donderdag 20 februari 2025

Anne Broeksma - Een verhaal met schubben


 

Anne Broeksma is schrijver en dichter en is al vanaf haar jeugd geïnteresseerd in natuur en dieren. Bij toeval kwam het schubdier op haar weg en ze raakte erdoor gefascineerd. In 2017 bedacht zij dat er een boek over te schrijven viel, maar kreeg de vraag of dat wel ging lukken, een heel boek vullen met één dier. Zes jaar later vraagt ze zich af hoe zij over het schubdier slechts één boek kon schrijven. Zij heeft met het prachtige Een verhaal met schubben laten zien dat het schubdier een onuitputtelijk bron van verhalen en onderzoek is. In het boek beschrijft ze haar eigen zoektocht, gaat zij op verschillende plaatsen in Afrika en Zuidoost Azië op zoek naar dit wonderlijke wezen en vertelt zij het verhaal van stroperijen en illegale handel. Na lezing kun je concluderen dat in vergelijking met het intelligente en schattig uitziende schubdier de mens een dom en wreed wezen is.

 

Voordat Broeksma haar zoektocht begint op andere continenten onderzoekt zij eerst de voorgeschiedenis van het dier. Europese ontdekkingsreizigers en biologen hebben geschreven over het schubdier, dat gezien werd als reptiel, draakje, schildpad of vis. Het dier was niet in gevangenschap te houden, het wist vaak te ontsnappen en overleefde het opgedrongen dieet en de stresssituatie meestal niet. Gevangen wilde dieren werden vanaf de zeventiende eeuw een trofee voor de rijken die dik verdiende aan koloniale uitbuiting. Een schubdier kon slechts in opgezette vorm of als tekening bewaard blijven. Ideeën over natuur waren toen ook heel anders dan nu: natuur moest vooral bestreden worden.

 

Uit diezelfde tijd stamt de verwarring over het onderscheid tussen gordeldieren en schubdieren, die tot nu voortduurt. Beide soorten zijn mierenetende zoogdieren, die zich bij gevaar oprollen. De eenentwintig soorten gordeldieren leven in Amerika, de acht soorten schubdieren in Afrika en Zuidoost Azië. Ze zijn niet aan elkaar verwant maar hebben in de loop der tijd zich op vergelijkbare wijze ontwikkeld, zogenaamde convergente evolutie. Andere verschillen zijn dat gordeldieren kunnen rennen en nooit in bomen klimmen, zoals sommige soorten schubdieren gewoon zijn. Daarbij, gordels zijn wat anders dan schubben en, schrijft Broeksma, er zijn meer verschillen, “Als je het eenmaal ziet, wordt het moeilijk nog overeenkomsten te vinden.’

 

Broeksma doet niet zomaar onderzoek, maar begeeft zich in het leefgebied van schubdieren om ze zo dicht mogelijk te naderen en te begrijpen. Ze reisde er onder meer voor naar Tanzania, Cambodja en Taiwan. Het zijn schuwe dieren die veelal ’s nachts jagen en geen vaste routes hebben. Ze zitten in holen die zich soms meters onder de grond bevinden. Per dag kunnen ze tienduizenden mieren verorberen. Deze manier van leven is de eerste reden dat je ze niet zomaar te zien krijgt als je door hun leefgebied trekt. Maar de voornaamste reden is natuurlijk de menselijke invloed. Ze werden en worden fanatiek bejaagd vanwege de geneeskrachtige werking die de schubben zouden hebben en omdat met name rijke Chinezen en Vietnamezen grof geld betalen voor bushmeat. Het verdwijnen van leefgebieden en het gebruik van landbouwgif werkt ook tegen hen. Tegenwoordig staat het schubdier bekend als een van de meest bejaagde zoogdieren en worden de acht soorten met uitsterven bedreigd. Om de omvang te schetsen van de handel in wilde dieren; deze is de op vier na grootste illegale handel ter wereld, na wapens, mensen en drugs.

 

Van dichtbij, bijvoorbeeld In Cambodja, ziet Broeksma hoe lastig het is om schubdieren te beschermen. Vaak leefde de lokale bevolking traditioneel van de jacht; tegenwoordig is jagen op schubdieren bijna overal verboden, maar kun je het een arme boer kwalijk nemen dat hij jaagt als een gevangen schubdier gelijkstaat aan een maand voedsel. Door het ontwikkelen van ecotoerisme wordt op veel plaatsen een alternatief geboden voor de plaatselijke bevolking. Daarmee moet deze afzien van hun traditionele manier van leven en Broeksma geeft aan dat je dit toerisme ook kunt zien als een voortzetting van het kolonialisme. En helemaal sluitend is deze oplossing sowieso niet, veel gidsen in natuurgebieden proberen soms met jagen wat bij te verdienen.

 

Broeksma is niet altijd pessimistisch. Zij ziet in Vietnam en elders mensen die zich enthousiast inzetten voor het behoud van de soort, dat van oudsher op veel plaatsen als geluksbrenger wordt gezien en om die reden niet gedood werd. Zelf werkt ze enige tijd in een opvang en verzorgt er in beslag genomen schubdieren. Zij spreekt met diverse onderzoekers die zich enorm inzetten om meer van de soort te weten te komen. De laatste jaren is de wetgeving aangescherpt. Voor de handel in soorten als het schubdier kun je in sommige landen celstraffen tot tien jaar krijgen. Sinds kort worden Afrikaanse reuzenhamsterratten getraind om gesmokkelde schubdieren op te sporen.

 

Uiteindelijk is het enige wat echt kan helpen een afnemende vraag, maar het geloof in de geneeskrachtige werking van de schubben zit diep. “Magisch geloof in het schubdier kan lokaal misschien bijdragen aan hun bescherming; op industriële schaal betekent het hun ondergang.” Het eten van schubdieren, het liefst aan tafel geslacht, geldt voor rijke Vietnamezen en Chinezen tegenwoordig als een statussymbool. Tegen het eind van haar mooie en soms verontrustende boek ontkomt Anne Broeksma er niet aan stil te staan bij de Corona-epidemie. Plotseling was het schubdier wereldnieuws omdat het zoogdier het virus op de mens zou hebben overgebracht. Naderhand bleek dit zeer twijfelachtig, maar: “Je zou bijna hopen dat er inderdaad een schubdier betrokken was bij de opmars van SARS-CoV-2. Dat het meest gestroopte zoogdier zich door middel van een virus tegen het meest stropende zoogdier heeft gekeerd.”

Geen opmerkingen: