maandag 1 mei 2023

Alex Boogers – Wij zijn van diamant


 

Ik ben een liefhebber van het werk van Alex Boogers en keek uit naar deze nieuwe roman van hem. Zijn vorige roman Onder een hemel van sproeten is al van 2017. Daarna schreef hij poëzie, een pamflet en De zonen van Bruce Lee, een autobiografisch boek dat mede door Corona te weinig aandacht kreeg. Wij zijn van diamant is ruim 400 pagina’s dik, heeft veel herkenbare elementen uit zijn eerdere werk, maar is helaas een minder geslaagde roman geworden.

 

Wat Boogers goed kan is je vanaf de eerste pagina een verhaal inslepen. Dat gebeurt ook in dit boek. Het verhaal begint in een natuurpark in Seattle, waar een park ranger de eenentwintigjarige William naar de plek leidt waar zijn oudere broer Markus om het leven is gekomen. Het is bij een waterval, hij is waarschijnlijk van een rots gevallen. William is van streek en de ondervragingen, de rit in een politieauto en zijn verblijf in het hotel gaan in een roes aan hem voorbij. Hij is filosofiestudent en was vanuit Vlaardingen plotseling vertrokken naar Amerika. Zijn moeder, zus en broer wisten van niks. Markus is hem achterna gereisd om hem te overtuigen terug naar huis te komen of om ieder geval uitleg te geven wat hem bezielde om zomaar weg te gaan. In de dagen na de dood van Markus blikt William terug op zijn achtergrond en leer je de familie kennen. Boogers schakelt vlekkeloos tussen de gebeurtenissen in Seattle en de familiegeschiedenis in Vlaardingen. Het tempo ligt hoog en hij bouwt de spanning goed op. Vanaf de eerste pagina weet je dat er iets verzwegen wordt. Heeft Markus zelfmoord gepleegd, is hij door iemand vermoord of was het toch een stom ongeluk? Door de terugblikken krijg je langzaam een vermoeden.

 

De personages die Boogers hier opvoert zijn herkenbaar uit zijn eerdere werk. William en Markus komen uit een problematisch gezin, dat met moeite de touwtjes aan elkaar knoopt. De vader is onlangs overleden, de moeder houdt zich met moeite staande. De familie bestaat uit arbeiders, Vlaardingen wordt een naamloos gat genoemd en sociale ongelijkheid loopt als een rode draad door de familiegeschiedenis. Een vast element in zijn werk is dat iemand zich probeert te ontworstelen aan dit milieu, hier is dat William. Hij ontdekt het bestaan van boeken en wil doorleren. Hij gaat zelfs filosofie studeren, tot onbegrip van zijn broer. Aan het slot van het eerste deel vertrekt William met zijn dode broer naar Nederland. Maar vlak voor zijn vertrek krijgt hij een manuscript in handen dat Markus voor hem heeft achtergelaten. Het blijkt een tekst te zijn van Jacob Lovitz, een familievriend, waarin uitvoerig een familiegeschiedenis wordt verteld. Dit is het tweede deel van de roman en vormt een volledige roman op zichzelf, die grotendeels speelt in de Tweede Wereldoorlog.

 

In dit deel komen veel thema’s terug die in het eerste deel ook speelden, maar het verband is mager. Jacob was een puber bij het uitbreken van de oorlog. Zijn familie is Joods, maar zij waren niet godsdienstig. Uiteraard zoekt het gezin - vader, moeder en drie kinderen - naar veiligheid. Zij komen terecht bij familie in Amsterdam, later duiken zij onder op een verlaten boerderij in de buurt van Maasland. De geschiedenis die verteld wordt is zeer uitgebreid. Jacob begint nota bene bij Graaf Dirk lll en de veldslag in de elfde eeuw die gewonnen werd door de Vlaardingers. Een echo hiervan zie je terug bij de Vlaardingse verzetsstrijders in de Tweede Wereldoorlog die zich geuzen noemden. Het voeren van strijd, het niet opgeven en doorgaan klinkt in alle familieverhalen door. De vader van Jacob probeert zich gedeisd te houden, maar wordt net als diegenen die zich fel hadden verzet, die strijd leverden, ook opgepakt. Het idee, waar de titel naar verwijst, dat door verdrukking een mens gehard wordt en dus sterker wordt, is eigenlijk een illusie. Boogers lijkt te willen zeggen, dat het in extreme omstandigheden niet uitmaakt: strijd of niet, je gaat toch verloren.

 

Dit thema sluit aan bij de wil om te ontstijgen aan je milieu, zowel William als Jacob streven hiernaar. Jacob ontdekt in Amsterdam het bestaan van literatuur, krijgt later een baantje bij een krant en wil schrijver worden. Daarnaast is het je ergens thuis voelen een thema. Wil je weg uit Vlaardingen, waar kun je dan heen? En als je uit de onderduik terugkeert naar wat je huis was, kun je je hier dan nog ooit thuis voelen? Dit zijn mooie vragen die Boogers opwerpt, maar de opzet van dit tweede deel, de manier van vertellen is niet van het niveau dat we van hem gewend zijn. Boogers is bovenal zeer lang van stof en legt alles uit. Hij vertelt een groot aantal bekende verhalen over de Tweede Wereldoorlog: het bombardement op Rotterdam, de anti-Joodse wetgeving, de stakingen, de hongerwinter, de voedseldroppings, het kaalknippen van moffenhoeren, enzovoorts, enzovoorts. Natuurlijk moet je bij zo’n verhaal een tijdsbeeld geven, maar dit is gewoon te veel. Het meeste had achterwege kunnen blijven, waarmee het verhaal aan kracht had kunnen winnen. Hetzelfde geldt voor de eindeloze reeks familieleden en hun onderlinge verhoudingen. 

 

Het sterkste stuk speelt in de boerderij waar een deel van de familie zit ondergedoken. Maar ook hier heeft Boogers de neiging om alles uit te leggen, zelfs de meest voor de hand liggende zaken. Jacob is misschien erg naïef, maar dat betekent niet dat de lezer bij alles bij de hand moet worden genomen. Er vindt bijvoorbeeld een zelfmoord plaats, die je lang van tevoren ziet aankomen. Achteraf vraagt Jacob zich af hoe dit mogelijk was. Dit is een bevestiging van zijn naïviteit, maar de lezer heeft geen verdere uitleg nodig. Met deze uitleg versimpelt een auteur zijn verhaal, slaat het als het ware plat en haalt de spanning eruit. Daarbij komt dat Boogers sommige historische informatie wel erg gedetailleerd opneemt in het verhaal. Bizar is dat zaken die op de Wannseeconferentie zijn besproken doordringen tot de boerderij waar de onderduikers zitten. Zo zijn er meer dingen waarvan ik mij afvraag hoe de onderduikers dit hadden kunnen weten. Er zitten meer onwaarschijnlijkheden in het verhaal. De onderduikers mogen beslist niet van de boerderij af. Dan blijkt later dat de tante van Jacob contact had met een Duitser, maar dit kon geen kwaad want het was een bevriende Duitser. Ik vind het onwaarschijnlijk.

 

Na het lange tweede deel keert Alex Boogers in het derde deel van zijn boek terug naar William. Er komt een ontknoping, maar de spanning is uit het verhaal verdwenen. Eerlijk gezegd begrijp ik gewoon niet waarom hij zoveel pagina’s besteed heeft aan het oorlogsverhaal. Ik kan mij goed voorstellen dat een redacteur hem ook heeft aangeraden het tweede deel in te korten. Had hij dit gedaan en meer ruimte gegeven aan de terugkeer van William in Vlaardingen, dan was Wij zijn van diamant waarschijnlijk een mooie roman geworden.

Geen opmerkingen: