‘Vijf
bijlen’ bevat 335 zkv’s uit de periode 2007 en 2008. Het boek heeft 666
genummerde pagina’s! Het is het dikste boek van A.L. Snijders dat ik tot nu toe
heb uitgelezen. Gemiddeld is een zkv twee pagina’s lang - wat lang is voor een
zkv - ware het niet dat de tekst wordt
afgewisseld met tekeningen van Rinus van den Bosch. Toch viel mij op dat het
1-pagina-zkv in de minderheid is in ‘Vijf bijlen’.
Inhoudelijk
is de bundel meer van hetzelfde, maar daarom niet minder goed. Ik haal wat
anekdotes aan uit het boek en citeer hem.
Over Adriaan
Roland Holst: in het dorp Bergen kwam vroeger de loodgieter de gierput legen.
De schrijver had meer dan andere dorpelingen last van een verstopte afvoer. De
loodgieter kwam er dus wat vaker. Overmatig condoomgebruik was de oorzaak van
de verstoppingen. “Dit is belangwekkende informatie voor literatuurkenners.”
De
Weimaraner van de schrijver staat ’s morgens vroeg blaffend klaar om uitgelaten
te worden. Na ‘stil’ of ‘foei’ geroepen te hebben begint hij even later weer:
“nu zou ik in verleidelijke taal ‘en dat schiet niet op’ kunnen zeggen, maar
dat doe ik niet, ik wil ook wat taalkots voor mezelf houden.” Mooi woord:
taalkots!
A.L.
Snijders heeft iets tegen Felix Rottenberg. Als hij hem passeert in de auto -
Felix zit op de fiets - speelt Gilles de la Tourette op. “Ik vind het fijn dat
ik hem niet hoor, meestal hoor ik hem op radio of tv bevelen blaffen, hij kan
niet praten, alleen blaffen, als een generaaltje.” Maar deze neiging richt zich
niet alleen op hem, “het is een afwijking, als ik beroemde mensen zie, wil ik
tegen ze schreeuwen, ik vind dat ze dat verdienen.”
Een mooi
maar vreselijk woord is het woord ‘vleeshemd’. Het betekent lichaam. Dit klopt
etymologisch: lijk(vlees) + haam(omhulsel).
A.L.
Snijders heeft een groeiend aantal kleinkinderen. Hij schrijft hen brieven,
bijvoorbeeld over een zeldzame schelp. Hij past op niet moralistisch te worden:
“ik ben weliswaar niet betrokken bij hun opvoeding, maar ik ben wel van mening
dat je kinderen verhalen moet vertellen zonder lessen, zonder moraal.”
De
schrijver bekent in een prachtig zkv getiteld ‘Eigenlijk’ dat hij symboolblind
is. Connie Palmen begrijpt misschien dat wijn het bloed van Jezus is, hij niet.
“Ik houd niet van gelaagdheid, ik heb genoeg aan de werkelijkheid.”
In een
ander stukje vertelt hij dat hij nooit iets wilde uitleggen. “Eigenlijk ben ik
altijd een heel onaangename autoritaire leraar geweest, ik wilde nooit iets
uitleggen, ik vond het genoeg de hooggezichten aan te wijzen en langs mijn
wijsvinger te zeggen ‘ dat is prachtig’.” Graag had ik les van hem gekregen.
“Als de
grote drinker Liu Ling uitging, werd hij altijd vergezeld door een knecht met
een kruik en een spade. Zo had hij steeds voldoende te drinken, en kon hij, als
hij dood neerviel, ter plaatse worden begraven.”
‘Vijf
bijlen’ staat, net als zijn andere bundels, vol met fijne lange citaten, mooi
beschreven ontmoetingen met mensen en dieren en er valt heel wat te lachen. Ik
kan het iedereen aanraden.
Tot slot
een persoonlijk citaat. “Ik ben een oude man. Dat heeft als nadeel dat je
binnen afzienbare tijd dood gaat, maar een voordeel is dat je een verleden
hebt.” Hij put in deze zkv’s veel uit dit verleden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten