Jarenlang
was Michel Krielaars correspondent in Rusland. Hij is nu chef boeken van de
NRC. ‘Het brilletje van Tsjechov’ is het verslag van zijn ervaringen in dit
krankzinnige land. Het is opgezet als een reis in de voetsporen van Tsjechov.
Krielaars verbindt voortdurend huidige gebeurtenissen met zaken uit het leven
en uit de tijd van Tsjechov.
Tsjechov (1860-1904)
heeft veel gereisd, door Siberië en door Europa. Hij groeide op in Taganrog,
aan de zee van Azov, woonde in Moskou, in het dorpje Lopasnja een eind buiten
Moskou en in Jalta. Hij stierf in het kuuroord Badenweiler in Zuid-Duitsland.
Krielaars
bezoekt al deze plekken, bezichtigt de sporen die Tsjechov heeft nagelaten en
doet verslag van wat hij er ruim 100 jaar later aantreft. Jammer is dat de
actualiteit een deel van zijn waarnemingen heeft achterhaald. Krielaars’ boek
is uit 2014, maar zijn reizen stoppen een paar jaar daarvoor.
Het klinkt
dan wat vreemd wanneer de hervormingen van Medvedev tegen corruptie als
positief worden voorgesteld. Even later citeert hij echter een zakenvrouw die
stelt dat het hele systeem corrupt is en dat hoge ambtenaren niet voor niets de
meest succesvolle zakenlieden zijn. “Voor de rest bestaat de Russische
bevolking uit alcoholisten, drugsverslaafden en gepensioneerden.”
Krielaars
heeft oog voor absurde details en komt ook allerlei wonderlijk types tegen.
Sommigen lijken zo weggelopen uit een verhaal van Tsjechov. De schrijver zelf
komt ook vaak aan het woord, bijvoorbeeld over zijn geboortedorp.
"Zestigduizend
inwoners en het enige wat ze doen is eten, drinken, zich voortplanten; ze
hebben geen andere interesses…De stad is in alle opzichten mooi gelegen, het
klimaat is heerlijk, vruchten der aarde bij de vleet, maar de inwoners zijn
traag, traag…Allen zijn muzikaal, hebben fantasie, verstand, zijn nerveus,
sensitief, maar alles gaat zinloos ten onder.”
Deze
treurnis ziet Krielaars ook voortdurend om zich heen. Zijn Russische vrienden
zijn smerig in het huishouden, de wc’s zijn uitermate goor. De ziekenhuizen
voor de gewone Rus zijn stuitend qua zorg en service. Het personeel is
chagrijnig, het is er oud en vies en voor van alles moet je bijbetalen.
In de zomer
van 2010 was Moskou wekenlang in een enorme smogwalm gehuld. Deze ontstond door
de vele veenbranden. Bij de bestrijding van dit probleem faalde niet alleen de
overheid volledig, ook de gezondheidszorg negeerde het. De smog eiste
uiteindelijk 56.000 slachtoffers.
In
Jaroslavl verdiept Krielaars zich in het alcoholisme, een immens probleem in
Rusland. Hij bezoekt een ontnuchteringscentrum waar dronkaards hun roes moeten
uitslapen.
De
opgebrachte mannen hebben allemaal een smoesje klaar om niet gevangen gezet te
worden. “Ik heb helemaal niets gedronken. Er hangt alleen een dranklucht om mij
heen.” Of: “we hebben maar één liter wodka op, omdat we vandaag de
terugtrekking uit Afghanistan hebben gevierd.”
Bij de
bierfabriek van Samara kun je voor een luttel bedrag jerrycans fabrieksbier halen. “Het is
heerlijk en bevat geen conserveringsmiddelen”, zegt een jongen, die veertig
liter naar zijn Mitsubishi-jeep sleept. Genoeg voor het weekend, voegt hij
eraan toe.”
Als je al
deze verhalen leest, kun je de kritiek van Maarten ’t Hart misschien begrijpen.
In zijn videobespreking zegt hij dat het beeld van Rusland in dit boek
onthutsend is: iets anders dan dronkenschap en corruptie is er niet waar te
nemen. Er komt niets tot stand. Maarten ’t Hart ziet echter ook dat er prachtige
muziek en kunst gemaakt wordt in Rusland. Volgens hem staat er niets over in
dit boek.
Vreemd is
dat, want Krielaars schrijft geregeld over voorstellingen waar hij heen gaat,
over schrijvers en kunstenaars. En in Siberië noemt hij de ene na de andere
stad schoon en opgeruimd. Kazan bijvoorbeeld, of Perm, waar de burgemeester
ervoor zorgt dat 3% van het budget naar cultuur gaat. Dit om mensen te binden
aan de stad. Helaas is deze man inmiddels vervangen en is het beleid gewijzigd.
Het beeld
dat Krielaars schets is wat genuanceerder dan hoe Maarten ’t Hart het
voorstelt. De kern van Krielaars verhaal is natuurlijk Tsjechov, groter
cultuurgoed is er bijna niet te vinden in de Russische literatuur.
Toch lees ik naast
de biografische weetjes over Tsjechov ook met veel plezier de absurde
hedendaagse verhalen. In Jekaterinburg pakken ze de drugsproblematiek aan. De
politie mag niet zomaar overal binnenvallen. Vrijwillige hulpverleners doen dit
wel. Is er bewijsmateriaal gevonden dan komt de politie er meteen aan.
In de
bossen zijn afkickkampen ingericht. Nieuwe junks wonen een maand geïsoleerd van
de rest. Zij krijgen alleen uien en knoflook te eten.” Dat zuivert het
lichaam.”
Een mooi
staaltje van het omzeilen van wetten is te vinden in Vladivostok. De
importbelasting op auto’s is hoog. Op de boot vanaf Japan worden de auto’s
gedemonteerd (in stukken gezaagd), de losse onderdelen worden voorbij de douane
weer in elkaar gezet. Niemand bekommert zich om de verkeersveiligheid.
Tsjechov
had de laatste jaren van zijn leven veel last van zijn luchtwegen. Hij gaf vaak
bloed op en er werd tbc bij hem geconstateerd. Hij verbleef in het kuuroord in
Badenweiler. Hij moest na twee dagen, vanwege de tbc, zijn hotel verlaten en
vond onderdak aan de rand van het stadje. Hier stierf hij niet veel later. Er
staat tegenwoordig een monument voor hem.
‘Het
brilletje van Tsjechov’ is een rijk boek met talloze verhalen uit heel Rusland.
Het is goed dat Tsjechov de rode draad vormt. De vergelijking met het einde van
de negentiende eeuw laat zien dat er in wezen weinig is veranderd is Rusland. En
Tsjechov brengt ook structuur aan in de vele losse verhalen.
De
actualiteit van de laatste twee jaar is helaas niet in dit boek verwerkt. Een
nawoord bij een volgende druk zou welkom zijn. Tot slot nog één interessant
feitje. Tsjechov was dol op teckels. Twee van zijn teckels heetten Broom en
Kinine.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten