Karel Čapek
was een beroemde Tsjechische schrijver. Hij leefde van 1890 tot 1938 en hij schreef
onder andere sciencefiction. Hij en zijn broer bedachten het woord robot en in
1924 schreef hij een boek over een bom met enorme kracht. Je kunt er een
voorspelling van atoombom in lezen. De roman ‘Meteoor’ is uit 1934 en werd
vorig jaar vertaald in het Nederlands door Irma Pieper.
Het verhaal
speelt in een ziekenhuis en draait om een slachtoffer van een ongeluk met een
vliegtuigje. De man is zwaar gewond en ligt in coma. Er is weinig over hem
bekend: geen naam of verwijzing waar hij vandaan komt. Verschillende mensen
interesseren zich voor dit geval X. Een arts trekt conclusies op basis van zijn
lichamelijke gestel. Een helderziende kan zijn geest lezen. De schrijver is
het hoofdpersonage. Hij gebruikt vooral zijn fantasie. Zijn verhaal beslaat bijna
de helft van het boek.
Een thema
in het boek is de vraag in hoeverre wij een ander persoon werkelijk kennen. In
het ziekenhuis praten de mannen veel over fantasie en het verzinnen van
verhalen. Wanneer de schrijver aan de dokter vraagt of hij iets heeft met een
verpleegster, reageert de dokter fel en vraagt wat hem dat aangaat. De
schrijver antwoordt: “Wat gaat het mij eigenlijk aan hoe zaken in de
werkelijkheid zitten? Mijn ambacht is verzinnen, nietwaar, spelen, doen
alsof…Dat is het hem nu net, dat er mij zo vreselijk veel aan de werkelijkheid
gelegen is. Daarom verzin ik haar, daarom moet ik voortdurend iets verzinnen,
om haar te pakken te krijgen. Wat ik zie, is mij niet genoeg, ik wil meer
weten… en daarom bedenk ik verhaaltjes.”
De arts analyseert
samen met de internist het lichaam van geval X. De tatoeage van een anker op
zijn linkerpols wijst erop dat hij een zeeman was. Een wond duidt op de klauw
van een katachtige uit West-Indië. Hij is afkomstig uit de betere klassen,
vanwege zijn kleine voeten. Verder: een oude longkwaal, littekens van een
tropenziekte. “Anamnesis potator, een onmiskenbaar alcoholicus.” Maar de
constatering van zeldzame gele koorts doet de arts opveren. “Gun hem
alsjeblieft een glorievolle dood, laat hem uit deze wereld heengaan als een
uniek en opmerkelijk geval.”
Čapek
vertelt de verschillende verhalen met veel humor en relativisme. De mannen
vinden het vooral een interessant geval. Zij bespreken het met
afstandelijkheid, dan weer met vergaand inlevingsvermogen. Het lange verhaal
van de schrijver speelt op de Antillen, Cuba en andere eilanden. Het zit vol avontuur, verzengende hitte en
onbereikbare liefde. Het beeld van de lokale bevolking is nogal racistisch
negentiende-eeuws. Het leven van de hoofdpersoon Kettelring is verdeeld in twee
zones, verveling en bedwelming. De verhandeling die volgt lijkt te slaan op het
hele menselijk leven.
“Iets
anders is er niet; alleen verveling die overloopt is bedwelming en bedwelming
die overloopt in verveling. Verveling, oftewel het summum van een vreselijke,
afgrijselijke alledaagsheid; verveling, die zich haast met voldoening
verlustigt in alles wat afschuwelijk en eentonig is, verwaarloosd en hopeloos
is, waaraan geen stank en geen slijtage ontgaat, die als vanzelf de gang van
een wandluis, druipende rottingsprocessen, sluipende barsten in het plafond en de
nutteloosheid en weerzinwekkendheid van het leven gadeslaat.” En zo gaat het
nog een tijdje door. Prachtig proza van een groot schrijver. Wie geval X
werkelijk is, dat blijft nog even de vraag.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten