Wanneer ik naar een buitenlandse stad ga zoek ik altijd een boek van een schrijver die er vandaan komt of een boek dat in die stad speelt. Onlangs was ik in Marseille, de tweede stad in Frankrijk, die helaas geen grote schrijvers heeft voortgebracht. Ik vond een paar detectiveschrijvers, waarvan de bekendste Jean-Claude Izzo is. Hij schreef onder andere een roman die in het Nederlands is vertaald als Teringzooi. En Emile Zola schreef het boek Het geheim van Marseille. Gelukkig kreeg ik de tip om Claude McKay te lezen.
McKay (1890-1948) werd geboren op Jamaica en studeerde in Charleston, South Carolina en Kansas. Vanwege het felle racisme verhuisde hij in 1914 naar New York, het culturele centrum van Amerika, waar hij zich als zwarte schrijver relatief vrij kon uiten. In 1919 schreef McKay het beroemde gedicht If we must die, over een groep mensen die niet wil vechten, maar er wel toe gedwongen wordt. Er ontstond in New York interesse in zwarte schrijvers en kunstenaars in de jaren die volgden. De beweging werd The Harlem Renaissance genoemd. Raoul de Jong schrijft hier in zijn recente Boekenweekessay over: “Zwarte schrijvers konden plotseling een groot publiek bereiken, mits ze vertelden wat dat publiek wilde horen.”
In 1928 publiceerde McKay de roman Home to Harlem, die een bestseller werd. Er volgde een aantal romans, naast poëzie en non-fictie, maar hij schreef ook veel werk dat niet werd uitgegeven of dat hij niet wilde uitgeven. Ruim na zijn dood verschenen er drie romans en waarschijnlijk ligt er nog meer materiaal in archieven. In het uitgebreide voorwoord bij Romance in Marseille laten Gary Holcomb en William J. Maxwell zien dat ook dit boek een lange voorgeschiedenis kent. Er bestonden verschillende versies van het boek en het kende ook diverse andere titels, zoals The Jungle and the Bottoms. De uitgever wilde zich niet aan het boek wagen, waarvan hij vond dat er te openlijk over (homo)seksualiteit werd geschreven. In 1933 liet McKay het boek liggen. Hij woonde zelf enige tijd in Marseille. Het was een stad waar hij zich thuis voelde. Na zijn vertrek uit Amerika in 1919 woonde hij op verschillende plekken in Europa, maar hij verbleef nergens langere tijd. Later keerde hij terug naar Amerika.
Romance in Marseille werd pas in 2020 voor het eerst uitgegeven. De twee redacteuren besteden in hun voorwoord veel aandacht aan het gegeven van het verhaal. Een zwarte verstekeling wordt ontdekt en aan boord gevangengezet. Door langdurige onderkoeling moeten zijn onderbenen geamputeerd worden. Na een rechtszaak krijgt hij een kapitaal en vestigt hij zich in Marseille. Er blijken vele gevallen te zijn geweest van verstekelingen die werden betrapt en vervolgens opgesloten en/of mishandeld. Zelf denk ik dat de meeste betrapte verstekelingen gewoon overboord werden gezet. Maar procederen tegen een mishandeling kwam ook voor en soms werd er een zaak gewonnen. Lafala is het slachtoffer in het verhaal. In het ziekenhuis wordt hij benaderd door een advocaat die zich voor zijn zaak wil inzetten. Hij heeft niets te verliezen en laat hem zijn gang gaan. Hij wint de zaak en Lafala vertrekt naar Marseille, waar hij onder een bewindvoerder staat. Hij heeft althans nog geen geld in handen op wat zakgeld na.
De vraag in de roman is natuurlijk of geld een dergelijke handicap kan compenseren, maar het draait ook om de macht van geld, of het fictieve idee van geld. Lafala komt in een milieu terecht waar hij eerder vandaan kwam, de Quayside. Hij is omringd door hoeren, pooiers, vechtersbazen en andere onderwereldfiguren. Iedereen weet dat hij geld heeft en probeert van hem te profiteren. Hij ziet Aslima, een oude vriendin, terug en voelt zich tot haar aangetrokken, terwijl zij hem eerder heeft beroofd. De hoop op een grote som maakt haar verliefd op Lafala. Zij weigert geld aan te nemen voor de nachten die zij samen doorbrengen, tot onvrede van haar pooier.
Dit thema, de macht van geld, koppelt McKay aan racisme. Voortdurend voel je dat witte mannen met meer macht in de omgeving van Lafala niet zullen accepteren dat hij daadwerkelijk de enorme schadevergoeding zal ontvangen. Lafala lijkt wat naïef hierin. Hij maakt plannen voor de toekomst. Zijn droom is een diepe behoefte aan een vaderland, een plek waar hij zich kan thuis voelen. Hij wil verhuizen naar Afrika, meer precies, naar Marokko, een land waar McKay zelf ook heeft gewoond. “After all I come from the jungle. I was born there and am going right back with a little civilisation.” Vrienden van Lafala raden hem af om te gaan. “Take my advice and stay here where Civilisation can protect you and leave jungle Africa to white men.” De witte machthebbers daar houden er niet van wanneer er een zwarte man met geld opduikt. Lafala wil samen met Aslima naar Afrika. Zijn bewindvoerder vindt het een onverstandig plan en raadt hem aan in ieder geval met haar te trouwen. Dan is zij iets veiliger, maar sowieso zegt ook hij dat het gevaarlijk is om als vrije zwarte man of vrouw te reizen door Afrika. Deze passages hebben iets heel treurigs. Het land waar Lafala het dichts bij zijn oorsprong, bij de plek waar zijn voorouders vandaan kwamen, kan komen is nauwelijks bereikbaar omdat de mensen die zijn voorouders tot slaaf hebben gemaakt (rijke Europeanen) zoveel jaar na de afschaffing van de slavernij nog steeds bepalen dat grote delen van het continent Afrika onveilig zijn voor zwarte mensen om er vrij te reizen.
De goed uitgewerkte thema’s rond macht, geld en onderdrukking maken Romance in Marseille een boeiende roman. Een groot deel van het boek speelt in kroegen en bordelen in de Quayside. Mackay voert allerlei kleurrijke types op en probeert een spannend plot op te bouwen. Hij slaagt er maar ten dele in er een avonturenroman van te maken. De wat simpele verteltrant lijkt soms nog niet helemaal uitgewerkt. Daarin is te zien dat het boek nog niet klaar was voor publicatie. Los hiervan is Romance in Marseille zonder meer een unieke roman van een unieke schrijver.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten