zaterdag 21 maart 2015

W.F. Hermans – Het geweten van de Groene Amsterdammer



Het lezen van het tweede deel van de biografie van Hermans inspireert om boekjes van en over Hermans aan te schaffen die ik nog niet bezat. ‘Het geweten van de Groene Amsterdammer of volg het spoor omhoog’ is een brochure uit 1955 en gericht tegen J.B. Charles. Het  werd uitgebracht als Mandarijnen op zwavelzuur  nummer 1.


De brochure veroorzaakte in 1955 veel ophef. J.B. Charles was een gerespecteerde verzetsman. In zijn boek ‘Volg het spoor terug’ deed hij verslag van zijn ervaringen tijdens de bezetting. Hij had een duidelijke boodschap: de Nederlander nam te weinig een standpunt in en bleef ten onrechte passief in de oorlog; neutraliteit is niet mogelijk, je moet kiezen.

Het oorlogsdenken in goed en fout zette J.B. Charles voort na de oorlog. Hij kon West-Duitsland begin jaren 50 niet zien als een normaal land. Herbewapening van West-Duitsland betekende voor hem herbewapening van het fascisme.

Hermans’ kritiek op J.B. Charles ging nog niet eens zozeer over de inhoud van het boek. In de brochure noemt hij ‘Volg het spoor terug’ zelfs het beste boek dat er over het verzet is geschreven in Nederland.

Een eerste bezwaar van Hermans dat het een bundeling eerder geschreven stukjes uit Podium is, vind ik wat flauw. Meer hout snijdt de opmerking dat met het accepteren van een prozaprijs  J.B. Charles erkende dat het een roman was. Daarmee werd het een ongevaarlijk boek.

Verderop in de brochure gaat Hermans feller in de aanval, met name over de keuze van J.B. Charles voor de derde weg en zijn beroep op het geweten. “Hij is langzamerhand zich als HET GEWETEN van Nederland gaan beschouwen.”

Aanleiding hiervoor was een taai artikel in de Groene Amsterdammer van J. B. Charles, waarin hij opriep te tekenen voor elke petitie gericht tegen herbewapening van (West-) Duitsland.

De derde weg was een keuze in de koude oorlog tussen Amerika en Rusland. In de praktijk was het vooral links Nederland dat hiervoor koos. Hermans merkte vol cynisme op dat je je dan geen communist hoefde te noemen en de benoeming aan een universiteit niet in gevaar kwam.

De kern van Hermans betoog - los van alle grappen en steken onder water tussendoor – staat nog steeds overeind. De keuzes tijdens de oorlog waren niet zo zwart-wit als J.B. Charles het voorstelde; goed en fout zijn niet zo helder te scheiden.

J.B. Charles zag het fascisme als uniek. De zwarte kanten van het communisme zag hij minder goed. Voor Hermans waren de wreedheden in Duitsland en Rusland van hetzelfde kaliber. Hij verweet J.B. Charles  dat hij geen oog had voor bijvoorbeeld de inval in Polen en de bezetting van de Baltische staten door de Sovjet-Unie. En de oorlogszucht van de Fransen was ook niet minder dan die van de Duitsers.

J.B. Charles keurde met terugwerkende kracht een boek van Céline af omdat hij later antisemitische pamfletten had geschreven. “Iemand die met de duivel omgaat kan nooit een goed boek geschreven hebben.” Voor Hermans was zo’n standpunt onbegrijpelijk. Het ging hem om de esthetiek, niet om de moraal.

De brochure zorgde voor een hoop rumoer in de Nederlandse letteren en daarbuiten. Hermans werd zowat verketterd. En natuurlijk werd hij weer voor fascist uitgemaakt. Maar los van de soms botte toon en de flauwe grappen over de kaalheid van J.B. Charles, ben ik het eens met het realisme van Hermans.

Met expliciet een beroep doen op de moraal en op je geweten, zoals J.B. Charles deed, ben je juist eerder blind voor de werkelijkheid en maak je juist eerder foute keuzes.

Geen opmerkingen: