Vestdijk voltooide in oktober 1959 De filosoof en de sluipmoordenaar, de eerste druk van de roman verscheen in 1961. Het is een historische roman die speelt in 1722 met Voltaire in een hoofdrol. Volgens Maarten ’t Hart is het een van de lichtvoetigste, aantrekkelijkste en amusantste romans van Vestdijk. Ik weet niet of ik het hiermee eens ben, maar het kost de lezer in ieder geval geen enkele moeite het verhaal, dat vooral bestaat uit ontmoetingen tussen Voltaire en slechts enkele personages, te volgen. Dit is wel eens anders bij Vestdijk.
De filosoof en de sluipmoordenaar is ook een spannend boek. De plot draait om de moord op de Zweedse koning Karel XII in 1718. Voltaire, die in het gewone leven François-Marie Arouet heet en in de roman meestal zo wordt genoemd, schrijft een biografie over deze Zweedse koning. Hij ontmoet bij toeval Kolonel Siquier waarvan gezegd wordt dat hij de moord heeft gepleegd en dat hij daarom is gevlucht naar Parijs. Voltaire komt moeizaam in contact met de kolonel, maar als hij hem zover heeft dat hij wil praten volgt er een serie gesprekken waarbij de lezer telkens op het verkeerde been wordt gezet.
Er komt zoals wel vaker in een boek van Vestdijk geen normaal en gezond mens in voor. Siquier lijdt om de drie dagen aan koortsaanvallen, waardoor hij afspraken soms af moet zeggen. Tijdens zo’n aanval in een Zweeds hotel heeft hij eens vanuit een raam geroepen dat hij de moordenaar is. Later beweert iemand dat er geen sprake was van een aanval. De verloofde van Siquier is een zeer corpulente en extraverte adellijke dame uit het geslacht Oxenstierna. Zij woont samen met haar broer, een teruggetrokken, schichtige man met een hazenlip, die de hele dag uitsluitend boeken leest. Bijzonder is de schilder Holm, waar Voltaire mee in contact komt. Hij schildert portretten, maar uitsluitend portretten van mensen die al eens geportretteerd zijn. Hij schildert deze uit zijn hoofd en in een verrassend hoog tempo na. Zo heeft hij de hele familie Oxenstierna vastgelegd.
Holm beroept zich op een Bijbels verbod om mensen af te beelden, om werkelijke mensen te schilderen. Hij kopieert schilderijen - anderen hebben het voorbereidende werk gedaan - en beeldt daarmee de geest van de geportretteerde uit. Daarbij zorgt hij ervoor altijd een detail niet te schilderen, zoals een hand. Deze manier van schilderen doet sterk denken aan de manier waarop Voltaire te werk gaat als historicus. Hij zoekt wel naar getuigen en feiten, maar vooral kopieert hij in zijn hoofd een historische werkelijkheid. Hij vertrouwt hierbij op zijn denkkracht. Hij zegt zelfs dat een groot denker als Aristoteles of John Locke de moord zou kunnen oplossen.
Je zou denken dat de titel al verwijst naar de ontknoping: de tegenspeler van de filosoof wordt de sluipmoordenaar genoemd, maar dit is te simpel. De argumenten voor en tegen houden elkaar aardig in evenwicht. Het gaat daarbij niet alleen om harde feiten, maar ook om psychologische feiten en verwijzingen naar het uiterlijk. Dit aflezen van karaktereigenschappen aan de hand van gelaatstrekken gebeurt vaker in romans van Vestdijk. Bij een bezoek aan de schilder Holm merkt Voltaire op dat iedere geschilderde vorst iets wegheeft van een misdadiger en ook aan het gezicht van Siquier leidt hij dingen af. Voltaire is nog jong in de roman en is behoorlijk betweterig. Met zijn methode van doorvragen werkt hij niet alleen Siquier op de zenuwen, maar ook zijn verloofde. Zij biedt eerst Voltaire een som geld aan als hij in zijn boek aantoont dat Siquier onschuldig is. Pas dan kunnen de twee terugkeren naar Zweden. Voltaire weigert het geld. Later zegt zij overtuigt te zijn van zijn schuld, wat volgens haar niets afdoet aan haar aanbod. Voltaire kan hier niet in meegaan. Dan zegt zij weer dat zij zich toch vergist heeft.
Liegen is een belangrijk onderwerp in de roman. Wanneer Voltaire zijn tegenstander betrapt op een leugen vraagt hij zich af of iemand die verdacht wordt van een sluipmoord wel het recht heeft om te liegen. Vaker zijn het geen leugens, maar door omstandigheden en invloed van anderen veranderde inzichten of perspectieven. Dit is iets wat in bijna alle romans van Vestdijk speelt: gebeurtenissen staan niet vast, hebben geen vaste vorm. Dat maakt het lezen van deze romans vaak zo aantrekkelijk. Ook De filosoof en de sluipmoordenaar las ik weer met veel plezier in twee dagen uit. In het boek verwijt Voltaire de vermeende sluipmoordenaar het geloof in een vaste vorm: “De gebeurtenissen schenen meteen in een vaste vorm gegoten te zijn, volgens een bepaalde selectie, waarbij iedereen, geletterd of ongeletterd, zich voortaan aan hield.” In veel hedendaagse romans krijgen gebeurtenissen direct of op den duur een vaste vorm, bij Vestdijk is dit nooit het geval.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten