In 2020 verscheen van Raoul de Jong het boek Jaguarman, waarin hij zijn zoektocht naar zijn Surinaamse voorouders heeft vastgelegd. Het boek is reisboek, geschiedschrijving, autobiografie en roman in een. Tijdens het jarenlange onderzoek werd hij steeds Surinaamser. Ondertussen verhuisde zijn Nederlandse grootvader naar een verzorgingshuis. Deze opa, geboren in 1929 op het Groningse platteland, kende Raoul al zijn hele leven als zijn enige opa. Hij was een vaderfiguur voor hem, bij afwezigheid van zijn Surinaamse vader die hij pas op zijn achtentwintigste voor het eerst ontmoette. In december 2019 vroeg NRC hem voor een maandelijkse column. Hij besloot zijn Nederlandse opa iedere maand te bezoeken en de gesprekken vast te leggen. Het resultaat is later in boekvorm verschenen.
Zij zijn elkaars tegenpolen. Opa is wit, blond, heteroseksueel en klassiek mannelijk: ”Opa kwam uit een tijd waarin de wereld werd bestuurd door mannen zoals hij.” Hij was Nederland op zijn Nederlandst. Opa vindt het best geïnterviewd te worden maar vraagt zich ook af wat er nou zo bijzonder aan hem is dat mensen daarover zouden willen lezen. Raoul geeft aan dat het al bijzonder is dat hij negentig jaar heeft geleefd. Opa lacht.
Wanneer Raoul voor het eerste gesprek het verzorgingshuis binnenkomt wordt hij door de bewoners meer dan nieuwsgierig nagestaard. Zij gaan samen naar zijn kamer. Bij latere gesprekken zitten ze ook in de gezamenlijke eetruimte en stelt opa zijn kleinzoon voor aan de medebewoners. Het valt soms niet mee om hem te laten praten over zijn jeugd en afkomst. Wanneer het maar even kan vertelt hij honderduit over allerlei technische zaken. Hij werkte zijn hele leven lang als technicus bij een oliemaatschappij en houdt ervan hierover gedetailleerde verhalen op te dissen. Dat kost hem soms zoveel energie dat hij daarna te moe is om op persoonlijke zaken in te gaan. Raoul wil weten hoe het was om op te groeien op een boerderij zonder enige luxe, zonder elektriciteit; de wc was een gat in de grond. Opa stelt het allemaal heel nuchter voor. Ja, een varken slachten was een gebeurtenis, dat was een feest. Ook tijdens de oorlog gebeurde er weinig. Er was eten, ook voor mensen die langskwamen, maar er waren geen onderduikers op de boerderij. Hij volgde de HTS, vond een baan in de Randstad en trouwde. Behoefte aan verandering had hij niet. De ouders van opa hadden een zwaar leven. Wanneer Raoul vraagt wat zij hem leerde, vindt hij dat moeilijk te zeggen: “Ze traden niet zo op de voorgrond.”
Mooi is dat je met een paar van zulke opmerkingen toch een wereld voor je ziet die niet meer bestaat. Het contrast met hoe mensen nu leven is enorm. Het überhaupt nadenken over levenslessen of je afvragen of je gelukkig bent zit niet in de generatie van opa. De gesprekken krijgen een andere wending als Corona uitbreekt. Eerst wordt de pandemie niet serieus genomen, later blijkt het effect groot. Bezoek is niet meer mogelijk en Raoul zit vast in Parijs. Na de crisis gaat opa achteruit. Hij vertelt over zijn jeugd: de Elfstedentocht en avonturen die hij beleefde met zijn jeugdvriend. Als ‘wijze les’ zegt hij dat je mooie herinneringen moet maken en dat gaan de twee doen. Ze wandelen door de tuin van het verzorgingshuis.
Gesprekken met opa is een lief boek waarin Raoul de Jong zijn opa eert en zijn zoektocht naar zijn voorouders aanvult met een Nederlandse tak. Mooi is ook hoe hij beschrijft wat er van een leven overblijft naast herinneringen. Bij het leeghalen van opa’s huis nadat hij naar het verzorgingshuis was gegaan komen veel vertrouwde voorwerpen voorbij, spullen die verbonden zijn met rituelen. Maar als besloten is ze weg te doen, betekenen ze ineens niets meer, het is vuilnis. In de week dat Jaguarman verschijnt en Raoul zijn laatste column moet schrijven gaat opa erg achteruit en overlijdt hij.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten