Benzakour
is net als Inge Schilperoord (Muidhond) en Hugo Blom (Een kleine moeite)
genomineerd voor de ANV-debutantenprijs 2016. De twintiger Moebdi reist af naar
zijn geboortestreek in Marokko. Hij zoekt een bruid, een schone maagd. Dat valt
niet mee.
Zijn
geboortedorp is een vrij primitief oord. Als kind was hij er gelukkig, maar er
was veel armoede. Een wc bestond er
niet. Poepen deed je ergens op de vlakte achter het huis. Je kont veegde je af
met een steen: als je geluk had een mooi gladde, als je pech had greep je naar
een steen die al eens gebruikt was.
Het huis
van zijn ouders ligt er verlaten bij. Hij ruimt de boel op en installeert zich.
Hij ligt in een hangmat op het dakterras en fantaseert over zijn ideale vrouw:
mooi, trouw, slim en maagd.
De eerste
pogingen om in contact te komen met zijn droomvrouw mislukken. De meisjes die
hij aanspreekt wijzen hem af, negeren hem of lopen gewoon weg. Anderen zijn te
lelijk of gewoon te hoerig; daar kun je thuis ook niet mee aankomen. Benzakour
geeft een clichébeeld van de meisjes in Marokko, maar dit is ook ironie.
De vage
vrienden en familieleden die Moebdi ontmoet geven hem weinig steun. Zij zijn
aardig, maar denken alleen aan zichzelf. Hij lijkt erop dat iedereen elkaar
hier voortdurend bedriegt en voorliegt. Hij zocht naar wonderdokters en
tovenaressen. Uit ellende bezoekt hij soms een hoer. Een aardig en kuis meisje
gaat met hem mee met een autoritje. Zij is lief en oogt betrouwbaar. Later
blijkt zij drie telefoons in haar tasje te hebben en een aangebroken pakje
condooms. Hij wist meteen haar nummer.
Het enige
wezen waar Moebdi een eerlijk gesprek mee voert is Gadoezj, de ezelin van de
buurman. Hij komt er tot zijn schrik achter dat zij kan praten. De ezelin legt
uit dat dit komt omdat zij ooit is verkracht. Het zaad brengt de dieren aan het
praten. Zij is niet de enige, maar de meestal zwijgen de dieren tegenover de
mensen.
De ezelin
blijkt het enige intelligentie wezen in het hele verhaal. Zij probeert Moebdi te weerhouden te zoeken naar een bruid. Het
gezelschap van een vrouw is geen koopwaar. Je moet kiezen voor de liefde: ”wie
een lange reis onderneemt, zoekt een aangename reisgezel, iemand bij wie hij
zich kan aansluiten.”
Door de
onaangename afwijzingen van meisjes en de raadgevingen van de ezelin begint
Moebdi langzaamaan te twijfelen. “Met het huwelijk begint het ware leven. Maar
wat houdt dat in? Ik heb weleens gehoord dat de grootste oorlog de oorlog is
tegen de sleur.”
Benzakour
geeft zo een grappig beeld van de zoektocht naar de bruid en de corrupte
samenleving waar Moebdi in verzeild is geraakt. Er heerst voortdurende
achterdocht en er is veel stiekem gedoe. Het is slapstick, maar soms ook
schrijnend. De scheiding tussen de mannenwereld en de vrouwenwereld is volledig.
Daarbij worden vrouwen uitsluitend gezien - in de fantasie van mannen - als
maagden of als hoeren.
Moebdi
walgt steeds meer van zichzelf. Hoe komt het toch dat hij zijn doel niet
bereikt. Een bedelaar zegt het hem. “Omdat onze vrouwen satans zijn en jij een
engel!” Hij gaat er bijna zelf in geloven.
Hij overweegt
zelfs te trouwen met een salafistenmeisje, een boerkagrietje. Gadoezj raadt het
hem af. “Het salafistengrut is doodsaai. En erger nog, bedilleriger en volstrekt
fantasieloos.” Het maakt Moebdi niet meer uit. Bepaalde dingen moet zij niet
bij hem flikken. “Ik kan goed stenigen.”
Uiteindelijk
komt Moebdi dankzij de ezelin tot andere dromen en inzichten. Berusting is zijn
lot. Mohammed Benzakour heeft met ‘De koning komt’ een geslaagd debuut
geschreven. De titel verwijst overigens naar de koning waarvan iedereen steeds
zegt dat hij naar het dorp komt. De mensen worden er hoopvol van. De wegen
zullen opgeknapt worden.
Al met al
vond ik de ‘De koning komt’ met bijna 400 pagina’s iets te lang duren. Ingekort
had de roman, denk ik, aan kracht gewonnen. De dialogen met de ezelin zijn
grappig maar kregen op den duur steeds hetzelfde patroon. Ik ben benieuwd of
hij de winnaar wordt van de ANV-debutantenprijs. Voor mij is ‘Muidhond’
favoriet.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten