Het
prozadebuut van Heeresma stamt uit 1963. ‘Bevind van zaken’ bevat, zoals hij
zelf schrijft, acht novellen. In de verhalen draait het om de eenling. De tijd
en plaats van een verhaal is vaak onduidelijk, de sfeer surrealistisch.
In het
verhaal Gallico komt een jongeman vanuit de woestijn aangelopen in het gehucht
Gallico. Je weet niet waar hij vandaan komt of waarheen hij op weg is. Hij trekt
in bij de eigenaar van een drugstore. Later ontmoet hij een merkwaardige
kunstenaar en diens dochter en gaat bij hen wonen.
Tegen de zin
van vader en dochter in verlaat hij op een nacht hun huis. Hij komt aan bij een
drukke verkeersweg, maar het lukt hem niet de stad te bereiken. Niemand stopt
voor hem. De plaatselijke agenten kunnen niets voor hem doen. Zij mogen beslist
geen mensen meenemen. Hij kan niet weg, maar mag ook niet blijven in Gallico.
In ‘In het
voorbijgaan’ is de hoofdpersoon ook een jongeman. Je weet iets meer van hem:
hij woont bij een hospita en heeft een kantoorbaan. Hij ontmoet een meisje aan
het strand en gaat met haar mee. De kamer en het werk worden opgezegd. Zij zijn
een tijdje gelukkig, tot het meisje genoeg van hem heeft. Hij valt terug in
zijn oude bestaan en betrekt zijn oude kamer.
“Nauwlettend
had hij rondgekeken maar er was niets veranderd. Er is trouwens weinig om te
veranderen, dacht hij en stak een sigaret op. Aan zijn voeten opende zich
langzaam een kloof van verveling. Hij staarde ernaar tot zijn ogen traanden,
sloot ze dan, spreidde zijn armen en liet zich vallen.”
In de andere
verhalen is het niet anders. De eenling verkommerd: als succesvol zakenman op
de bovenste verdieping van een kantoortoren of als student verstopt in een
kamer met uitzicht.
In het
verhaal Franciscus en de goede god neemt een kind van twaalf het werk van de
overleden vader over. Hij gaat voor een jaar de mijnen in. Zijn broer gaat
terug naar het klooster om zijn studie voort te zetten.
De verkommering
gaat in het verhaal 'Alg' zover dat twee mannen in een kale kamer op bed
liggend overwoekerd raken met algen en hierdoor verstikken.
Deze eerste
verhalen van Heeresma hebben nog niet helemaal de kracht van zijn latere werk.
De sfeer is beklemmend en doet soms denken aan Bordewijk of aan de surrealistische
verhalen van Hermans. De personages blijven echter vaag. Vooral als je acht
verhalen achter elkaar leest, gaat het zinloze streven (of niet-streven) van de
hoofdpersonen wat tegenstaan. En de relativerende humor ontbreek nog geheel.
Verder is het een uitstekende debuut.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten