vrijdag 13 juni 2014

Maarten ’t Hart – De vrijwillige brandweer


Maarten ’t Hart lijkt zich overal voor te lenen. In 1991 schreef hij de tekst voor dit jubileumboekje van de vrijwillige brandweer. Enthousiast schrijft hij over zijn vader die jarenlang lid was van het corps in Maassluis. Maarten ’t Hart geeft een hele reeks redenen waarom zijn vader dit zo graag wilde. De dwingende behoefte om midden in de nacht brandjes te blussen zit daar niet tussen.

Ten eerste kreeg zijn vader een mooi brandweeruniform met goud op de pet, goud op de schouders, goud op de mouwen en gouden knopen, dat hij vaak droeg. Hij had ook een grafmakersuniform maar dit was niet zo passend bij feestelijke gelegenheden.

Behalve het uniform was er de brandweeravond. Elke dinsdag ging zijn vader biljarten in de kazerne. “Mijn vader biljartte altijd op zaterdagmiddag in de schuur van oom Klaas, die harmoniums goedkoop inkocht en duur verkocht.” Hij verloor altijd. Op de brandweerkazerne oefende hij net zolang tot hij zijn oom een keer kon verslaan.

Naast de wekelijkse avond was er de jaarlijkse uitgaansdag. Vader ging naar Antwerpen, in uniform de grens over. Dit was niet eerder in de familie voorgekomen. In Antwerpen stonden bij huizen van brandweermannen gladde palen ingesmeerd met groene zeep, zodat zij snel naar beneden konden glijden om een brand te blussen. Maarten luisterde ademloos naar deze verhalen.

Gek genoeg kan Maarten ’t Hart zich uit zijn jeugd geen echte brand herinneren. Zijn vaders belevenissen bij het corps maakten wel genoeg indruk.

Dit boekje bevat bij het verhaal van Maarten ’t Hart, tekeningen van Peter van Straaten. Het kaftje heeft een rode brandrand, schattig.

Geen opmerkingen: