Dikke
Freddy besluit te verhuizen. In Antwerpen is hij uitgeprocedeerd. Hij komt op
de wachtlijsten geen stap vooruit; “omdat ik voortdurend langs links en rechts
voorbijgestoken word omdat ik zogezegd geen personen ten laste heb”, schrijft
hij aan Bart de Wever, burgemeester van
Antwerpen.
Hij zocht
te verhuizen naar Knokke, maar vanwege “een onverkwikkelijk dispuut met de
treinbegeleider" belandt hij in zijn geboortestad Oostende. Hier zet hij zich,
net als in Antwerpen aan het schrijven van brieven. Dikke Freddy voelt zich
onbegrepen en achtergesteld.
Meestal is
hij te vinden in café Cour of café De Pelikaan. Door omstandigheden heeft hij
al jaren geen werk. En ook een huis om te overnachten ontbreekt. Hij schrijft
naar de uitbater van Theater aan Zee om zich aan te melden als vrijwilliger. De
burgemeester krijgt gratis adviezen van hem. En Vanessa Vens, de voorzitster
van het OCMW, een maatschappelijk instelling waar hij zijn leefgeld van
ontvangt, krijgt post van hem.
Dikke
Freddy is de rol van Erik Vlaminck, die hij aanneemt om grote en kleine
misstanden aan te kaarten. Erik Vlaminck werkte zelf in de dak- en
thuislozenzorg en kent de wereld van Dikke Freddy goed.
Dikke
Freddy is een verschoppeling. De wereld om hem heen verandert. Hij is de dupe.
Hij drinkt meer dan goed voor hem is, maar is ook onweerstaanbaar grappig.
Aan de
directeur van De Grote Post, een cultureel centrum, schrijft hij dat hij zich
sinds de kerst na sluitingstijd laat insluiten in het centrum. Hij gedraagt
zich netjes, kijkt een televisieserie, wast zich ’s morgens en drinkt koffie.
Als wederdienst laat hij een hoeveelheid suikertjes achter die hij meebracht
uit café De Pelikaan.
Ineens
hebben vier collega-daklozen deze slaapplaats ontdekt. Zij maken er rotzooi en
verstoren de rust. Dikke Freddy biedt zich daarom bij de directeur aan als
nachtwaker, opdat de zaken niet verder uit de hand lopen.
Tijdens het
theaterfestival ontmoet hij vele bekenden uit de theaterwereld en van
televisie. Hij sluit weddenschappen af en krijgt voldoende te drinken. Het café
zit vol. “Een categorie apart zijn de politiekers. In café Cour zitten er
altijd meer dan in het parlement.”
Deze
brieven van Dikke Freddy zijn wederom een feest om te lezen. Erik Vlaminck is
voor mij de grootste hedendaagse Vlaamse schrijver. De vraag rest hoe Dikke
Freddy aan zijn bijnaam komt. Zelf schrijft hij: “Omdat mijn lichaam meer vocht
inneemt dan het afscheidt noemt men mij Dikke Freddy.”
Geen opmerkingen:
Een reactie posten