Vorig jaar werd deze nieuwe vertaling van de verhalen van
Babel (vertaald door Froukje Slofstra) overal met groot gejuich ontvangen. En terecht!
De meeste verhalen heb ik ooit gelezen in losse bundels, maar deze
uitgave las als nieuw. Een absolute aanrader voor iedereen die van korte
verhalen houdt.
Voor mensen die Isaak Babel niet kennen, hij was een Russische
schrijver, leefde van 1894 tot 1940. Hij groeide dus op in de Tsarentijd, maakte
de revolutie mee en stierf onder de communistische dictatuur. Babel werd
geboren in Odessa en was van Joodse afkomst. In 1905 maakte hij een pogrom mee,
waarbij zijn grootvader werd vermoord.
Naast de korte verhalen in deze uitgave schreef Babel toneelstukken,
reportages en filmscenario’s. Er is ook een oorlogsdagboek van hem uitgegeven
en vertaald in het Nederlands. Babel vocht namelijk mee in het Rode leger. In het
korte verhaal ligt Babels grootste kracht. Zij zijn zonder meer van het niveau
van het werk van Toergenjev, Tsjechov en andere reuzen. Babel werd tijdens zijn
leven ook beschouwd als de opvolger van Tsjechov.
Babels onderwerpen zijn herkenbaar. Een deel van de verhalen
gaat over zijn jeugd in Odessa, een ander deel over zijn tijd in het leger. En in
een derde deel draait het om allerlei randfiguren in de samenleving, zoals
bendeleiders en prostitués.
Hij is vaak de zgn. objectieve waarnemer. Hij observeert een
situatie of hoort een verhaal aan van een ander. Dit is natuurlijk een
literaire truc, maar wel een die heel goed werkt. Je krijgt het gevoel dat hij
alles letterlijk zelf beleefd heeft. Het mooie zit ook in details. Babels
schrijft met een nuchterheid over allerlei vreselijke mishandelingen: klein en
groot leed krijgt bij hem dezelfde aandacht. En die details weet hij altijd treffend
te omschrijven.
Zijn figuren zijn vaak grotesk, dagelijkse routine en
absurde gebeurtenissen lopen door elkaar heen. Het zijn verhalen waarvan je
soms gaat schaterlachen, maar ze brengen ook een enorm gevoel van tevredenheid.
Het mooie en het lelijke(of treurige) gaan hand in hand. Genoeg getheoretiseer,
hier wat voorbeelden uit deze bundel met ruim meer dan 100 verhalen.
In het verhaal ‘De openbare bibliotheek’ gebeurt niet veel.
Babel beschrijft de mensen die er komen.
En het personeel. “De bedienden in de garderobe zijn raadselachtig stil,
vervuld van beschouwelijke rust, niet donker en niet blond, maar iets ertussenin.
Thuis drinken ze misschien op zaterdagavond ethylalcohol en slaan zij hun vrouw
langdurig, maar in de bibliotheek zijn ze bedeesd van aard en ingetogen somber.”
Een forse vrouw in een grijs vest en met een brede borstkast
zit uitzonderlijk geïnteresseerd te lezen. Zij spreek soms onverwacht luid. “Ze
leest omdat ze een manier zoekt om thuis zeep te bereiden. Ze is ongeveer vijfenveertig.
Is ze wel normaal? Die vraag stellen veel mensen zich.”
Er komt ook een voormalig student, een schriele kolonel, een
slapende jood, provinciale jongemannen, enzovoorts. En er zijn natuurlijk ambtenaren.
’s Avonds aan de tafels zitten de onbeweeglijke figuren. “Achter de brede ramen warrelt zachte sneeuw.
Vlakbij, op de Nevski, bruist het leven. Ver weg, in de Karpaten, vloeit bloed.”
Het verhaal ‘Eerste hulp’ is in dezelfde stijl. Het beslaat
maar twee pagina’s en ik zou het het liefst geheel willen citeren. Ik beperk
mij tot de eerste regels.” Elke dag steken mensen elkaar neer, gooien elkaar
van bruggen in de zwarte Neva, bloeden dood tijdens mislopende of
gecompliceerde bevallingen. Zo was het vroeger. Zo is het nu.” Daarna vertelt Babel
hoeveel ziekenwagens er zijn, maar hoe weinig benzine er is, dus hoe weinig er
geholpen kan worden. De administratie daarentegen is helemaal op orde, vooral
het boek met gemiste oproepen is erg dik. De eerstehulppost functioneert dus niet.
Babel besluit zijn verhaal met: “Het is duidelijk dat de stad maatregelen moet
nemen.” Een schitterend verhaal.
Veel verhalen beginnen heel klein. De verteller komt iemand
tegen die iets heeft meegemaakt en begint te praten. Sommige verhalen doen wat
sprookjesachtig aan. ‘Op het station’ begint met “Het gebeurde twee jaar
geleden op een godverlaten station, niet ver van Penza.” Een soldaat neemt
afscheid van zijn familie, iedereen is dronken. Vlak voor vertrek blijkt de
vader dood op de grond te liggen. Dat krijgt je van dat gezuip, zegt iemand. De
zoon neemt afscheid van de dode vader. Het verhaal eindigt met: “Zie je die
troebele verten? Dat is wat het volk nodig heeft: een troebele blik.”
‘Sprookje over een vrouw’ begint zo: “Er was eens een vrouw,
Ksenia heette ze. Dikke boezem, ronde schouders, blauwe ogen. Zo’n vrouw was
het. Hadden u en ik er maar zo een!” Deze keukenmeid moet aan de man. Valentin heet hij. Er wordt
gedronken, hij krijgt visioenen en van de liefde komt niks terecht. Ksenia
wordt ontslagen.
Deze oudere verhalen staan vaak op zichzelf. In de latere
verhalen keren zelfde personen in meerdere verhalen terug. Zij vormen een
levensgeschiedenis van Babel zelf. Hij vertelt over zijn jeugd, zijn familie, de
stad Odessa en zijn tijd in het leger. Dit laatste onderwerp staat centraal in
de bundel ‘De rode ruiterij’. De (burger)oorlog wordt bijzonder wreed
beschreven. Een leven is weinig waard; verminkingen en verkrachtingen zijn aan
de orde van de dag. Veel personages lijken zich hierbij neer te leggen.
Die berusting komt terug in verhalen over het nieuwe regime
en over de geheime dienst. In het verhaal ‘Froim Gratsj’ is een bekende Odessiet
gearresteerd. Hij blijkt vermoord. Twee soldaten van het Rode Leger staan een
sjekkie boven het lijk te roken en vertellen dat het slachtoffer zo sterk als een
beer was. Later op het bureau is er enige wroeging over zijn dood, maar: “Antwoord
me als Tsjekist… antwoord me als revolutionair: wat voor nut heeft deze man
voor de toekomstige maatschappij?” Hier klinkt cynisme door en kritiek op het
regime. Babel heeft zelf wel enige tijd voor de Geheime dienst (Tsjeka) gewerkt.
Het verhaal ‘Mijn eerste honorarium’, alweer een verhaal dat
prachtig begint: “In Tiflis wonen in de lente, twintig jaar oud zijn en niet
bemind worden – dat is een ramp. Zo’n ramp overkwam mij.” De twintigjarige hoort
de buren de liefde bedrijven, is radeloos en komt terecht bij een hoertje. Diep
in de nacht zitten ze in een hotelkamer. Haar naaktheid valt tegen. “Haar
voorbereidingen leken op die van een
dokter voor een operatie.” De jongen vertelt over zijn leven, het hoertje raakt
ontroert en de twee worden vrienden.
Een van de beste verhalen van Babel is ‘De geschiedenis van
mijn duiventil’. Het 10-jarige jongetje (Babel) droomt al jarenlang van een eigen
duiventil. Wanneer hij een toelatingsexamen gehaald heeft, mag hij eindelijk
duiven kopen op de markt. Er is heerst echter chaos in de stad. Het is veel te
gevaarlijk op straat. Hij koopt desondanks toch een paar duiven, rent ermee
naar huis, maar wordt tegengehouden. Er is een progrom losgebarsten. Zijn
duifjes worden kapotgeslagen op zijn hoofd. Hun huis geruïneerd. Opa is
vermoord. Het kind kan voorlopig de duiventil wel vergeten.
Ik kan zo een hele pagina citeren uit dit verhaal en uit nog
vele andere verhalen van Babel, maar u moet het werk zelf gaan lezen. Deze
verzamelde verhalen zijn niet goedkoop (€45), maar de Van Oorschot-uitgave is
schitterend en u heeft er de rest van uw leven plezier van.
In het uitgebreide nawoord geeft vertaalster Froukje Slofstra een
levensbeschrijving van Babel. Hij had geen rustig leven. Babel had met zijn
eerste verhalen en gesteund door Maxim Gorki
veel succes. Later kreeg hij meer en meer problemen met de
Sovjetautoriteiten. In het buitenland (in Frankrijk, waar een van zijn vrouwen
woonde) werd hij juist gezien als een Sovjet-schrijver.
Alleen in Rusland kon hij werken en dus ging hij altijd weer
terug naar zijn vaderland, ondanks de terreur. Hier werd zijn werk vaker en
vaker geweigerd waarmee zijn geldproblemen groter en groter werden. Het
tragisch einde kon niet uitblijven. Babel werd in 1939 gearresteerd,
waarschijnlijk gemarteld en in 1940 geëxecuteerd. Isaak Babel publiceerde niet
veel. Hij had wel een aantal manuscripten liggen die bij zijn arrestatie zijn
ingenomen. Ik hoop dat zij ooit opduiken uit de archieven.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten