zondag 28 mei 2023

J.M. Coetzee – IJzeren tijd


Coetzee kan iets wat weinig schrijvers goed kunnen. Je begint te lezen en vanaf de eerste pagina’s ben je geboeid. Ik weet niet precies hoe dit komt. Het opmerkelijke is dat zijn romans niet beginnen met een spectaculaire gebeurtenis of uitgaan van een verrassend gegeven. Zijn taalgebruik is precies, zijn stijl wat sober en je wordt niet meteen verrast door geniaal geschreven zinnen. IJzeren tijd (Age of Iron, 1990, Nederlandse vertaling Peter Bergsma) begint met een beschrijving van een steegje naast het huis van diegene die aan het woord is, Elizabeth Curren, een oudere vrouw uit Kaapstad. Zij schrijft aan haar dochter, die in Amerika woont. De brief, de hele roman, is het relaas van de laatste maanden van haar leven. Zij heeft kanker en is ongeneeslijk ziek. 

In de steeg ziet zij een huis van kartonnen dozen, waaronder een zwerver ligt te slapen, met een hond. Ze kent de man van uit de buurt. Hij ruikt vies. Zij spreekt de man aan en zegt dat hij weg moet gaan, maar hij gaat niet weg. Later biedt zij hem een boterham aan. Zij gedraagt zich anders dan normaal, misschien omdat zij vandaag van de dokter te horen kreeg dat er geen behandeling meer mogelijk is. Er ontstaat een band met de man in haar tuin, die later ook in huis komt. Hij heet Vercueil en hij geeft meestal geen antwoord op haar vragen.

 

De hulp in de huishouding heet Florence, zij heeft twee kleine meisjes en een zoon van vijftien. Er zijn rellen in de stad en de jongen is er samen met een vriend bij betrokken. Elizabeth is iemand die graag goed wil doen. De twee jongens probeert zij te behoeden voor het geweld van de politie, maar zij hebben geen boodschap aan haar. Zij kiest de kant van de zwarte bevolking van Kaapstad, en van verschoppelingen als Vercueil, maar niemand accepteert haar steun. Waarom denkt zij eigenlijk in de positie te zijn dat zij deze kant kan kiezen? Zij overweegt van haar huis een opvanghuis voor bedelaars te maken, maar zij doet het niet. “Omdat er in dit land geen liefdadigheidszin meer heerst. Omdat diegenen die liefdadigheid accepteren dat doen met minachting, terwijl de gevers geven met wanhoop in hun hart. Wat heeft liefdadigheid voor zin als het niet van hart tot hart gaat?”

 

De gebeurtenissen in de roman volgen elkaar snel op. Haar huis wordt meer en meer overgenomen: door Vercueil, door de twee jongens, door de politie. Haar gedrag lijkt steeds wanhopiger te worden. Zij spreekt agenten aan op hun wangedrag, vraagt de jongens waar zij op uit zijn. Zij stelt schijnbaar redelijke vragen, maar loopt telkens tegen een muur aan. Zij vertegenwoordigt het weldenkend deel van deze samenleving, maar zij komt tot niets met haar weldenkendheid. Mooi is de vreemde logica in het verhaal. Elizabeth wil handelen en probeert anderen met woorden ervan te overtuigen ook iets te doen, maar hoe er vervolgens wordt gehandeld door de andere personages lijkt los te staan van haar woorden. Argumenten en regels hebben een bepaalde logica, het gedrag volgt een hele andere logica. Elisabeth verliest zo langzaam de greep op de werkelijkheid. Met haar schuldgevoel over noodlottige gebeurtenissen die volgen kan zij dan ook bij niemand terecht.

 

Coetzee trekt voortdurend parallellen tussen het leven van zijn hoofdpersoon en het land Zuid-Afrika. Elisabeth went langzaam aan de kwalijke geur van Vercueil. Zo ziet zij ook het land waar zij woont: je went aan de kwalijke geur. Het is als een huwelijk. “Wij die met Zuid-Afrika trouwen worden Zuid-Afrikanen: lelijk, chagrijnig, apathisch, met als enig teken van leven een snelle blikkering van de hoektanden als ons een strobreed in de weg wordt gelegd. Zuid-Afrika, een slechtgeluimde, oude hond die ligt te dutten in de deuropening en rustig de tijd neemt om dood te gaan.”

 

IJzeren tijd speelt nadrukkelijk in Zuid-Afrika maar het lijden van Elisabeth Curren is universeel. Met al haar vergeefse handelen roept Coetzee een gevoel op van peilloze eenzaamheid. Zijn manier van schrijven draagt hier sterk aan bij: precies handelingen beschrijvend, niet te hoogdravend en de gedachten van zijn hoofdpersoon in heldere, eerlijke woorden weergevend. Nergens lijken de emoties hoog op te lopen, en toch is IJzeren tijd een heel emotioneel boek.

Geen opmerkingen: