zondag 10 juni 2018

Ladislav Klima – Het lijden van vorst Sternenhoch


Ladislav Klíma (1878-1928) was een Tsjechische filosoof en schrijver. Hij was een bijzonder mens. Hij kwam uit een welvarend Boheems milieu, maar leefde zijn volwassen leven grotendeels in armoede. In 1894 overleed zijn moeder aan de tyfus. Vanaf dat jaar, hij zat nog op het gymnasium, gedroeg hij zich steeds opstandiger en weigerde zich nog langer bloot te stellen aan de burgerlijke idioterie. Zijn leven en zijn filosofie zijn in gelijke mate vreemd. Kees Mercks noemt hem in zijn nawoord een van de meeste bizarre figuren uit de Tsjechische cultuur.

Het meeste wat Klíma heeft geschreven is pas na zijn dood uitgegeven, veel zelfs na 1989. Hij heeft echter ook een hoop teksten zelf vernietigd. Zijn filosofie is radicaal subjectief en is een mengsel van ideeën van Nietzsche, Schopenhauer en Berkeley.  Een van de uitgangspunten is dat het Hoogste slechts bereikbaar is door het Laagste te ondergaan. Pijn en lust liggen dicht bij elkaar. Door pijn groeit de kracht. Hij paste dit principe toe op zijn eigen leven. “Alles stelde hij in het werk om Zichzelf te beproeven en zijn Absolute Wil te bewijzen.”

Klíma stelde zich bloot aan extreme kou. Hij at lange tijd uitsluitend rauw voedsel zoals meel en erwten, maar at ook wel wormen. Hij dronk naast grote hoeveelheden alcohol, ook bedorven water en spiritus. Hij wilde geen tijd verspillen aan vrouwen maar zei wel de seksuele pathologie te zullen verrijken met twintig nog onbekende perversiteiten. Veel Tsjechische schrijvers zijn door zijn bizarre werk beïnvloed, met name Bohumil Hrabal. Maar ook een band als ‘The Plastic People of the Universe’ is schatplichtig aan Klíma.

Onderdeel van de filosofie van Klíma is het dunne onderscheid tussen fantasie en werkelijkheid. Dit keert terug in de enige roman die van hem bewaard is gebleven: ‘Het lijden van vorst Sternenhoch’. Het boek beschrijft de ontwikkeling van waanzin in het hoofd van deze vorst en is doorspekt met de filosofie van Klíma. Het boek heeft deels de vorm van een dagboek.

Vorst Sternenhoch is een mager kaal mannetje, met nauwelijks tanden is zijn mond. Hij is rijk en staat in aanzien bij de Duitse keizer. Tijdens een bal laat hij zijn oog vallen op de zeventienjarige Helga. “Zij leek een wandelend lijk dat door een of ander mechaniek werd voortbewogen.” Hij vraagt haar bezeten vader om haar hand en trouwt haar. Op de huwelijksnacht waarbij zij nauwelijks beweegt verwekt hij een kind bij haar. Als het kind er is, verandert langzaam Helga’s gedrag.

Er volgt een reeks bizarre en uiterste wrede gebeurtenissen, waar ik niet teveel over zal vertellen. In het dagboekgedeelte worstelt de vorst met hallucinaties, die betrekking hebben op zijn overleden vrouw. Of leeft zij nog en zijn het werkelijke ontmoetingen? Allerlei verschikkingen moet hij ondergaan, zowel afgedwongen als op basis van zelfgenezing. Zo neemt op advies van een arts ijsbaden en eet hij enorme hoeveelheden groenten met groene melk. “Ik moest weliswaar braken als een hond, maar niettemin begon ik manmoedig het hout te zagen en brulde ik om daarbij vrolijk en flink te lijken: ‘Hiep, hiep, hoera! Ik ben voor niemand bang’, en om kalm te blijven besloot ik de Engelsen na te apen: ik zette een monocle op en proestte ondertussen aldoor ‘olrajt’ tussen mijn tanden door.”

Veel steun heeft hij aan zijn twee Sint Bernards Leeuw en Olifant, enorme exemplaren van wel honderd kilo. “Deze dieren blaften vrijwel nooit; ze vonden dat beneden hun waardigheid.”

De filosofische bespiegelingen van Klíma sluiten naadloos aan bij de belevingswereld van Sternenhoch. Moorden is hetzelfde als baren. “Een mens doden is hetzelfde of zelfs minder dan een denkbeeld doden.” Deze denktrant zet hij voort. Hij komt tot de conclusie dat “Moord” (hij zet het woord bewust tussen haakjes) niets anders is dan “een idioot, uitermate laf sociaal vooroordeel.” Zo volgen er meer inzichten, bijvoorbeeld in zijn eigen waanzin. ‘Eigenlijk ben ik nu gek, maar omdat ik steeds maar bezopen ben…ziet niemand dat aan me.”

Ladislav Klíma is een ontdekking. Ik begrijp goed dat Hrabal een liefhebber van zijn werk was. Helaas is er maar één roman van hem bekend. Zijn filosofische werk is niet vertaald in het Nederlands. ‘Het lijden van vorst Sternenhoch’ is in 2009 uitgegeven door Coppens & Frenks en is hier en daar nog verkrijgbaar als edel-ramsj.

Geen opmerkingen: