maandag 26 februari 2018

Thomas Heerma van Voss – De derde persoon


De titel voor deze verhalenbundel is uitstekend gekozen, net als het omslag met loerende ogen. Het doet denken aan het omslag van ‘De tranen der acacia’s’. In bijna al de zeven verhalen speelt het stiekem observeren een grote rol. Daarnaast gaan de verhalen over volwassen worden en vader-zoon verhoudingen.

In het eerste verhaal ‘De massagesalon’ is het observeren een ziekelijk gewoonte van de ik-persoon. Hij is student en woont tegenover een massagesalon. Hij heeft geen sociaal leven. In plaats daarvan begluurd hij de mensen die de salon bezoeken. Dit is zijn leven. Hij telt de bezoekers en verzint verhalen over hen. Hij tekent hele levensgeschiedenissen op. Zijn eigen leven staat stil. Hij kijkt op naar volwassenen. “Ik dacht: ik moet geduld hebben, mijn jeugdjaren zijn alleen een warming-up, op een  dag zal ik bij de volwassenen horen en weet ik ook wat ik moet doen.” Het bleek een illusie; de wedstrijd is al begonnen. Hij vraagt zich af of mensen ook naar hem kijken. Maar het is te laat. Hij wordt niet gezien.

In een ander verhaal is de hoofdpersoon gefascineerd door films. Online heeft hij contact met een andere filmfreak. Hij bezoekt hem. Heerma van Voss beschrijft deze ontmoeting heel mooi. Van begin af aan is duidelijk dat het een mislukking is. Het echte leven valt tegen. Net als in de film maakt afstand de omgang met andere mensen (of acteurs) dragelijk.

Dit speelt ook in het verhaal ‘Schuilen’, waarin een relatie opbloeit en afsterft. De jongen is geobsedeerd door het gedrag van zijn mooie vriendin. Hij gaat al haar gangen na, bekijkt haar online profielen. “Ik doorzocht ze op de kleinste details, snakkend naar patronen, verklaringen die zich niet openbaarde.” Het loopt uiteraard slecht af. Deze drie verhalen vertonen een sterke thematische gelijkenis. De auteur had er een roman van kunnen maken. De hoofdpersoon is dezelfde.

Iets anders ligt dit bij het verhaal ‘Bedankt voor uw medewerking’. Dit is geschreven vanuit het perspectief van de vader. Zijn zoon heeft succes met een roman over zijn jeugd. Hij beschrijft hierin zijn vader als afstandelijk en afwezig. Hij nodigt hem uit voor een televisieprogramma waarin zijn vader om verantwoording wordt gevraagd. De vader reageert nuchter en inderdaad afwezig. Het gesprek lost niets op. Vader en zoon verkeren in twee aparte werelden.


Tijdens het lezen van dit verhaal had ik mij van de zoon, die nauwelijks aan het woord komt, al snel een beeld gevormd dat gebaseerd was op de hoofdpersoon uit de andere verhalen. Dat is misschien onterecht, maar gaf wel verdieping aan het verhaal en aan het hele boek: een verzameling verhalen die samen bijna een roman vormen. Thomas Heerma van Voss laat in het boek zien zelf over een uitstekend observatievermogen te beschikken en zet dit om in helder taalgebruik.

Geen opmerkingen: