woensdag 21 juni 2017

Nyk de Vries – Renger

Vorig jaar zag ik Nyk de Vries op het Lezersfeest en nam mij voor zijn boek ‘Renger’ te lezen. De Vries is Fries en schrijft ook in deze taal. ‘Renger’ uit 2015 is zijn eerste Nederlandstalige roman.


Het omslag van ‘Renger’ beloofd een spannend verhaal: een auto rijdt door een donker bos. De achterflap is getiteld ‘David Lynch in de Friese Wouden’ en toont de auteur op een lullig fietsje. Mysterie met een vluchtje humor. Je wordt door deze beelden en door de eerste hoofdstukken op het verkeerde been gezet.

De naamloze verteller en hoofdpersoon, zijn leeftijd en leefsituatie blijven een tijdje in het ongewisse, vliegt vanuit Madrid naar Schiphol. Hij ontmoet na te zijn geland een man in een wit pak, die hem vaag bekend voorkomt. De man heet Renger en is afkomstig uit dezelfde streek waar hij is opgegroeid. Hij biedt hem een lift aan.

Hij voelt een afkeer voor Renger. “Ik kende zijn soort, het ongeremde kunstenaarstype, met als enige doel om over de grens te gaan.” Toch stapt hij in. Tijdens hun eerste gesprek wordt Renger alleen maar vreemder. De verteller heeft een boek geschreven. Renger heeft het gelezen en het ligt in zijn auto, een Volvo zoals hij er vroeger ook een had.

Hij woont in Amsterdam samen met zijn vriendin, die op zakenreis is. Hij vertelt Renger hier niet over, bang om iets van hemzelf prijs te geven. Renger stelt een vraag over zijn vader, die volgens hem niet op zijn vader slaat. Misschien verward Renger hem met een oom van hem.

De Vries weet een mooie spanning op te bouwen met dit gegeven. Alles wijst erop dat er een drama heeft plaatsgevonden in het verre Friesland van zijn jeugd en dat Renger hier op de een of andere manier een rol in had. Toch duurde het even voordat ik gegrepen werd door het boek. Dat gebeurde pas bij de verhalen over het opgroeien in het dorpje Noardburgum en zijn langzame weg naar volwassenwording.
Deze terugblikken beginnen in 1979 en vertellen chronologisch zijn levensverhaal. Dit vormt de kern van het boek.

De gebeurtenissen met Renger die een paar keer plotseling opduikt blijven wonderlijk. Hij zit weer bij hem in de auto. Tijdens het tanken is Renger opeens verdwenen. Hij is in verwarring en ten einde raad rijdt hij weg in Rengers auto. Renger ziet deze gebeurtenis later heel anders. De vertwijfeling slaat toe.

Niet zozeer wonderlijk, wel opmerkelijk zijn de familieleden van de verteller. Tijdens familieverjaardagen zit hij verscholen tussen de stoelen en luistert hij geboeid naar de verhalen van vroeger. Het gaat over de oorlog. En zij vertellen over hoe zij keihard moesten werken: totdat de crisis uitbrak. Zijn vader is zuinig. Hij bewaart elke spijker en elk stuk hout. Zijn vader voert felle gesprekken met zijn broers, totdat zij beginnen te knipogen en de sfeer weer goed is.

Zijn vader is vaak boos. De stemming slaat snel om. “Soms verandert een sympathieke buurman plotseling in een vijand.” Als kind vraagt hij zich af welk groot leed zijn vader is aangedaan. Of heeft hijzelf iets verkeerd gedaan, waardoor zijn vader in woede ontsteekt? Hij komt er later achter dat de driftbuien meestal over onbenulligheden gingen.

De jeugdverhalen zijn prachtig. De Vries weet heel goed het tijdsbeeld te beschrijven van een gezin in een dorp waaromheen de wereld verandert. De welvaart neemt toe, de zuinigheid blijft. Het is de sfeer van de kipcaravan, de eerste vakanties in Nederland en lange eenzame fietstochten.

De persoonlijke worsteling van de hoofdpersoon staat centraal. Aan de ene kant heeft hij de wil om weg te trekken. Aan de andere kant voelt hij steeds meer de behoefte zich in zijn familiegeschiedenis onder te dompelen.

De ontsnappingsroute in zijn jeugd is een oude melkfabriek, waar hij optreedt met zijn band. Er zijn vaak feesten, er komen kunstenaars en er heerst een vrijgevochten sfeer. En er broeit er iets op deze plek. Het leven van zijn vader ligt opgestapeld in een schuur. Hier bewaart zijn vader alles wat ooit nog van pas kan komen. Hij voelt zich aangetrokken tot de schuur en keert er steeds naar terug.

Hij heeft grote moeite zijn leven zin te geven. Afgestudeerd vult hij vakken bij de Ikea. Hij werkt aan een boek en treedt op met zijn band. In Madrid, waar hij vaker heenging, voelde hij zich prima, “maar sinds ik terug ben, voel ik me even onbestemd als daarvoor. Ik vraag mij af waarom het toch niet lukt mijn leven op de rails te krijgen.”


Het verhaal met Renger en de levensgeschiedenis van de verteller komen aan het einde van het boek samen. De melkfabriek en de schuur spelen langdurig een rol in zijn leven. De tweede helft van het boek las ik achter elkaar uit. Het is knap hoe het verhaal van luchtig en mysterieus overgaat in een uiterst gevoelig persoonlijk verhaal over opgroeien en over een bijzondere vader-zoon relatie.

Geen opmerkingen: