhuis. En zij blijft klagen over dit kloteland.
Dan gebeurt het. Ida is inmiddels tien jaar.
Zij wordt op een nacht gewekt, de auto staat klaar en zij vertrekken naar Nederland.
In Maastricht komen zij terecht. De man waarmee haar moeder kennelijk getrouwd
is, is een zwijgzame zak.
Chojnacka beschrijft vanuit de
belevingswereld van Ida de kennismaking met Nederland. Zij leert braaf en
spreekt snel de Nederlandse taal. Ida groeit op, maakt vrienden en wordt
volwassen. Met haar moeder gaat het steeds slechter. De foute man verdwijnt uit
haar leven, maar er komt niemand voor terug. De zorg voor het gezin komt
op Ida neer.
Dit vind ik het mooiste deel van het boek. Er
zit een spanning in tussen Ida en haar moeder, maar ook tussen de Ida die
vooruit wil en aan haar toekomst werkt en iets in Ida dat haar naar het
verleden trekt. Steeds vaker vraagt zij zich af wat er eigenlijk met haar
moeder aan de hand is. Waarom zijn haar ouders gescheiden? Waarom heeft zij
nooit gehoord, van haar oma bijvoorbeeld, hoe haar familie de oorlog is
doorgekomen? De suggestie van een vreselijk familiegeheim wordt steeds meer
gewekt.
Opvallend is dat het taalgebruik van
Chojnacka hier verandert. Aan het begin van het boek was de stijl ietwat
kinderachtig. Met het volwassen worden van Ida, wordt ook de toon van het
verhaal meer volwassen.
De vragen die Ida haarzelf stelt, de spanning
tussen haar en haar moeder leggen meer en meer beslag op haar. Het wordt een
worsteling die niet verdwijnt als zij naar Amsterdam verhuist om te studeren.
Haar vriend Ron kan haar ook niet helpen. Er is iets in Ida dat wil vluchten.
Haar gedrag lijkt op dat van haar moeder. De onvermijdelijke dood van de moeder
lost het drama niet op, maar stelt haar juist voor nieuwe dilemma’s.
Chojnacka trekt het verhaal van Ida door naar
haar volwassenheid. Ida begint aan een carrière, trouwt met Ron en maakt
reizen. Hiermee vind ik Chojnacka wat afdwalen van de kern van haar verhaal.
Dat is jammer.
Met haar uiteindelijk beslissende bezoek aan
Polen en aan haar vader wordt een cirkel gesloten. Maar de weg hierheen had in
de laatste 100 pagina’s compacter gekund. Haar studieprestaties, een verhuizing
en andere zaken worden teveel uitgesponnen.
De kern van het boek is naast de ontwikkeling
tot volwassenheid, de relatie met haar moeder en het waarom van haar moeders
gedrag. Dit wordt door Chojnacka prachtig beschreven. Veel grote en kleine onderwerpen
keren meermaals terug of spiegelen zich in Ida’s levensverhaal, zoals haar
omgang met mannen, het schrijven in haar dagboek, de telefoongesprekken met
haar vader; maar ook het feit dat niemand haar achternaam kan uitspreken, het
paard van haar vriendin en een brandstichting.
Op twee derde van het boek heeft Ida een
cruciale droom over haar familie. Er worden paddenstoelen gegeten en zuurkool.
“ Iedereen zingt; ja ook mama. Iedereen behalve ik.” De droom eindigt met een
brand.
In 'De Poolster' komt de hele moderne Poolse
geschiedenis voorbij. Soms heel letterlijk: de val van de Muur of de ramp in
Tsjernobyl. Mooi is dat in het klein de veranderingen worden verwoord. De vader
van Ida vertelt dat er tegenwoordig veel mensen permanent in een volkstuinhuisje
wonen. Er wordt nog steeds groente verbouwd. “Vroeger was het een aanvulling op
wat er niet verkrijgbaar was, nu op datgene wat je niet kan betalen.”
Goed is ook de verwijzing naar Poolse
schrijvers als Reymont, Miłosz en Borowski. Zij sluiten aan op Ida’s
levensverhaal. Vooral ‘Geknechte geest’ van Miłosz doet haar veel. Zij
krijgt het boek van haar oma toegestuurd. “Het gaat over keuzes. Keuzes die we
allemaal moeten maken…”
De titel van Chojnacka's roman is een
flauwe woordspeling. Als kind leerde haar vader haar naar de sterren kijken. De
Poolster is een ster die nauwelijks beweegt.
Al met al is 'De Poolster' een realistisch boek
over hoe een jong meisje eerst haar plek binnen een andere cultuur moet vinden,
dan de relatie tot haar moeder moet bepalen (breken of vereenzelvigen) om een
plek in de wereld te vinden en tenslotte haar verleden en haar
familiegeschiedenis moet leren begrijpen.
Het eerste deel van 'De Poolster' is vanuit het
standpunt van een kind geschreven. Maar het boek groeit mee met Ida’s weg naar
volwassenheid. De strijd met haar verleden en de relatie met haar aftakelende
moeder zijn uitstekend beschreven.
Naar het
einde toe vind ik dat er wat teveel zijpaden worden ingeslagen. Misschien heeft
Chojnacka hier teveel haar eigen leven als voorbeeld genomen. Voor een goede
roman is dit niet altijd nodig.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten