Yolanda Entius is schrijfster en actrice. Ik heb haar denk ik weleens in een serie of televisieprogramma gezien, maar ik had nog nooit iets van haar gelezen. Om en nabij is uit 2024 en heeft de uitstraling van een perfect Van Oorschot-boek: kaft, lettertype en formaat zijn precies goed. Entius schrijft zeer aanstekelijk over haar huis en tuin in Frankrijk en over huizen waar zij eerder woonde. Het verhaal draait om een plek vinden, ergens thuis voelen en de grenzen tussen binnen en buiten; tussen het eigene en het andere.
Jaren heeft Entius erover gedaan om haar verlangen naar een afgelegen plek in Frankrijk in vervulling te laten gaan. Zij zocht met haar partner een huis op een afstand die op een dag te overbruggen is met de auto, die wel in de buurt van menselijke bewoning ligt, maar voldoende afzondering en rust biedt. En het moest natuurlijk betaalbaar zijn. Uiteindelijk vonden zij wat zij zochten in de Creuse, in het midden van Frankrijk. Le Cornot heet het huisje, of de weg, of het terrein met diverse vervallen panden, dat blijft wat onduidelijk. Het ligt goed verborgen, aan de rand van een riviertje met een waterval. Zij beschrijft hoe zij de gebouwtjes opknapt, de tuin inricht en in contact komt met buren en plaatsgenoten. Zij volgt een cursus tuinieren en leert steeds beter dat de tuin een eigen dynamiek heeft en planten zelf in de loop der jaren op zoek gaan naar de juiste plek in de tuin. Groenten kweken lukt, maar als de slakken hun gang gaan en de dille en venkel opeten, grijpt zij niet in met gif. Zij legt zich steeds meer neer bij de natuurlijke gang van zaken. Je hebt niet alles in de hand. “Tuinieren is een vorm van heersen en van buigen, of een oefening daarin.” Zij mijmert over het verschil dat mensen zo graag maken tussen menselijke en andere natuur en tussen natuur en cultuur. En zij ziet overeenkomsten in de menselijke expansiedrift en wat er gebeurt in haar tuin.
Deze stukken lezen allemaal heel prettig, maar de kracht in het boek zit erin dat zij deze combineert met herinneringen over plekken waar zij eerder woonde, het ouderlijk huis en het kraakpand op het Singel, zoals het op zijn Amsterdams heet. De band met haar ouders was slecht, als kind voelde zij zich nergens thuis. Later verbraken de ouders het contact helemaal. Entius beschrijft dit in termen van isoleren en het verbreken van het contract. Haar vader kon geen andere mensen verdragen en die andere mensen dat waren ook zijn drie dochters. Haar moeder koos voor hem en pas aan het einde van haar leven, als haar man al jaren dood is, is er weer enig contact mogelijk. Voor verklaringen of excuses is het dan al te laat.
Deze achtergrond speelt natuurlijk mee in haar volwassen leven. De juiste plek vinden en je ergens thuis voelen is voor haar altijd beladen. En zij kent ook de neiging zich te willen isoleren. Na wat omzwervingen komt zij met een paar vriendinnen terecht op een prachtige locatie in Amsterdam: de bovenverdieping van een gemeentelijke dienst. De ruimte staat al een tijdje leeg en wordt door hen gekraakt. Hier vindt zij wat in haar jeugd ontbrak: een waarachtig samenleven. De groep doet alles samen. Ze eten bijvoorbeeld altijd samen en als een van hen ergens uitgenodigd wordt, gaat de rest automatisch mee. Nooit spreken ze over iemand als diegene er niet bij is. Deze idylle duurt een aantal jaren voort, maar stopt toch op een bepaald moment. Heel mooi beschrijft Entius ook dit uiteenvallen.
De mijmeringen en gedachten over deze onderwerpen vormen een groot deel van het boek, maar het staat ook vol mooie anekdotes en soms grappige verhalen. Tot slot toch een citaat over het gevoel van thuis zijn. “Misschien is het sterkste gevoel van thuis ook wel verbonden aan de plekken waar je niet bent. Nog niet bent, of niet meer bent. Een zucht naar elders, later, of juist naar vroeger. Thuis als iets wat had moeten zijn, maar er nu juist niet was. Kun je eigenlijk terugverlangen naar iets wat er nooit geweest is? Lang was ik ervan overtuigd dat ik me thuis nooit thuis heb gevoeld. Maar hoe langer ik erover nadenk hoe ongeloofwaardiger het me voorkomt. Misschien is de vraag dan ook eerder of je terug kunt verlangen naar iets wat niet mooi was of begeerlijk, maar wat je toch kunt missen, louter omdat het nu eenmaal deel uitmaakt van wie je bent.”
2 opmerkingen:
Ik twijfelde over dit boek, maar door jouw bespreking zet ik het toch op mijn lijstje. Dus dank je wel!
Groetjes, Bettina
Graag gedaan, het is echt een mooi boek.
Een reactie posten