De hoofdpersoon in De ziener is een soort personage dat je zelden tegenkomt in de Nederlandse literatuur. Pieter Le Roy is een voyeur en is zich bewust van zijn afwijking. Hij houdt ervan om vrijende paartjes van dichtbij te begluren, maar het is meer een dwangmatig neiging dan een liefhebberij. Vaak wordt hij betrapt en het moment dat de betrapte vrijer hem nadert om hem een pak slaag toe te dienen ervaart hij als een geluksmoment. De roman kwam uit in 1959, in een periode waarin Vestdijk een aantal delen uit de Anton Wachter reeks publiceerde. Ik geloof niet dat er autobiografische elementen in De ziener zitten, maar het decor is herkenbaar: een provinciestad waar iedereen elkaar kent en afwijkend gedrag van stadgenoten via roddel en achterklap alle kringen van het stadje bereikt en uitgebreid wordt besproken.