zaterdag 10 februari 2018

Tom Hofland – Lyssa

Tom Hofland is een jonge schrijver en programmamaker. ‘Lyssa’ is zijn succesvolle debuutroman. Naast dat het een mooi verteld tragisch liefdesverhaal is wordt het boek ook geprezen vanwege de afwijkende setting. De geschiedenis speelt in 1877 in het niet bestaand land, dat veel weg heeft van Rusland. Het verhaal doet negentiende-eeuws aan. Kortom, een opmerkelijk debuut.


De keuze voor deze setting is riskant. Door een tijdsaanduiding te geven, ben je als schrijver min of meer verplicht om de omstandigheden geloofwaardig te maken voor die tijd. Maar door te kiezen voor een fantasieland, heb je eigenlijk de vrijheid om die omstandigheden naar eigen goeddunken in te vullen. Met dit in het achterhoofd let ik extra scherp op ongerijmdheden.

Op de eerste pagina zit luitenant Gaspar Szabó in een trein. Hij reist vanaf Hátar, waar hij gestationeerd is, naar het stadje Mestopes, waar hij de vakantie gaat doorbrengen. “Buiten is het aardedonker, maar in een spookachtig licht herken ik de bergen…” Dit kan niet. Wanneer het buiten aardedonker is en er kennelijk licht brandt in de trein, dan vallen er buiten echt geen bergen te onderscheiden. Je moet natuurlijk niet op alle slakken zout leggen, maar het stoort mij toch.

Gaspar ontmoet al snel de beeldschone Lyssa en wordt verliefd. Lyssa is getrouwd met de oudere Viktor Boktani. Hij is eigenaar van een krant en bewoont een kasteel van een huis. Viktor ontfermt zich over een jongeling die bij hem in huis woont, Alexsei. Met Gaspar ontwikkelt hij eenzelfde vaderlijke relatie. Ondertussen is Gaspar dolverliefd op Lyssa. Hij beschrijft haar rauwe uiterlijke kenmerken, haar brede mond en verwarde haren. Wanneer ik dan naar het omslag kijk, dan zie ik daar geen afbeelding van Lyssa.

Gelukkig bevat de ontwikkeling van het liefdesdrama niet zulke missers. Hofland geeft het verhaal vaart. De onderlinge verhoudingen tussen de hoofdrolspelers brengt hij knap in beeld. Je wordt verrast door een aantal mooie wendingen in het verhaal. Een sterfgeval door hondsdolheid en de vrees voor meer slachtoffers brengt een tweede spanningslaag in het verhaal.

Er zitten scherpe dialogen in het verhaal. Een vriend van Gaspar waarschuwt hem. “Hoe heb je zo stom kunnen zijn. Verliefdheid is een gevoel dat men verzint. Een gezellige leugen. We zijn gek gemaakt met de romantische verhalen. Laat dit voor wat het is en vergeet haar.” Naast het benoemen van verliefdheden worden zaken gerelativeerd. Aleksei heeft een been verloren en maakt zich grote zorgen. “ Welke vrouw wil er nu een halfdode man?” Caspar stelt hem gerust. “Ach, schei uit. Je mist een been: de meerderheid van je ledenmaten zit er nog aan.”

Er zit een paar bizarre scenes in het boek. Op een ochtend wordt Caspar wakker en kijkt recht in het gezicht van een grote zwarte poedel. Hij draait zich om. “Dan pas realiseer ik mij dat ik helemaal geen poedel heb en schiet overeind.” Dit is hem nog nooit overkomen, hoewel hij wel vaker vreemde dieren in zijn kamer had, zoals “muizen, konijnen, dikke boerenmeisjes.”

De afwisseling tussen dit soort grappige scenes en de serieuze gekmakende liefde is goed gedaan. Het taalgebruik van Hofland is ondanks de snelheid van zijn proza nogal ouderwets. Dat is niet erg, maar vooral in het begin van het boek - ik lette er toen misschien veel op – staan veel omslachtige en overdreven formuleringen.

“Oszkar is nog met geen loden knuppel uit het veld te slaan.” Ik vind dat een bijzondere lelijke zin. “Een avond waarin men loom en tevreden kan struinen zonder doel.” Een wat vreemde combinatie: struinen zonder doel. “Beduusd staan wij naast elkaar, alsof wij allen, met stomheid geslagen, dezelfde spookverschijning hebben gezien.” In het boek staan meer van dit soort volle zinnen, waar ik niet van houd. Dat is jammer


De jubelrecensies over ‘Lyssa’ begrijp ik wel, maar ik deel de mening van deze recensenten niet helemaal. Los van het soms wat overdreven taalgebruik is het gewoon een mooi debuut. Het verhaal is uitstekend opgebouwd en het blijft spannend tot het einde. En er zit melancholie in. In vergelijking met jonge Nederlandse schrijvers is de setting van het verhaal inderdaad uniek.

Geen opmerkingen: