Ik was erg blij met de keuze van Dimitri Verhulst als
schrijver van het Boekenweekgeschenk. Zijn werk sluit nauw aan bij het thema
waanzin. In bijna elk boek van hem komen verschoppelingen of gekken voor. Of zo
worden zij gezien door anderen. In ‘De zomer hou je ook niet tegen’ - overigens een
uitstekende titel - is de gek een zwaar
gehandicapte jongen, die op de dag dat hij zestien wordt, door een man van
begin zestig wordt meegenomen uit een inrichting.
De man heet Pierre en is een bekende van hem. Hij is de
enige die de jongen nog weleens bezoekt en hem dan buiten de inrichting
rondrijdt in zijn rolstoel. Deze keer gaat het uitstapje verder. Pierre voert de
jongen, die hij namen geeft van bekende componisten, mee naar Frankrijk. Op een
berg in de Provence vertelt hij het verhaal hoe hij zijn moeder ontmoette.
‘De zomer hou je ook niet tegen’ is een liefdesverhaal. Het
is een intense liefde tussen de verteller en de moeder. De jongen is de
tragische nasleep van deze liefde, de anticlimax of misschien wel een straf
voor het maken van een verkeerde keuze. Dit verhaal is aardig, niet heel bijzonder. Dat is wel de
vertelkunst van Verhulst. Op elke pagina staan zinnen die ik hier kan citeren.
Laat ik dat daarom maar doen.
Wanneer Pierre zijn
liefde ontmoet woont hij samen met een ander. “Monogamie is een interessante
attitude voor onze partner, voor zichzelf is een mens daar altijd net iets
soepeler in…” En: “Er zijn dingen die gebeuren, Chopin. Appels vallen van
bomen, wolken trekken over, en af en toe staat de naam van diegene met wie je
in bed ligt niet naast de deurbel.”
Zinnelijk schrijft Verhulst over het samengaan van zijn
boeken met die van zijn nieuwe liefde. Hij zag hen opfleuren. “ Misschien kan
ik dat tegen jou vertellen, Chopin, gekken hebben temets nog de bereidheid te
geloven dat boeken geantropomorfiseerd mogen worden, dat ze kunnen lachen en
huilen, voelen, beminnen…Ik zeg je, jongen, toen mijn boeken naast die van jouw
moeder kwamen te staan, waren ze opeens weer blij geschreven te zijn. … Het was
een gelukkige boekenkast. Onze leesvoorkeuren smolten samen als wijzelf.”
Het samen wellustig eten komt in Pierre’s verhaal voorbij,
champagne met oesters bijvoorbeeld. “Het basale genot… Ik zeg je, vertrouw
nooit mensen die geen oesters eten, ze zijn waarschijnlijk frigide.” En tot besluit duikt naast deze schrijverij over de liefde
ook de cynische Verhulst op in dit Boekenweekgeschenk, een lang citaat:
“Het
voortbestaan van de soort vertrouwt voornamelijk op ongelukjes, weet je. Met liefde alleen kreeg geen
enkele variëteit binnen het beestenrijk zich van prototijd naar vandaag
gesleept. Dat wist de natuur. Er was de inventie van het jolige klaarkomen voor
nodig geweest om de familiefeesten luidruchtig te houden. Drift, de motor van
de teling. Zonder drift vertakt de stamboom niet. Vroegtijdige ejaculaties en
verkrachtingen vormden doorheen de era’s en de species de sleutel tot
overleven, het spijt me als ik daarmee je naïeve ziel heb gekwetst.”
Geen opmerkingen:
Een reactie posten