Centraal is
een koffietafelboek, groter dan een A-viertje op zijn kant. Op de voorkant het oude Centraal Station in Rotterdam bij
nacht. Het is een beeld van de tijd voordat de sloopwerkzaamheden begonnen. De
harde kaft voelt prettig aan. Het is een boek om vast te pakken.
Hans
Wilschut heeft het verdwijnen van het oude station en de bouw van het nieuwe
station op foto’s vastgelegd. Het legde zichzelf de beperking op van een vast
standpunt: een vaste kamer in het
Manhattan Hotel. Acht jaar lang kwam hij om de zes of zeven weken naar
deze kamer om het proces van bovenaf vast te leggen.
Het
resultaat is verbluffend. De schitterende foto’s zijn genomen in de schemering.
Op veel foto’s lijkt het nacht. De bouwplaats is meestal verlaten. Wilschut
laat praktisch geen mensen toe op zijn foto’s. Wel zie je fietsen, auto’s en bovenal één grote bouwplaats. Het
vervreemdende is dat je nauwelijks beweging ziet.
Het lijkt een fabriek die is
stilgelegd, de binnenkant van een monsterlijke machine. Voorafgaand aan de foto’s
bevat het boek een kort verhaal van Wilfried de Jong. Hij noemt hierin het zicht uit de hotelkamer een blik op ‘de hersenen
van de stad’. Edo Dijksterhuis noemt Wilschut in het nawoord een ad hoc
archeoloog.
Zelf heb ik
de sloop en bouw bijna van dag tot dag meegemaakt. Het boek zet aan tot
eindeloos gluren en terugbladeren. Graag wil ik dan weten wanneer een foto
gemaakt is, maar de data zijn niet opgenomen. Het gaat meer om de schoonheid
van het beeld dan om het exacte plaatje van de werkelijkheid.
‘Centraal’ was genomineerd voor het
beste Rotterdamse boek 2015 en won de publieksprijs.
1 opmerking:
het rotterdamse publiek houdt meer van plaatjes kijken dan van lezen..
Een reactie posten