Ik zag Auke Hulst tijdens het festival
Woordnacht. Na het interview met hem wilde ik graag dit boek lezen. In ‘Kinderen
van het ruige land’ vertelt hij over zijn jeugd op het platteland: Kai heeft één
broer, twee zusjes, een overleden vader en een moeder die niet voor haar
kinderen kan zorgen en in een geheel eigen wereld leeft.
Het gezin woont op het platteland, ergens in
Noord-Nederland. Het gebied rond het huis is wild en ongerept. De kinderen
spelen er vaak. Het is het ruige land.
Het boek begint met de dood van de vader. Kai is nog een
kind en beseft nog niet helemaal wat er is gebeurd. In gedachte is hij wel
voortdurend met zijn vader bezig. Op school is weinig medelijden met hem. Een
klasgenootje zegt: “jouw vader, die is lekker dood.”
Kai en de rest van het gezin raken door de dood van hun
vader verder afgezonderd van de mensen uit het dorp en van leeftijdgenoten. Kai
heeft zijn broer Kurt. Zij zijn volledig met elkaar verbonden, maar gaan niet
echt liefdevol met elkaar om. De broers laten maar een beperkt aantal andere
kinderen toe tot hun wereld.
De moeder van Kai lijkt een zorgeloos en levenslustig mens. Zij maakt zich nergens druk om, de kinderen mogen alles van haar: chips eten, hutten bouwen, slapen in de buitenlucht en vooral hun fantasieën uitleven in en om het huis.
De moeder is excentriek, heeft overal vrienden, maakt
schulden en komt er mee weg. Feitelijk is de vrijheid die zij haar kinderen
geeft een vorm van mishandeling. Het jongste zusje van Kai is beslist niet
zelfstandig. Toch gaat moeder rustig een paar dagen de hort op.
Zij heeft het wel vaak over haar overleden man - hoeveel zij
van hem hield - maar beseft gewoon haar situatie niet. Zij kan de kinderen geen
troost geven. Zij vlucht weg en maakt de kinderen zelfs verwijten. Kai is intelligent. Hij houdt van lezen, tekenen en
schrijven. Voor dat laatste schaamt hij zich. Als een leraar hem een compliment
maakt kan hij daar niet mee om gaan.
Kai houdt vooral van sciencefiction. Het
is een manier om los te komen uit het dagelijkse leven.”Wat als? Bijna elk
boek dat hij las stelde hem die vraag. Wat als we konden reizen door de tijd?
Wat als we sneller dan het licht de afstand tussen sterren en planeten konden
overbruggen?” Kai eindigt zijn opsomming met: “Wat als mijn vader gewoon was blijven leven? Wat als hij
gewoon nog leefde?”
‘Kinderen van het ruige land’ vertelt chronologisch het
verhaal van de jeugd van Kai en zijn broer Kurt, vanaf de dood van hun
vader tot aan hun studententijd. Het gezin raakt meer en meer verwaarloosd: hun kleren stinken, zij
eten rotzooi, huisdieren worden slecht verzorgd en de school is een ramp.
De moeder heeft gigantische schulden. Uiteindelijk volgt
huisuitzetting. Zij wordt een steeds grotere zorg voor hen. Kai blijft zich
afvragen waarom zij zich gedraagt zoals zij zich gedraagt? Hij voelt zich vaak
in de steek gelaten, door zowel zijn vader als zijn moeder, door alles en
iedereen eigenlijk, zelfs door zijn eigen lichaam. Als Kai merkt dat hij
slechter kan zien merkt hij op: ”Als je je bedenkt hoeveel manieren het lichaam
kende om je in de steek te laten, was het wonderlijk dat er zoiets als leven
bestond.”
Het thema van dit boek van Auke Hulst is zwaar. Maar de
manier waarop hij het vertelt heeft iets luchtigs en humoristisch. Hij weet
de spanning op te roepen van een kinderwereld vol avontuur. De vrijheid die de
kinderen hadden zorgde er ook voor dat er veel mogelijk was. Kai kon eindeloos
strips tekenen, knutselen, nieuwe dingen ontdekken en vooral schrijven. Dit was
een vlucht voor hem (Kai/Auke), maar ook een houvast en een mogelijkheid om
zijn talent te ontplooien.
Ik las ‘Kinderen van het ruige land’ in twee dagen uit. Het
boek raakte mij enorm en ik kon mij goed verplaatsen in Kai. Auke Hulst zegt
in het nawoord dat zijn verhaal grotendeels autobiografisch is. Heel knap dat
hij zich met zo’n jeugd heeft kunnen handhaven in het leven en er een invulling
aan heeft gegeven als journalist, schrijver en muzikant. Een vroege dood zou
mij niet hebben verbaasd.
Kai ziet zich ook gebonden aan dit leven, verzet heeft geen
zin. “Touwen waren overal. Een onzichtbare poppenspeler zette je op een fiets,
reed je naar school, bond je vast aan je bureau. Ging je tegen de orde in - zoals de jongens die een grote bek hadden of
stoned in de klas zaten – dan werd je de vijand, en de vijand moest worden
uitgeroeid, gestraft of heropgevoed. In sciencefictionromans deden ze dat door
iemand drugs te geven of te opereren, in deze barbaarse tijden ging het er
minder doelmatig aan toe. Kai wilde straf noch hersenspoeling. Was het mogelijk
op school te zijn en er niet te zijn?”
Geen opmerkingen:
Een reactie posten