woensdag 17 augustus 2022

Moya De Feyter – Een heel dun laagje


Moya De Feyter is schrijver van theaterteksten, proza en poëzie, maar ik heb het idee dat zij met plezier de grenzen tussen genres overschrijdt. Zij is een van de klimaatdichters. In 2019 kwam Massastrandingen uit, een prozagedicht met een thematiek die aansluit op haar werk als klimaatdichter. Het boek is opgebouwd uit fragmenten die gaan over de toekomst van onze planeet. Een heel dun laagje is haar nieuwste bundel (uit 2022). Het is proza, maar in de korte teksten vertelt zij een poëtisch verhaal, vol filosofische bespiegelingen.

 

Het mengsel dat zo ontstaat bevalt mij goed. Zij schrijft over licht in allerlei vormen, maar ook over duisternis, over kleuren en over leven, dood en het hiernamaals. Zij noteert technische details en stelt vragen. Zij zegt niet te weten waar water vandaan komt en hoe hemellichamen bewegen en beweert niets te weten over bloeiperioden van bomen. Waarna zij vervolgt met het omschrijven van wat zij ziet: “Het is middag en ik weet dat ik de zon zou moeten zien maar het lijkt wel middennacht. De wolken zijn grijs. De bomen zijn grijs. Als er al dieren zijn dan zwijgen ze.”

 

Deze spanning zit in het hele boek. Aan de ene kant feiten over natuurlijke verschijnselen, aan de andere kant precieze mededelingen over wat zij voelt en waarneemt. De analytische stukjes wisselt zij af met persoonlijke verhalen, bijvoorbeeld over haar vriendin Kleur en over haar overleden grootmoeder. Zij weet dat zij overleden is, maar toch vergeet zij dit soms en voelt zij dat zij nog leeft. Na een gevoelig, poëtische stuk kan De Feyter plotseling cynisch worden. Zij schrijft bijvoorbeeld over Tsjernobyl. Veel natuur ging na de ramp meteen dood, maar langzaamaan keerden dieren terug naar het gebied, dat door mensen verlaten was. “Blijkbaar is het beter leven in een nucleaire exclusiezone dan met mensen in de buurt.”

 

Zij kan eigenlijk niet zonder Kleur, mist haar bij afwezigheid voortdurend. Toch gaat zij een paar dagen alleen naar een eiland, om daar te verdwalen. De bespiegelingen over donkerte, chaos, beweging en orde zijn misschien uiteindelijk terug te voeren op angst. Het leven bestaat uit gewoontes, ceremonies. “De meeste ceremonies dienen net als de meeste gewoontes om angst te bezweren. Net als de meeste regels, de meeste procedures, de meeste beloftes, de meeste huwelijken, de meeste boeken, de meeste beslissingen, de meeste gedachten, de meeste bewegingen, de meeste ademhalingen.” 

 

Het is niet eenvoudig precies aan te geven waar Een heel dun laagje allemaal over gaat. Je kunt er goed uit citeren, maar er is niet één of enkele conclusies te trekken uit het geheel. Het verhaal meandert en beweegt tussen kleine gebeurtenissen en grote gedachten over het einde van de wereld. De klimaatveranderingen en de onzekere toekomst van de mensheid is een onderwerp dat steeds voelbaar is. Zij verbaast zich erover hoe veel mensen hierop reageren. Mensen kunnen gewoon de wereld negeren, stelt zij vast. “Misschien zijn mensen vanuit biologisch oogpunt wel allemaal radicaal hoopvol. Waarom anders blijven onze lichamen nakomelingen produceren?”

 

Naar het einde van het boek gaat het meer en meer over het verdwijnen van licht, wat symbool staat voor het verdwijnen van het leven op aarde. “Als je ’s nachts naar buiten loopt omdat je licht nodig hebt en die in bed nergens kunt vinden, moet je niet schrikken als je een roodgloeiende hemel ziet. Of toch? Is er iets aan het branden?”

 

Misschien heb ik onevenredig veel geciteerd uit stukken die gaan over de onzekere toekomst van onze planeet. Veel teksten gaan ook over haar relatie met Kleur. Al met al is Een heel dun laagje een rijk en een enigszins ongrijpbaar boek. 

Geen opmerkingen: