Rivierenuit 2016 bevat drie verhalen waarin een rivier de hoofdrol vervult. Het eerste verhaal luisterde ik via storytel. De auteur leest zelf voor. Hij heeft een geweldig stem. Twee nadelen van luisteren – vooral in bed – is dat het te langzaam gaat en dat je gedachten afdwalen. Bij verhaal twee raakte ik het spoor bijster en begon ik opnieuw, nu lezend.
De drie verhalen zitten erg goed in elkaar. Driessen wekt vanaf het begin van een verhaal dreiging op, die niet meer overgaat. Het eerste korte verhaal speelt in de Ardennen. Een acteur, die op zijn retour is, vaart met een kano een rivier af. Hij is alleen en hij is verbitterd. Kennelijk wil hij iets bewijzen met deze tocht. Hij voelt zich superieur en boven de wet verheven. Zijn voornemen om te stoppen met drinken houdt hij niet lang vol. Wanneer hij aanmeert voor de nacht en zijn tent opzet op een stuk land van een boer, weet je al dat dit verkeerd zal aflopen. Een kudde koeien dringt zich aan hem op. Het regent. De man is verbitterd. De waarschuwing van de boer om te vertrekken slaat hij in de wind.
Het tweede verhaal, meer een novelle, is een stuk langer, speelt in Duitsland en begint eind negentiende eeuw in de leefwereld van vlotters, een verdwenen beroepsgroep. Vlotters zijn mannen die boomstammen vervoeren over de rivier. De stammen zijn als een vlot aan elkaar gebonden. De mannen leven op het vlot. Het verhaal draait om twee mannen. Julius is de zoon van de baas, voorbestemd om zijn vader op te volgen. Konrad wil als kind al graag vlotter worden. Op veertienjarige leeftijd mag hij voor het eerst mee om stammen te vlotten. De twee worden geen vrienden; hun levens blijven met elkaar verbonden, hoewel zij elkaar soms jaren niet zien. Konrad verblijft het liefst op het water, hij heeft geen vrienden, ook geen vrouw.
De vlotten worden steeds groter, de onderneming groeit. Maar het einde van de vlotterij is in zicht. Stoomschepen bezetten de rivier, het vlotten is ouderwets en tijdrovend. De levens van Konrad en vooral Julius lopen gelijk op met deze trend. Zij kunnen niets anders, met het verdwijnen van de vlotterij, zullen ook zij verdwijnen. Los van alle symboliek geeft dit verhaal een prachtig beeld van de verdwenen wereld van vlotters.
In het laatste verhaal is de rivier een grens die niet overschreden mag worden. Ergens in Noord-Frankrijk doorsnijdt een rivier een dal dat bezit is van twee families. Iedere familie bezit het land aan één kant van de rivier, maar de ligging verandert, de rivier verplaatst zich soms ieder jaar. Hierover wordt al generaties geruzied. De ene familie is Katholiek, de andere protestants. Er vallen doden en gewonden. Een notarisfamilie bemiddelt al decennialang, zonder resultaat. De zinloosheid van het conflict wordt steeds duidelijker. Alleen een ramp kan een uitkomst bieden.
Ook in dit verhaal is de spanning te snijden. Je weet dat er dingen vreselijk mis gaan, toch verrast Driessen de lezer met weer een nieuwe wending. Natuurlijk staat de rivier in de drie verhalen voor iets groters. Driessen legt hier gelukkig niet te zeer de nadruk op. Wat de verhalen verder verbindt zijn de onuitgesproken gevoelens van de personages. In het eerste verhaal brengt het kanoën de acteur in eerste instantie verlichting, hij praat vooral tegen zichzelf, zijn boosheid verdwijnt er niet door. In het tweede verhaal spreekt Julius zich niet uit tegenover Konrad, zelfs niet op de plek waar Konrad zich het meeste thuis voelt, op het vlot. Uiteindelijk zijn er geen woorden meer nodig. In het laatste verhaal voedt de wispelturige rivier de wederzijds toorn tussen de families. Veel leed had voorkomen kunnen worden als de partijen zich eerder hadden uitgesproken naar elkaar. Zo kun je nog heerlijk doorfilosoferen over de rol van de rivier in deze drie verhalen, die ik met veel plezier las: na het lezen van Pelikaanweer een reden om meer van Martin Michael Driessen te gaan lezen.
1 opmerking:
Ik had precies hetzelfde toen ik eens een luisterboek probeerde. Een podcast gaat dan beter, omdat die gemaakt is om naar te luisteren.
Dit boek moet ik nog altijd eens lezen, komt vast ooit wel!
Een reactie posten