vrijdag 27 december 2019

Szczepan Twardoch – De koning


Szczepan Twardoch (1979) is in Polen een vrij bekende schrijver. Hij schreef diverse bestsellers. De koning is het eerste boek dat in het Nederlands is vertaald. De vertaalster Charlotte Pothuizen zegt in een interview over het werk van Twardoch: “Zijn romans worden gekenmerkt door ingenieuze constructies en spelen zich meestal af in het verleden, maar zetten je aan het denken over het heden.” Dit gaat  volledig op voor De koning. Het verhaal speelt eind jaren dertig van de vorige eeuw. De plek is Warschau, het milieu is crimineel.

Jakub Shapiro is een Joodse bokser. Hij werkt voor Jan Kaplica, bijgenaamd Peet. Zij verdienen hun geld met afpersing, drugshandel en prostitutie. Kaplica is een kleine klootzak, driftig en gewetenloos. Shapiro heeft juist veel sympathie bij de bevolking. Hij heeft een vrouw en twee kinderen, wat hem niet in de weg staat er verschillende andere vriendinnen op na te houden. De eerste scene speelt in de Stadsbioscoop die voor de gelegenheid is omgebouwd tot een boksarena. De Joodse boksclub strijdt tegen de Poolse boksclub. Zwaargewicht Shapiro wint zijn partij tegen Ziembiński. Daarna volgt een rit in de rode Chrysler van Kaplica en een bezoek aan een bordeel. 

Van deze avond wordt verslag gedaan door Moisje Bernstein, “ik ben zeventien jaar en ben geen mens, Ik ben niemand, ben er niet, besta niet, ik ben de magere, arme zoon van een niemand, en ik zie de man die mijn vader heeft gedood, ik zie hoe hij in de ring staat, mooi en sterk.” Het verhaal springt regelmatig vijftig jaar vooruit. De verslaggever heeft zijn naam veranderd. Hij woont ver weg, in Israël en zit achter zijn schrijfmachine. Shapiro heeft zijn vader vermoord, daarna heeft diezelfde Shapiro hem opgenomen in zijn gevolg. Twardoch speelt verderop in de roman heel mooi met dit perspectief van vijftig jaar later terugkijken.

Twardoch vertelt het verhaal in een hoog tempo. Eerst zie je de bende van Peet te werk gaan. Kaplica komt ieders ochtend in dezelfde broodjeszaak. Hij geeft daar zijn opdrachten aan Shapiro en anderen. Zij gaan uiterst gewelddadig te werk. Uitvoerig worden de vele vuurwapens met elkaar vergeleken. De Browning Hi-power kaliber 9 mm met dertien patronen gebruikt Shapiro het liefst. Hoewel, “de kaliber .45 maakt de beste gaten in mensen.” 

’s Avonds komt het gezelschap graag bij Ryfka, een ex van Shapiro. Zij runt een bordeel, waar de meest walgelijke dingen gebeuren. Peet, die zelf zeer klein van stuk is, verlustigt zich aan jonge meisje. Een man die als bijnaam de Dokter heeft is zeer agressief. Hij mishandelt een meisje zo ernstig dat zij na afloop met gebroken neus en ander letsel naar het ziekenhuis wordt afgevoerd. En dan is er nog Pantaleon Karpiński. Na een gruwelijke moord, waarbij het slachtoffer in stukken wordt gesneden, gaat hij naar huis om zijn vrouw te mishandelen. Daarna lezen we dat hij gen alcohol drinkt, omdat dat volgens hem het slechtste in de mens naar boven haalt. Pantaleon heeft lang zwart haar. Daarmee verbergt hij zijn tweede gezicht, waar hij vroeger mee in het circus optrad.

De roman gaat niet alleen over het criminele milieu, maar laat ook de vele politieke stromingen, met hun eigen knokploegen en criminele activiteiten zien. Zo zijn er binnen de Joodse gemeenschap diverse richtingen, waaronder de zionisten. Er zijn communisten, nationalisten en de falangisten, uitgesproken fascisten die Hitler bewonderen. Je leest over strengere regels voor Joods studenten - een apartheidspolitiek – en het verzet ertegen. De bende van Peet steunt dit verzet, wat met veel geweld gepaard gaat. De verschillende partijen zijn goed uit elkaar te houden, hoewel Twardoch wel erg veel namen en sub-stromingen noemt. Zo is hij ook nogal precies in het noemen van wijken en straten in Warschau. Dit maakt zijn verhaal levensecht, net als het invoegen van hele zinnen in het Jiddisj, gelukkig met vertaling in voetnoten.

Wanneer Peet op een gegeven in de val wordt gelokt en door de politie wordt afgevoerd naar concentratiekamp Bereza ontspoort de boel. Verschillende criminelen willen de macht overnemen en er dreigt zelfs een staatsgreep. Jakub Shapiro is de spil in deze straatoorlog. Hij moet een aantal beslissingen nemen, vooral op persoonlijk vlak: in Warschau blijven of emigreren, bij zijn gezin blijven of voor zijn nieuwe liefde kiezen, iedereen uitmoorden of toch stoppen met dit zinloze geweld? Op schitterende wijze laat Twardoch alle opties tot het einde toe open. Je blijft geboeid lezen en weet echt niet welke kant het verhaal op zal gaan. 

Ondanks de beschreven wreedheden is De koning een mooie, zeer goed opgebouwde roman. Alle personages zijn zonder uitzondering gewetenloos, toch zijn  ze heel verschillend en menselijk. De moraal, het geweten, beeldt Twardoch uit in de vorm van een potvis uit het verhaal van Jonas. Deze Litani zweeft af en toe boven de gebeurtenissen, meestal zonder iets op te slokken. Het boek is door anderen filmisch genoemd. Ik sluit mij hierbij aan en verwacht dat de filmrechten spoedig verkocht zullen worden. En ik kijk uit naar de vertaling, die er hopelijk komt, van het tweede deel onder de titel Het koninkrijk.

Geen opmerkingen: