De Versnijdenis is een uitgave van de ‘cahiers voor de
letterkunde’ uit 1982 en bevat naast het titelverhaal het verhaal ‘De neef van
Mata Hari.
In het eerste verhaal is de hoofdpersoon biologieleraar op een
middelbare school. Hij kan geen orde houden. Het moment dat de kinderen joelend
het lokaal betreden is niet te beschrijven. “Het lijkt of er iets in je
afsterft, of je spijsvertering tot stilstand komt, op de galblaas na. Vanaf de
nek tot het staartbeentje kruipt er een schorpioen over je ruggewervels en de
tenen krommen zich als voor een noodsprong.”
Hij zoekt dan haastig de Bijbeltekst op die die dag gelezen
dient te worden: Philippenzen 3 vers 2. Daarmee zijn ze even rustig. Het grootste
etter in de klas is Pietje Keetbaas, waarin we onmiddellijk de schaker Herman
Keetbaas herkennen. Maarten ’t Hart is korte tijd leraar geweest op het Groen
van Prinsteren in Vlaardingen. Op de achterflap noemt hij Herman expliciet: ‘een
heel klein mannetje vooraan’. Hij
verstond hem verkeerd en dacht dat hij Herman Stekelbaars heette. Hilariteit
alom.
In het verhaal haalt Herman een flauwe grap uit met een
skelet. Na nog meer gekeet in de klas gaat de leraar door het lint, slaat een
stok doormidden en duwt een onschuldige jongen iets te ruw terug in zijn stoel.
Deze jongen, Jacob, beklaagt zich bij hem na afloop van de les. Jacob dreigt
het ‘slaan’ aan de rector te melden, waarmee hij ontslagen zou worden. “Dat zou
prettig zijn. Ik ben helemaal niet geschikt voor leraar, ik was vroeger net zo’n
jongen als jij en daarom ben ik geen goede leraar.”
In het tweede verhaal 'De neef van Mata Hari' loopt het ook slecht af met een carrière.
De nieuwe dominee in het dorp is nogal apart. Hard fietst hij door het dorp, luidruchtig
psalmen zingend. Zijn preken zijn overdonderend. De veertienjarige jongen die bewondering voor
hem heeft ziet de dominee op een keer ’s nachts in dronkenschap afgevoerd
worden. Hij is geschokt. Het wordt erger. De dominee is ’s nachts vaak op pad.
Waarheen gaat hij op zijn fiets? Ouderlingen trachten hem te achtervolgen om
hem op wangedrag te kunnen betrappen.
Door een stom toeval verraadt de jongen hoe de dominee telkens
weet te ontkomen aan zijn belagers. Op
Katendrecht zien zij hem tenslotte het huis van een meisje uitkomen. De smoes
dat hij gevallen vrouwen op het rechte
pad wilde brengen wordt niet geloofd, “al ben ik er zeker van dat hij ze eerst
gebruikte voor hij ze bekeerde.” De dominee wordt geschorst, “ hij verdween uit
de stad en soms hoorden we dat hij op kermissen als worstelaar zijn geld
verdiende.”
1 opmerking:
De gebeurtenissen in 'De neef van Mata Hari', verteld door een ik-figuur, duren een paar weken.
Een reactie posten