zaterdag 13 augustus 2022

Edmund de Waal – Brieven aan Camondo


Edmund de Waal is een Engelse kunstenaar. Hij werkt voornamelijk met porselein. Hij stamt af van een aristocratische familie en zijn grootvader was een Nederlandse zakenman. Als schrijver had hij veel succes met The Hare with Amber Eyes uit 2010. In dit boek beschrijft hij de geschiedenis van zijn joodse familie aan de hand van een verzameling netsukes, kunstig gemaakte Japanse kimonoknopen. Opmerkelijk is dat het boek onder drie titels in het Nederlands in verschenen. 

 

In Brieven aan Camondo draait het ook om kunst en een aristocratisch milieu. De Waal beschrijft het Musée Nissim de Camondo in Parijs en de familiegeschiedenis die met dit gebouw samenhangt. Hij richt zijn brieven aan graaf Moïse de Camondo en vertelt hoe hij in zijn verleden is gedoken, welke documenten hij heeft gevonden en wat er in de verschillende kamers van het museum staat. De bankiersfamilie Camondo was nauw verbonden met zijn eigen familie, de Ephrussi-familie. Door de beschreven voorwerpen en de anekdotes rond de familie krijg je een beeld van het Parijse leven van eind negentiende en begin twintigste eeuw. Grote namen komen voorbij, zoals Proust en de gebroeders de Goncourt. Graaf Moïse de Camondo stierf in 1935 en schonk zijn huis en de kunstcollectie aan de Franse staat. Het museum werd vernoemd naar zijn zoon Nissim, jong gestorven in de Eerste Wereldoorlog. 

 

Het brievenboek ziet er fraai uit. Het is prachtig ingebonden en de zwart-wit foto’s vullen de tekst goed aan. Je moet even wennen aan de stijl van De Waal. Hij schrijft bondig, soms wat afstandelijk en hij houdt van opsommingen. Tegelijkertijd is hij persoonlijk naar zijn gesprekspartner toe. Hij noemt hem beste vriend. Je krijgt hiermee een snelle kijk in het huis en in het leven van de familie. Jammer is dat het bij fragmenten blijft. Hij stipt veel gebeurtenissen, voorwerpen en personen aan, maar gaat nergens diep op in. Hij praat erover als ons-kent-ons en geeft zelf ook toe dat de familievertakkingen bijna onnavolgbaar zijn, vooral omdat de gewoonte bestond dat neven en nichten met elkaar trouwden.

 

Soms gaat hij dieper in op de psychologie van de verzamelaar: over het bij elkaar houden van een collectie, iets wat De Camondo ook nastreefde. Een van de bepalingen bij zijn schenking was dat alles in het huis moest blijven staan. De collectie mocht niet gewijzigd worden. De Waal citeert Walter Benjamin die over het diepst verborgen motief van de verzamelaar het volgende schreef: ”Hij gaat de strijd aan tegen verstrooiing. Vanaf het begin heeft de verwoede verzamelaar moeite met wanorde, met het feit dat de dingen verspreid over de wereld worden gevonden.” 

 

De laatste hoofdstukken gaan over de Nazi-bezetting. Edmund de Waal hanteert dezelfde bondige stijl wanneer hij beschrijft hoe de bezittingen werden afgenomen en hoe familieleden afgevoerd en vermoord werden. Dit consequente gebruik van stijl geeft een vervreemdend effect. Het wroeten in deze familiegeschiedenis krijgt opeens een hele andere lading, terwijl de toon gelijk blijft. Dit maakt het boek sterk en verklaart misschien het verkoopsucces. Maar over het geheel genomen viel het mij toch wat tegen. Je krijgt vooral inkijkjes voorgeschoteld. Ik had wat meer diepgang en wat langere verhalen verwacht zoals de schrijver dit deed in De haas met de amberkleurige ogen.

Geen opmerkingen: