zondag 4 februari 2018

Karel Capek - Meteoor

Karel Čapek was een beroemde Tsjechische schrijver. Hij leefde van 1890 tot 1938 en hij schreef onder andere sciencefiction. Hij en zijn broer bedachten het woord robot en in 1924 schreef hij een boek over een bom met enorme kracht. Je kunt er een voorspelling van atoombom in lezen. De roman ‘Meteoor’ is uit 1934 en werd vorig jaar vertaald in het Nederlands door Irma Pieper.


Het verhaal speelt in een ziekenhuis en draait om een slachtoffer van een ongeluk met een vliegtuigje. De man is zwaar gewond en ligt in coma. Er is weinig over hem bekend: geen naam of verwijzing waar hij vandaan komt. Verschillende mensen interesseren zich voor dit geval X. Een arts trekt conclusies op basis van zijn lichamelijke gestel. Een helderziende kan zijn geest lezen. De schrijver is het hoofdpersonage. Hij gebruikt vooral zijn fantasie. Zijn verhaal beslaat bijna de helft van het boek.

Een thema in het boek is de vraag in hoeverre wij een ander persoon werkelijk kennen. In het ziekenhuis praten de mannen veel over fantasie en het verzinnen van verhalen. Wanneer de schrijver aan de dokter vraagt of hij iets heeft met een verpleegster, reageert de dokter fel en vraagt wat hem dat aangaat. De schrijver antwoordt: “Wat gaat het mij eigenlijk aan hoe zaken in de werkelijkheid zitten? Mijn ambacht is verzinnen, nietwaar, spelen, doen alsof…Dat is het hem nu net, dat er mij zo vreselijk veel aan de werkelijkheid gelegen is. Daarom verzin ik haar, daarom moet ik voortdurend iets verzinnen, om haar te pakken te krijgen. Wat ik zie, is mij niet genoeg, ik wil meer weten… en daarom bedenk ik verhaaltjes.”

De arts analyseert samen met de internist het lichaam van geval X. De tatoeage van een anker op zijn linkerpols wijst erop dat hij een zeeman was. Een wond duidt op de klauw van een katachtige uit West-Indië. Hij is afkomstig uit de betere klassen, vanwege zijn kleine voeten. Verder: een oude longkwaal, littekens van een tropenziekte. “Anamnesis potator, een onmiskenbaar alcoholicus.” Maar de constatering van zeldzame gele koorts doet de arts opveren. “Gun hem alsjeblieft een glorievolle dood, laat hem uit deze wereld heengaan als een uniek en opmerkelijk geval.”

Čapek vertelt de verschillende verhalen met veel humor en relativisme. De mannen vinden het vooral een interessant geval. Zij bespreken het met afstandelijkheid, dan weer met vergaand inlevingsvermogen. Het lange verhaal van de schrijver speelt op de Antillen, Cuba en andere eilanden. Het  zit vol avontuur, verzengende hitte en onbereikbare liefde. Het beeld van de lokale bevolking is nogal racistisch negentiende-eeuws. Het leven van de hoofdpersoon Kettelring is verdeeld in twee zones, verveling en bedwelming. De verhandeling die volgt lijkt te slaan op het hele menselijk leven.


“Iets anders is er niet; alleen verveling die overloopt is bedwelming en bedwelming die overloopt in verveling. Verveling, oftewel het summum van een vreselijke, afgrijselijke alledaagsheid; verveling, die zich haast met voldoening verlustigt in alles wat afschuwelijk en eentonig is, verwaarloosd en hopeloos is, waaraan geen stank en geen slijtage ontgaat, die als vanzelf de gang van een wandluis, druipende rottingsprocessen, sluipende barsten in het plafond en de nutteloosheid en weerzinwekkendheid van het leven gadeslaat.” En zo gaat het nog een tijdje door. Prachtig proza van een groot schrijver. Wie geval X werkelijk is, dat blijft nog even de vraag.

Geen opmerkingen: