vrijdag 28 augustus 2015

A.L. Snijders – Vijf bijlen

‘Vijf bijlen’ bevat 335 zkv’s uit de periode 2007 en 2008. Het boek heeft 666 genummerde pagina’s! Het is het dikste boek van A.L. Snijders dat ik tot nu toe heb uitgelezen. Gemiddeld is een zkv twee pagina’s lang - wat lang is voor een zkv -  ware het niet dat de tekst wordt afgewisseld met tekeningen van Rinus van den Bosch. Toch viel mij op dat het 1-pagina-zkv in de minderheid is in ‘Vijf bijlen’.


Inhoudelijk is de bundel meer van hetzelfde, maar daarom niet minder goed. Ik haal wat anekdotes aan uit het boek en citeer hem.

Over Adriaan Roland Holst: in het dorp Bergen kwam vroeger de loodgieter de gierput legen. De schrijver had meer dan andere dorpelingen last van een verstopte afvoer. De loodgieter kwam er dus wat vaker. Overmatig condoomgebruik was de oorzaak van de verstoppingen. “Dit is belangwekkende informatie voor literatuurkenners.”

De Weimaraner van de schrijver staat ’s morgens vroeg blaffend klaar om uitgelaten te worden. Na ‘stil’ of ‘foei’ geroepen te hebben begint hij even later weer: “nu zou ik in verleidelijke taal ‘en dat schiet niet op’ kunnen zeggen, maar dat doe ik niet, ik wil ook wat taalkots voor mezelf houden.” Mooi woord: taalkots!

A.L. Snijders heeft iets tegen Felix Rottenberg. Als hij hem passeert in de auto - Felix zit op de fiets - speelt Gilles de la Tourette op. “Ik vind het fijn dat ik hem niet hoor, meestal hoor ik hem op radio of tv bevelen blaffen, hij kan niet praten, alleen blaffen, als een generaaltje.” Maar deze neiging richt zich niet alleen op hem, “het is een afwijking, als ik beroemde mensen zie, wil ik tegen ze schreeuwen, ik vind dat ze dat verdienen.”

Een mooi maar vreselijk woord is het woord ‘vleeshemd’. Het betekent lichaam. Dit klopt etymologisch: lijk(vlees) + haam(omhulsel).

A.L. Snijders heeft een groeiend aantal kleinkinderen. Hij schrijft hen brieven, bijvoorbeeld over een zeldzame schelp. Hij past op niet moralistisch te worden: “ik ben weliswaar niet betrokken bij hun opvoeding, maar ik ben wel van mening dat je kinderen verhalen moet vertellen zonder lessen, zonder moraal.”

De schrijver bekent in een prachtig zkv getiteld ‘Eigenlijk’ dat hij symboolblind is. Connie Palmen begrijpt misschien dat wijn het bloed van Jezus is, hij niet. “Ik houd niet van gelaagdheid, ik heb genoeg aan de werkelijkheid.”

In een ander stukje vertelt hij dat hij nooit iets wilde uitleggen. “Eigenlijk ben ik altijd een heel onaangename autoritaire leraar geweest, ik wilde nooit iets uitleggen, ik vond het genoeg de hooggezichten aan te wijzen en langs mijn wijsvinger te zeggen ‘ dat is prachtig’.” Graag had ik les van hem gekregen.

“Als de grote drinker Liu Ling uitging, werd hij altijd vergezeld door een knecht met een kruik en een spade. Zo had hij steeds voldoende te drinken, en kon hij, als hij dood neerviel, ter plaatse worden begraven.”

‘Vijf bijlen’ staat, net als zijn andere bundels, vol met fijne lange citaten, mooi beschreven ontmoetingen met mensen en dieren en er valt heel wat te lachen. Ik kan het iedereen aanraden.

Tot slot een persoonlijk citaat. “Ik ben een oude man. Dat heeft als nadeel dat je binnen afzienbare tijd dood gaat, maar een voordeel is dat je een verleden hebt.” Hij put in deze zkv’s veel uit dit verleden.

Geen opmerkingen: