Het is geen geheim dat Kees ’t Hart een groot liefhebber en bewonderaar is van het werk van Simon Vestdijk. Met De keizer en de astroloog uit 2008 heeft hij een Vestdijkiaanse roman geschreven. Niet alleen doet de manier van vertellen en de thematiek sterk aan zijn voorbeeld denken, ook is de hoofdpersoon een uitbeelding van Vestdijk zelf. De roman speelt in 1927. Simon is een jonge arts die zich wil specialiseren in de psychiatrie. Zijn leermeester Godefroy vraagt hem zijn assistent te zijn bij een bijzonder geval, niet vanwege van psychiatrische kennis, maar omdat Simon thuis is in de astrologie. Deze patiënt blijkt de Duitse keizer Wilhelm II te zijn die sinds zijn vlucht uit Duitsland verblijft in Doorn.
Het verhaal speelt grotendeels in Doorn, gedurende de paar dagen dat Simon hier verblijft. Eerst krijgt hij de keizer alleen op afstand te zien, later spreek hij hem persoonlijk en maakt hij hem mee tijdens een zaagsessie. De keizer heeft een onbedwingbare drang tot houthakken. Hakken en zagen zijn bijna dagelijkse bezigheden voor hem. Het is een van de eigenschappen waar Godefroy zijn diagnoses op baseert, net als zijn oorpijn, zijn armstompje, zijn opvliegendheid en de diverse angsten die terug te voeren zijn op zijn jeugd. Simon ziet de keizer echter niet als een zwaar geval en twijfelt aan de diagnoses van zijn leermeester. Het verhaal wordt geheel vanuit hem verteld en met deze opzet brengt ’t Hart een vreemde spanning in het verhaal. Simon vraagt zich namelijk meer en meer af wat hij hier komt doen. Er is veel onzeker: wat is zijn rol hier precies, moet hij wel of geen lezing geven en mag hij zich echt de assistent van Godefroy noemen? Hij krijgt het gevoel dat hij in de gaten wordt gehouden, of is dit gewoon zijn eigen paranoia?
Simon heeft naast gevoelens van onzekerheid geregeld een soort toevallen waarin hij enorm helder alles ziet. Hij kan als het ware de hele wereld doorgronden. Hij noemt het godjeswanen. Zijn obsessie met astrologie kun je evenzeer een waan noemen. Zelf zegt hij dat het verslavend is als onanie of drank. Eenzelfde verslaving had Vestdijk, die op dezelfde dag als de romanfiguur werd geboren: 17 oktober 1898. Hij schreef ook artikelen over het onderwerp in het tijdschrift Urania en je kunt zelfs zeggen dat deze waan Vestdijk hielp om zijn demonen op afstand te houden. In de roman wordt deze functie van astrologie, maar ook van de filosofie van Kant aangehaald als middel om je beter staande te kunnen houden en om tot zelfbegrip te komen.
Een belangrijk gegeven in de roman is de verliefdheid van Simon op het dienstmeisje Marielotte. Hij raakt in de ban van haar en wil zelfs met haar trouwen. Zijn bespiegelingen over vrouwen en verliefdheden doen erg Vestdijkiaans aan en net als bij Vestdijk zijn zijn seksuele fantasieën soms wat bizar. Marielotte deed mij denken aan vrouwen in de romans van Vestdijk, met name aan Else Böhler. En de sfeer in de tuin rond het kasteel waarin de keizer verblijft had veel weg van scènes uit De koperen tuin. Waarschijnlijk zitten er nog veel meer verwijzingen in naar het werk van de meester, genoeg denk ik voor een Neerlandicus om op af te studeren. De keizer en de astroloog is een fantastische roman, die nergens hapert en een verrassend einde kent. Het enige minpunt vond ik de uiteindelijke ontdekking van Simon dat hij moet stoppen met zijn studie psychiatrie en romans moet gaan schrijven, vooral een hele hoop romans.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten