woensdag 6 augustus 2014

Marion Vredeling - Godin van het vuil



Godin van het vuil is het debuut en het enige boek van Marion Vredeling. Het is een verhalenbundel uit 1997. Eigenlijk zijn het twee boeken. Het eerste deel bevat zeven verhalen. Het tweede deel bestaat uit een gedenkwoordenboek, een woordenboek met uitdrukkingen die haar opa, oma en hun kinderen gebruikten.


De verhalen gaan allemaal over mensen aan de rand van de samenleving: een oude vrouw die op sterven ligt en zich van iedereen heeft afgekeerd, een jongeman op een feest die er als een zwerver bijloopt. Er is altijd één iemand in de omgeving die zich bekommert om de verschoppeling, of gewoon interesse heeft in de persoon.  De jongen van het feest wordt later door de ik-figuur thuis opgezocht; hij is niet gewend visite te ontvangen.

De stervende vrouw heeft een familielid, Corrie, die haar verzorgt, de po leegt en het huis schoon houdt. Als zij sterft in het ziekenhuis is Corrie er niet bij. De zuster kijkt verwijtend, maar Corrie wist niet dat haar doodgaan gepland was.

Zach in het gelijknamige verhaal is de mysterieuze buurman van Sylvia. Hij is slordig en Sylvia zorgt op afstand voor hem. Zij leegt de vuilnisbak en bekijkt zijn afval. Zij communiceren via dit afval. Zach weet dat zij zijn vuil bekijkt en weet ook meer van haar dan zij in eerste instantie beseft. Of verbeeldt zij zich het maar. Op een dag is Zach weg.

Het is een mooi verhaal en net als een andere verhalen van Vredeling is niet alles begrijpelijk. Over begrijpelijkheid laat zij een personage zeggen: Als je een gesprek voert, vinden mensen het nooit goed als ze niet begrijpen wat je bedoelt. Dan willen ze dat je altijd alles precies uitlegt. De spreker houdt een klein pleidooi voor onbegrijpelijkheid.

Het gedenkwoordenboek is heel anders dan de verhalen. In alfabetische volgorde komen familie-uitdrukkingen voorbij. Ik ga ervan uit dat de uitdrukkingen en verhalen echt uit Vredelings eigen familiegeschiedenis stammen, maar het kan natuurlijk ook allemaal verzonnen zijn.

Het woordenboek bevat woorden en zinnen die buiten de familie veelal niet bekend waren, zoals: Haalmeier, Laat ie Hess heten, Ploempje, Op Lammert loeren, Kets tegen de regenton! Het draait natuurlijk om de verhalen die erachter zitten: een gebeurtenis, waarbij iemand iets geks zei, dit werd herhaald en raakte ingeburgerd in het gezin. Een groot aantal verhalen gaan over de oorlog.

Bij veel woorden kun je de betekenis aanvoelen, een voorbeeld: Taddiken is een onfrisse bezigheid. Met een stinkerig, onuitgespoeld vaatdoekje de tafel afvegen en tegelijkertijd er nog even mee over de mond van een kwijlend kind gaan; dat is taddiken. Of je niet goed wassen, met een moekerig washandje, zonder gul te zijn met veel water dat noem je ook taddiken. Een taddik is een vuilak of een smeerpoets.

Nadat ik dit citaat had opgeschreven zocht ik het woord taddik op. Het staat in de etymologenbank en komt voor het eerst in geschreven vorm voor in 1929.

Geen opmerkingen: