De titel
voor deze verhalenbundel is uitstekend gekozen, net als het omslag met loerende
ogen. Het doet denken aan het omslag van ‘De tranen der acacia’s’. In bijna al
de zeven verhalen speelt het stiekem observeren een grote rol. Daarnaast gaan
de verhalen over volwassen worden en vader-zoon verhoudingen.
In het
eerste verhaal ‘De massagesalon’ is het observeren een ziekelijk gewoonte van
de ik-persoon. Hij is student en woont tegenover een massagesalon. Hij heeft
geen sociaal leven. In plaats daarvan begluurd hij de mensen die de salon
bezoeken. Dit is zijn leven. Hij telt de bezoekers en verzint verhalen over
hen. Hij tekent hele levensgeschiedenissen op. Zijn eigen leven staat stil. Hij
kijkt op naar volwassenen. “Ik dacht: ik moet geduld hebben, mijn jeugdjaren
zijn alleen een warming-up, op een dag
zal ik bij de volwassenen horen en weet ik ook wat ik moet doen.” Het bleek een
illusie; de wedstrijd is al begonnen. Hij vraagt zich af of mensen ook naar hem
kijken. Maar het is te laat. Hij wordt niet gezien.
In een
ander verhaal is de hoofdpersoon gefascineerd door films. Online heeft hij
contact met een andere filmfreak. Hij bezoekt hem. Heerma van Voss beschrijft
deze ontmoeting heel mooi. Van begin af aan is duidelijk dat het een mislukking
is. Het echte leven valt tegen. Net als in de film maakt afstand de omgang met
andere mensen (of acteurs) dragelijk.
Dit speelt
ook in het verhaal ‘Schuilen’, waarin een relatie opbloeit en afsterft. De
jongen is geobsedeerd door het gedrag van zijn mooie vriendin. Hij gaat al haar
gangen na, bekijkt haar online profielen. “Ik doorzocht ze op de kleinste
details, snakkend naar patronen, verklaringen die zich niet openbaarde.” Het
loopt uiteraard slecht af. Deze drie verhalen vertonen een sterke thematische
gelijkenis. De auteur had er een roman van kunnen maken. De hoofdpersoon is
dezelfde.
Iets anders
ligt dit bij het verhaal ‘Bedankt voor uw medewerking’. Dit is geschreven
vanuit het perspectief van de vader. Zijn zoon heeft succes met een roman over
zijn jeugd. Hij beschrijft hierin zijn vader als afstandelijk en afwezig. Hij
nodigt hem uit voor een televisieprogramma waarin zijn vader om verantwoording
wordt gevraagd. De vader reageert nuchter en inderdaad afwezig. Het gesprek
lost niets op. Vader en zoon verkeren in twee aparte werelden.
Tijdens het
lezen van dit verhaal had ik mij van de zoon, die nauwelijks aan het woord
komt, al snel een beeld gevormd dat gebaseerd was op de hoofdpersoon uit de
andere verhalen. Dat is misschien onterecht, maar gaf wel verdieping aan het
verhaal en aan het hele boek: een verzameling verhalen die samen bijna een
roman vormen. Thomas Heerma van Voss laat in het boek zien zelf over een uitstekend
observatievermogen te beschikken en zet dit om in helder taalgebruik.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten